Het etiket vertelt je (niet) wat erin zit – deel 1

Door Mara Lammertzen

Ontwikkelingsstoornissen in het autistisch spectrum, disruptieve gedrags- of stemmingsstoornis, moeilijk lerend, dyslectisch…. Het schijnbare gemak waarmee massa’s kinderen maar ook volwassenen soms voorzien worden van een DSM-etiket wanneer zij anders functioneren dan ‘de norm’… ik vind er wat van. Vooropgesteld: ik ben geen pedagoog of neuroloog en ik begeef me misschien op glad ijs. Dat zou zomaar kunnen. En ja, voor sommige kinderen en hun ouders is het een zegen dat er eindelijk een diagnose is. Maar ik ben ervan overtuigd geraakt dat veel kinderen onnodig een stigmatiserend etiket krijgen omdat bepaalde drijfveren vanuit hun persoonlijkheidsdynamiek onbegrip ‘triggeren’ bij hun ouders en/of op school.

Op de camping heb ik weer met verbazing geluisterd naar de zorgen van de overbuurvrouw over haar zevenjarige dochter. Dit kwam aan het eind van de drie weken waarin zij dagelijks bij onze kampeerplaats te vinden was samen met haar kleine zusje. Yael (niet haar echte naam) zou binnenkort getest moeten worden op adhd. Dit op advies van haar leerkracht en de school. Want: ze kon zich niet concentreren, ze was vaak druk, ze verstoorde de les en ze kon niet stilzitten. Ook dagdroomde ze teveel en al met al waren haar resultaten niet goed. Toch was dat wel raar, vond mijn overbuurvrouw, want ze kon toch zonder problemen een film van 1,5 uur kijken…. tja. Maar ja, de juf zal het wel weten.

Wanneer iemand vooral benoemt wat een ander niet doet of niet kan is mijn eerste gedachte vaak: ‘dat zegt in eerste instantie iets over jouw eigen behoefte’.

Ik viel dus zowat van mijn picknickbank, want ik had Yael leren kennen als een sociale, bruisende meid die – nadat ze even een dagje had afgetast of ze welkom was – lekker aan tafel kwam zitten en honderduit vertelde over wat haar bezig hield. Met engelengeduld probeerde ze de plot van haar lievelingsfilm ‘Frozen’ uit te leggen aan mijn tweeënhalfjarige peuter, die in haar een tweede ‘moedertje’ en knutselgoeroe had gevonden. Adhd? Yeah right.

Mijn geheel subjectieve vermoeden – na wat doorvragen over de verwachtingen vanuit de leerkracht – is dat de juf van Yael zelf geen emotionele centrering heeft en het lastig vindt om met aspecten van het emotionele principe om te gaan. Wat ontzettend jammer is, omdat juist een leerkracht die met name door de eigen ‘bril’ kijkt als het gaat om het scheppen van de beste leervoorwaarden, voorbij gaat aan de behoeften en drijfveren van kinderen in de klas met een andere persoonlijkheidsdynamiek. Erger nog, wanneer onbegrip voor andere manieren van leren en uitingen daarvan gezien worden als onwenselijk gedrag of zelfs de voorbode van een psychologische stoornis…. het pygmalion-effect doet de rest: van dat wat je verwacht te zien, zul je steeds meer zien. Niet in het voordeel van het kind, in dit geval.

Wat kinderen met een emotionele centrering heel hard nodig hebben tussen concentratie-momenten door is ruimte om even te kunnen bewegen, contact te maken, te kletsen en hun ervaringen – al dan niet gerelateerd aan het onderwerp – uit te wisselen. Dan zijn ze er weer bij en kan er weer verder geluisterd worden. Daarnaast is het heel fijn als een docent laat merken dat hij of zij in hen als persoon geïnteresseerd is, die vraagt naar wat hen bezighoudt. Zonder die voorwaarden wordt het leren voor deze kinderen heel moeilijk en zal de intrinsieke motivatie langzaam maar zeker plaats maken voor het wegcijferen van behoeften en proberen te voldoen aan de verwachtingen (emotioneel-fysiek) of juist volledig uit de band springen (emotioneel-mentaal).

Zo heb ik stiekem ook mijn vermoedens over misschien voorbarige etiketten voor kinderen met andere persoonlijkheidsdynamieken. Meer daarover in deel 2. Of over mensen die ongeschikt zouden zijn als leidinggevende omdat ze niet de gebruikelijke ambitie, de visie, het lef, de teamspirit of mensgerichtheid laten zien. Maar dat laatste is weer een heel ander blog.

Wat ik eigenlijk zeggen wil: het zou zo waardevol zijn wanneer we ons eigen perspectief op wat ‘normaal en gezond’ is – ook als anderen je waarnemingen herkennen – steeds opnieuw blijven toetsen aan wat we zelf gewoon hartstikke lastig vinden om mee om te gaan.

Meepraten over dit thema? Laat ons weten wat jij ervan vindt!

6 gedachten over “Het etiket vertelt je (niet) wat erin zit – deel 1

  1. Beste Mara,

    Ik kan voor een groot deel met je verhaal meegaan. Er zijn een aantal mensen die graag een etiket/naam voor henzelf danwel hun kind willen. Als dit ten goede komt aan meer begrip dan is dit prima en als het het kind in bv de klassensituatie kan helpen doordat er extra hulp ingezet kan worden (waar mede leerlingen ok van kunnen profiteren), helemaal ok. Dient een naam (en dan heb je het over een diagnose) als verontschuldiging dan vind ik het ook wat lastiger. Het gaat namelijk niet om de naam maar om de persoon en hoe je daar mee omgaat.
    Het lastige is alleen dat als er geen naam is dat zorg/begeleiding dan niet vergoed wordt, maar dan kom je op nog een andere discussie.

    Hg Ellen

  2. Helemaal eens met het feit dat er soms te snel een etiket wordt geplaatst op iemand. Echter als je hulp wil ontvangen zoals begeleiding of speciaal onderwijs heb je dat etiket nodig, want zonder officiële diagnose krijg je geen hulp. Echter sinds 2015 is de zorg die je daarvoor kreeg ook niet meer gegarandeerd nu de gemeente de zorgbehoefte bepaalt.

  3. Dag Mara,
    Een mooi en leerrijk artikel.
    We hebben het hier over de kwaliteit van de leerkracht en de kwaliteit van de interactie tussen de leerkracht en de leerling en de leerkracht en de ouder(s).
    De excellente leerkracht slaagt er in door zijn observaties van het kind, het kind te volgen en adequaat te anticiperen op de leervraag en leerbehoefte van het unieke kind. Het kind met al zijn kwaliteiten, valkuilen, plussen en minnen. Het getalenteerde kind. De leerkracht voert in dit proces een permanente dialoog met het kind (responsief lk-ten gedrag) en de ouders. En waar nodig met collega’s en/of de intern begeleider en directie. Komt er een moment waar blijkt dat het leerproces stagneert, dan reflecteert de leerkracht over en op zijn performance en consulteert de IB-er en kijkt of hij/zij zijn benadering van het kind ‘aanpast’ en observeert vervolgens een bepaalde periode wat het effect hiervan is, Uiteraard in samenspraak met het kind en ouders. Komt er vervolgens een moment waarop ‘we’ niet meer verder kunnen, dan opteert de vraag of het nodig, gewenst, relevant is dat er additioneel onderzoek wordt ingezet om te komen tot een diagnose. Een diagnose, die vervolgens richtinggevend is voor het ‘nieuwe en aanvullende’ leerkrachtengedrag. De leerkracht breidt zijn repertoire uit. Uiteraard geldt wederom de samenspraak en de reflectiemomenten met het kind en de ouders. De kunst en uitdaging om elk uniek kind, wel of niet geëtiketteerd, verder te helpen in zijn leerproces, te leren steeds meer zelf regie en autonomie te regisseren in zijn leren. Een prachtig en boeiend proces. Alleen te doen met en vanuit passie en kennis van zaken (professioneel gedrag).
    veel succes, inspiratie en synergie, hartelijke groet Hay Freriks

  4. We leven in een maatschappij waarin we het ons “makkelijk” hebben gemaakt door op alles en iedereen een etiket te plakken. Ogenschijnlijk ordent dit onze wereld. Het opgeplakte etiket bepaalt vervolgens tot welke categorie iemand behoort.
    Elke categorie wordt vervolgens op een bepaalde manier benaderd: de vreemdeling afstandelijk, de anders-gelovige argwanend, het beweeglijk kind als ADHD-er, …
    Deze indeling in categorieën heeft zich ook doorgezet in het onderwijs. Ook daar met het doel om systemen te vergemakkelijken. Een kind moet tot een bepaalde categorie behoren om “goed” te zijn en moet tot een andere categorie behoren om recht te hebben op extra ondersteuning.

    Tot daar het “eenvoudige” verhaal. Laat ons eens even stil staan bij twee aspecten.

    Een eerste bedenking ligt bij diegenen die als autoriteit een etiket opkleven. Welke expertise heeft een leerkracht om iemand in te delen in de categorie ADHD ??? En ik plaats met opzet vraagtekens na deze zin. Want al stuurt een leerkracht iemand verder voor bevestiging, dan toch is het etiket al gekleefd. En eenmaal het etiket gekleefd zal bewust gezocht worden naar gedragingen die dit etiket bevestigen. We willen toch zeker geen ongelijk hebben?

    Een tweede bedenking ligt bij de persoon op wie het etiket werd gekleefd. Wat gebeurt er in diens hoofd? Zeker als jaren later zou blijken dat die indeling onterecht was?

    Om bovenstaande reden pleit ik er dan ook voor om binnen en buiten het onderwijs niet te snel te denken in hokjes, om zeker niet te snel de indeling van niet-specialisten over te nemen.

    Waar een indeling moet gemaakt worden, dient dit het domein te blijven van bevoegde specialisten. Tot dan zie ik alleen individuen moet boeiende verschillen. En misschien moeten we terug leren omgaan met die uitdaging die diversiteit heet.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.