Door Mara Lammertzen
Als ik zeg: ‘vriendschap’, wat zie jij dan voor je?
- Een diepgaand gesprek met een of twee vriend(inn)en tot in de kleine uurtjes;
- Met een vriendengroep na de wedstrijd aan de bar, lachend en pratend over van alles en nog wat;
- In stilte met die ene goede vriend(in) van de natuur genietend door het bos wandelen;
- Iets anders?
Liever een vriend op de bank dan tien in de kroeg
Ik ben zelf –je raadt het al– van het type bankgesprek. Of we gaan wandelen, maar dan wórdt er wat afgeklept… Ik heb een klein aantal hele goede en een paar goede vriendinnen, allemaal verschillend, die ik het liefst een op een zie. Zie ik er meer dan twee tegelijk, en vooral bij mij thuis, dan kom ik niet aan een goed gesprek toe en weet ik aan het eind van de avond nog niet hoe het nou écht met ze gaat. Laat staan of ze het wel naar hun zin hebben gehad. Niet onbelangrijk. Ik ken een handvol mannen die zich hierin herkennen, hoewel ze het niet zo snel toe zullen geven. Want ja, dat is wel een beetje een vrouwending natuurlijk…. 😉 Voordeel: ik ken mijn vriendinnen goed. Nadeel: ik heb nooit genoeg tijd om ze zo regelmatig als ik zou willen, te zien.
Mijn lief heeft twee goede vrienden (al jáááren) die hij beiden zelden belt of spreekt, terwijl er een praktisch om de hoek woont. Maar ze zijn er altijd voor elkaar en ze vinden het leuk om een biertje te pakken of weer ‘ns te gaan dansen. Geocachen komt ook nog wel ’s voor. Maar wanneer hij in de put zit, zal hij geen contact opnemen. Contact onderhouden is ook niet zijn sterkste punt, vindt hij zelf, maar ach. Hij denkt er gewoon niet aan en lost problemen liever eerst zelf op, daarna ‘vertelt ‘ie het wel een keer’.
Mannen- en vrouwenvriendschappen
‘Ja, maar mannen en vrouwen gaan sowieso heel anders met vriendschap om.’ Toch? Vrouwen delen hun ziel en zaligheid in lange gesprekken. Wanneer er iets misgaat tussen vriendinnen kan het dagen, weken of zelfs jaren duren voor het ‘weer helemaal goed is’. Of het komt nooit meer goed: ze ontlopen elkaar steevast en in het ergste geval wordt er over en weer geroddeld bij het leven. Mannen lossen dat –zo lijkt het- veel simpeler op. Ruzie? Je geeft elkaar een kopstoot en daarna drink je met een blauw oog een lekker fris biertje.
En toch zullen er mannen zijn die kiezen voor de goede gesprekken met die ene fijne vriend, en vrouwen die wel houden van een (k)opstootje om het daarna weer bij te leggen zonder dat de vriendschap daaronder lijdt. Dus die mannen/vrouwenvlieger gaat niet op. Waar zit het ‘m dan in?
Drie visies op quality time
Jaja, daar komt ‘ie, dat zit ‘m in (onder andere) je persoonlijkheidsdynamiek. Oftewel: hoe je intern ‘bedraad’ bent: je natuurlijke focus en je specifiek eigen behoeftes in communicatie.
Want hoe ziet een echt goede vriendschap er eigenlijk uit? Bij hoeveel vrienden en hoeveel diepgang voel jij je goed? Wil je je vooral graag geliefd voelen als mens, je gevoel delen, lachen, elkaars leven bespreken? Of word je graag gewaardeerd om wat je voor en met je vrienden doet, in voor- en tegenspoed? Wat ook kan is dat je vriendschappen met meerdere mensen aan je voorbij laat gaan omdat je simpelweg weinig behoefte hebt aan zoveel samen doen, gevoelens delen of koetjes en kalfjes. Drie totaal verschillende visies op vriendschap, die er allemaal zijn. Interessant detail: vaak verwacht je van anderen dezelfde visie op vriendschap als de jouwe. Vind je die ene collega als je vraagt naar haar verjaardagsplannen misschien wel een vreemde vogel of een ongeleid projectiel. Gevolg is dat je vaak automatisch vrienden kiest waarmee het op jouw eigen behoefteniveau ‘klikt’. Ergo: die dezelfde centrering hebben.
Sociaal-emotionele vaardigheden maken gelukkig?
Ik hoor van ouders wel eens hun zorg over (vooral het schijnbare gebrek aan) de vriendschappen van hun kinderen. ‘Hij heeft maar een vriend, en hoort er eigenlijk niet bij’. Of ‘Ze wordt buitengesloten omdat ze niet zo goed kan uiten wat ze voelt of wat ze wil’. Het zegt soms iets over het kind, maar meestal iets over de (eigen behoefte van) de ouder. Het doet me denken aan een onderzoek waaruit blijkt dat ‘de gelukkigste kinderen sociaal-emotioneel vaardige kinderen zijn. Ze worden vaker uitgenodigd op feestjes, worden graag gezien, en kunnen daardoor hun sociale vaardigheden steeds meer verfijnen. Kinderen die op sociaal-emotioneel gebied wat moeilijkheden hebben, hebben daardoor ook weer vaak minder sociale contacten, waardoor de kans dat ze er mee kunnen oefenen en zich er verder een beetje in kunnen bekwamen ook afneemt.’
Emotioneel gecentreerde kinderen lijken hier als winnaars uit de bus te komen. Maar niet ieder kind is gelukkiger door ‘erbij te horen’. Sommige kinderen kijken graag vanaf de zijlijn (mentale centrering), daar leren ze wat henzelf betreft voldoende van. Niks mis mee. Sommigen houden het graag bij een of twee goede vrienden om samen iets te ‘doen’ en hebben er veel moeite mee wanneer die uit het zicht verdwijnen door bijvoorbeeld een verhuizing (fysieke centrering). Wanneer de tijd rijp is zal een kind dat van nature meer z’n best moet doen voor het maken van contact, dat voorzichtig gaan uitproberen. Simpelweg omdat het nu eenmaal handig is wanneer je ouder wordt dat je begrijpt wat jouzelf en anderen beweegt en hoe je daarmee om moet gaan. Wat wel helpt is dat je als ouder onbevooroordeeld kunt kijken naar wat jouw kind wel of niet prettig vindt als het om contact maken en onderhouden gaat. Kijk ook eens naar wat jij zelf ‘normaal’ vindt, oftewel: wat zijn jouw overtuigingen over vrienden hebben?
Tips voor ouders: zelfbewustzijn als sleutel
Hoe beter een kind zichzelf gaat begrijpen en zijn behoeftes leert kennen, hoe meer een kind in eerste instantie zijn of haar eigen vriend kan zijn. Hierdoor zal vrienden maken (nog) gemakkelijker worden. Wat vind het kind (on)prettig in een vriendschap? Praat over emoties en zoek samen uit welke gevoelens daarbij horen. Vergeet natuurlijk niet om te vragen of jouw interpretaties kloppen. Op deze manier haal je het bewustzijn van je kind naar boven. Breng ook je eigen overtuigingen in beeld. Wat is van jou en wat is van je kind? Wat zijn uitdagende situaties? Waar kan je kind hulp bij gebruiken?
Oefen ook eens met een luchtig rollenspel. Laat je kind de situatie schetsen die je hij of zij lastig vindt. Je kind ervaart dan wat er gebeurt en jij kunt het zien. Kijk ook eens naar de houding van het kind. Is die ontspannen? Voeten stevig op de grond? Een stevige houding maakt je kind sterker. Ademhaling naar de buik? Rust in je buik geeft rust in je hoofd. Vanuit rust kan een kind reageren in het hier en nu. Oefen eens met zinnen als: ‘geef me even tijd’ of ‘ik denk er even over na’ als snel reageren niet lukt.
Handig om je bewust te zijn van een andere kijk op vriendschap. Volg – al naar gelang wat past bij jou – je hoofd, hart en/of handen, dan blijf je ook je eigen vriend.
Wow, een mooi artikel. Ik heb met mijn persoonlijkheidsdynamiek slechts één goede vriendin die helaas een kleine twee jaar geleden is overleden. Ik wil wel een andere vriendschap aan gaan, maar zoals ik het met haar had, lukt me niet meer zo goed nu voor elkaar te krijgen. Ik heb er dan ook veel moeite mee dat ze uit mijn leven is verdwenen. Dank voor deze blog!
Dat lijkt me hartstikke moeilijk Monique. De geschiedenis die je hebt met je vriendin zit zo in je in jezelf verweven, dat ieder nieuw contact daarbij verbleekt. Ik heb een goede vriendin met een fysieke centrering die via ‘doe-dingen’ of een georganiseerde reis (lees: activiteiten waarbij je langere tijd met gelijkgestemde anderen bent) nieuwe verdiepende ervaringen heeft met mensen die zich ontwikkelen tot mooie vriendschappen. Ik ben er één van 😉
Man, 74, oosten des lands, gehuwd, kinderen, kleinkind(eren):
mijn keuze zou zijn een combinatie van 1 en 3, wandelend door de natuur met één ander persoon, man of vrouw, kan een vriend zijn maar hoeft dat niet, en dan een uur of zo diepgaand met elkaar praten. Veel langer wandelen levert soms teveel vermoeidheid op, lichamelijk en vaak ook geestelijk.
Waarom het liefst met één persoon? Omdat ik me dan alleen optimaal kan concentreren. Met meerderen ontstaat al gauw geroezemoes, door elkaar heen praten, wat – voor mij – te hoge eisen stelt aan de opname- en korte geheugencapaciteit c.q. snelheid van informatieverwerking en reactievermogen, waardoor de diepgang en continuïteit van het gesprek in het gedrang komen. Een levenslang ‘probleem’ van de hersenwerking dus.
Meningsverschillen die tijdens gesprekken ontstaan is heel normaal. Het uitgroeien daarvan tot ruzie, blijvend conflict of zelfs permanente verwijdering vind ik tragisch. Meestal ontstaan als één van beiden niet in staat is om te beseffen en / of accepteren dat ieder een eigen mening kan hebben en je toch goed met elkaar kan blijven omgaan. Een “kopstootje” – ik neem aan dat hiermee in jouw verhaal een boze klap of stomp bedoeld wordt, woedend uitgedeeld na mislukte pogingen om zonder dit soort geweld tot elkaar te komen – lijkt me totaal zinloos en mogelijk gevaarlijk. Nooit doen dus.
Verschil tussen man en vrouw in gedrag komt voor maar hoeft zeker niet altijd het geval te zijn.
Het hebben van sociale vaardig- en handigheden, aangeboren of – bij voorkeur door actieve opvoeding – aangeleerd, is een voorrecht bij alle facetten van het leven. Het – geheel of gedeeltelijk – ontbreken daarvan is betreurenswaardig en levert gedurende het gehele bestaan bijna dagelijks moeilijkheden op, die bij voorkeur uit de weg gegaan worden. Het lot van een dynamiek, of toch wat anders?
Heel goed en goed geschreven verhaal, Mara, waard om door velen gelezen en gepraktiseerd te worden!
Jammer voor de generaties die hiervan geen weet heeft (gehad) en die verder moeten leven met hun sociale gebreken, wat overigens best wel kan lukken als je je omringd weet door enkele mensen die van je houden, ongeacht hoe je in elkaar zit.