Wie zegt dat vrouwen altijd meer kopen dan mannen? Die heeft het in dit geval dus lekker mis! Over een paar weken gaan wij met onze retro caravan (lees bruin, klein en oud) heerlijk kamperen. In het kader van voorpret heeft Pascal (mijn man) al avonden gezocht naar de nieuwste campinggadgets. En ik lieg niet, gedurende 2 weken kwam er elke dag een nieuw pakketje binnen, jawel, allemaal voor op de camping. En geloof me, de caravan is niks meer waard, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de waarde van de inhoud!
Ik ontvang braaf de pakketjes van de postbode (en mompel elke keer iets als; ‘ zo, mijn man is lekker aan het bestellen ‘, dat hij maar niet denkt dat ik het ben ;-), ik ben natuurlijk wel Emotioneel – Fysiek). En inwendig heb ik hier lol om, want hoe meer er binnenkomt, hoe kleiner de kans is dat er ook nog wat kleding in de auto past, en oh, ja, dat wij überhaupt met 5 personen mee kunnen… Enneh, de visspullen staan nog niet eens op de foto. Dus ondanks een grotere auto, gaat ook dit jaar de skibox op het dak. En hoop ik dat de kids en ik er nog bij passen…
Nu vraag je je natuurlijk af, Helga, past dit verhaal wel in zo’n leuk dynamiekje van je? Nou hier komt wat mij betreft het antwoord. Jazeker. Want Pascal (Mentaal – Fysiek) doet dingen nooit half. Als hij iets belangrijkvindt, dan gaat hij ervoor, en moet je aan spullen geen gebrek hebben. Dus als hij een nieuwe hobby start, dan worden eerst alle benodigdheden besteld, wordt de hobby een tijdje beoefend en dan…… Tja, vul zelf maar in ;-). Herinner je onze kerstfoto nog? Ligt een beetje in dezelfde lijn ;-).
Trots op mijn zoon
Onze zoon zit in het 2ejaar van de middelbare school en mag volgend jaar een jaar overdoen. Zijn eigen conclusie? Het is mijn eigen schuld, niets meer aan te doen. Ik heb het in het begin van het jaar laten liggen. Onze conclusie? Leren leren valt niet mee. Een jaar extra kan zeker geen kwaad.
Het klinkt simpel, maar het was spannend tot het eind. Gedurende de toetsweek kwamen er cijfers binnen, de hoop bleef aanwezig, echter bij 1 van de laatste cijfers bleek de kans heel groot dat hij (toch) bleef zitten. Uiteraard was ik bij hem om dit samen te delen. Op mijn vraag hoe dit voor hem was, kwam er op dat moment nog niets uit. Of ik iets voor hem kon doen? ‘ Ja mam, doe maar een appel en een kop thee ‘ . Zo geregeld. Toen ik weer boven kwam vroeg ik hem: ‘ Waar denk je nu aan? ‘ Zei hij: “ Het komt allemaal wel in 1 keer binnen”. Waarop ik vroeg wat dan allemaal was. Zei hij: “ Dat ik volgend jaar bij van die kleuters in de klas kom, dat mijn vrienden wel over zijn, en dat zij volgend jaar na school afspreken en dat ik daar dan niet bij ben “. Uiteraard met wat tranen hierbij.
En dat was de verwerking van mijn Mentaal – Fysieke zoon… Met mijn dynamiek (Emotioneel – Fysiek) zou het effect van blijven zitten nog langzaam indalen. Zou ik ’s nachts nog wat bedenken, of de volgende dag, of de dag daarna… Zo niet bij hem, de verwerking was echt op dat ene moment. Uiteraard heb ik nog verschillende keren gecheckt hoe dit voor hem was, maar de verwerking en het verdriet waren echt geweest! En deze manier van verwerken, herken ik ook bij Pascal. Bij gebeurtenissen met impact, overziet hij vanaf moment 1 wat het effect hiervan is. Dan is dit uiteraard een heel zwaar moment en is er daarna eigenlijk niet zoveel behoefte om hier nog wat over te delen. Alles is dan al gezegd.
De vismannen
Ons neefje van 5 kwam een nachtje logeren. Samen met Pascal ging hij een dag vissen, hun grote hobby. Zo actief als mijn neefje kan zijn. Zo zen is hij tijdens het vissen. Zo leuk om te zien. Toen hij bij ons aankwam had hij ZELF (ja, echt waar) al zijn spullen gepakt. Vier grote boodschappentassen vol. Knuffels, dekbed, kussen, viskleding, reservekleding, laarzen, toilettas, visboeken, en jawel, zonnebrand. Even voor de duidelijkheid, dus zonder enige inbreng van mijn zus. Er ontbrak echt niks!
De volgende dag was hij uiteraard voor dag en dauw wakker (lees 5.30 uur) want ze zouden vroeg op pad gaan (lees 8.00 uur). Hij was er helemaal klaar voor. Gelukkig nog even in bed gekregen. Om 8.00 uur vertrokken ze. Binnen no time was hij aangekleed en had hij zijn spullen voor de dag gepakt. En vervolgens kwamen de checkvragen van hem aan Pascal:
Heb je wel je telefoon mee, om foto’s te kunnen maken?
Heb je je auto al ingepakt?
Heb je de karper hengels mee?
Wat voor weer wordt het? (voor de zonnebrand)
Hebben we eten mee?
Waar gaan we heen?
Welke vissen zitten daar?
Welke vissen gaan we vangen?
Waarop Pascal tegen mij zei: “ Heerlijk, iemand die aan alles denkt “. Heb je al een idee van zijn dynamiek? Mijn neefje heeft de Fysiek – Mentale dynamiek. Keien in het bedenken van oplossingen van dingen die komen gaan. Ik denk dat ik hem inhuur voor mijn vakantie, dan weet ik zeker dat ik niks vergeet, mijn eigen kinderen hebben dit gen namelijk niet echt meegekregen ;-).
Ik wens jullie allemaal een hele fijne zomer! Verwonder je over de verschillen om je heen en geniet ervan.
Grrrrr…. irritante verschillen op de werkvloer. Soms gebeurt het, de samenwerking clasht en lijkt alleen maar nog lastiger en irritanter te worden. De verschillen worden meer zichtbaar. Je doet wel dingen om het herstellen, maar het lijkt wel het tegenovergestelde effect te hebben….
De werkvloer
Een voorbeeld uit onze praktijk. Stel je voor, een team van 8 adviseurs. Hier ging het even mis in de communicatie. De helft heeft de fysiek-mentale (FM) en mentaal-emotionele (ME) persoonlijkheidsdynamiek, de andere helft de fysiek-emotionele (FE) en emotioneel-fysieke (EF) dynamiek. Ofwel de taakgerichte club vs. de mensgerichte club (zie het schema hieronder).
Wat kunnen FM en EM goed? Juist, o.a. doelgericht aan de slag, gericht op de taak, deze behalen. Wat kunnen FE en EF goed, denk je? Exact, o.a. mensgericht aan de slag, goed in het onderhouden van contacten, leggen van verbindingen.
Maar wat gebeurt er in stress, als de werkdruk te hoog wordt of als het onveilig is? Wat doe jij zelf in stress? Dan worden, in het algemeen, de taakgerichte mensen nog taakgerichter en de mensgerichte mensen nog mensgerichter. Ze stappen dan ook in hun eigen valkuilen en gaan hiermee volledig voorbij aan hun eigen kwaliteiten, er wordt nog harder geduwd. Het gevolg? De kwaliteit is een valkuil geworden en is opeens niet meer zo krachtig. Sterker nog, het komt niet meer authentiek en op de juiste manier over (zie het schema hieronder). Met alle effecten die hierbij horen. Het gat in de aansluiting wordt groter, de verschillende behoeften in communicatie en samenwerking worden nog meer zichtbaar en hiermee nog irritanter…
Groepsdynamiek
Naast deze individuele patronen speelt er ook nog groepsdynamiek mee. Ja, niemand had gezegd dat het makkelijk zou zijn ;-), maar het is echt oplosbaar! Dus houd moed en lees nog even mee.
Met dit team ben ik aan de slag gegaan door eerst alles op tafel te krijgen wat gezegd moest worden. Tijdens dit proces worden er al veel patronen van het team duidelijk (sarcastische grapjes, smoesjes, vertragen, roddelen, etc.). Het effect hiervan is dat het bijna onmogelijk is om er op inhoudsniveau met elkaar uit te komen. En dat is aan alle kanten merkbaar. De frustratie is hoog. Je moet niet vergeten dat deze processen vaak al tijden, soms wel jaren spelen en ze zijn alleen maar groter geworden. Tijdens dit proces werden al wel de belangrijkste teampatronen zichtbaar. Deze patronen hebben we met elkaar geanalyseerd, het effect hiervan besproken en uiteraard afgesproken wat het team ging doen om deze patronen te doorbreken. Dit betekent oefenen met nieuw gedrag, aan de slag met teamontwikkeling. En ja, dat kost even tijd en doorzettingsvermogen, maar ik beloof je dat het effect groot zal zijn.
Teamontwikkeling
Dit is nou niet echt een proces waar de mensen met een emotioneel-mentale dynamiek en een fysiek-mentale dynamiek (de taakgerichte mensen) op zitten te wachten. Plat gezegd, ouwehoeren met elkaar om de processen te verbeteren, terwijl als iedereen nou gewoon zijn taak zou uitvoeren, hoeven we ook niet met elkaar om tafel ;-). Terwijl de mensen met een emotioneel-fysieke en fysiek-emotionele dynamiek (de mensgerichte mensen) denken: hè hè, eindelijk met elkaar in gesprek, echt contact maken, uitspreken wat er gaande is, nieuwe veiligheid creëren om met elkaar te kunnen floreren. En toch hebben beide partijen vaak een gezamenlijk doel. In dit geval: een effectief team dat in een open sfeer kwaliteit levert. En daar ligt de sleutel. Want om daar te komen is er voor beide groepen werk aan de winkel en zullen ze zich ook individueel moeten ontwikkelen.
Persoonlijke ontwikkeling
Om van irritante verschillen naar interessante verschillen te komen speelt dus ook persoonlijke ontwikkeling een belangrijke rol. Opnieuw en oprecht de kwaliteiten van elkaar te zien is een belangrijke eerste stap. Om daarna aan de slag te gaan met de eigen persoonlijke ontwikkeling. Het is nuttig als FM en EM meer aandacht hebben voor de mens achter de functionaris, dat ze tijd nemen om aan het begin van een project/opdracht verwachtingen over en weer uit te spreken, en dit ook bij elkaar te checken.
En het helpt als FE en EF zich minder afhankelijk opstellen ten opzichte van anderen. Om met meer zelfvertrouwen aan de slag te kunnen, helpt het als ze aan de voorkant goed uitvragen wat de verwachtingen zijn, dit tussendoor nogmaals te checken als er veranderingen zijn en dat ze tijdig om hulp vragen!
Het resultaat?
Ik kan je alleen een tussentijds resultaat vertellen. Het team is nog volop in ontwikkeling. In de tussentijd van twee sessies is het team gemiddeld 2,5 punt gestegen op hun eigen doelenmeetlat (0-10). Dit geeft het volste vertrouwen dat ze door hen benoemde samenwerkingsdoelen en resultaten behalen. Ik vind het echter zo’n herkenbare situatie, dat ik het toch alvast met jullie wilde delen. Ik ben tenslotte EF, ik hou van delen en ik heb het volste vertrouwen in dit team! 🙂
Zo, de sint hebben we achter de rug, op naar de kerst. Hoewel dit proces voor sommigen al lang in gang is gezet. Zelf kreeg ik in oktober ook al de vraag; hoe gaan we het dit jaar doen met de kerst?
Dit blog gaat over het gezin waarin ik ben opgegroeid, dus ik hoop dat we dit jaar nog wel kerst met elkaar vieren, nadat ze dit hebben gelezen… ;-).
Kerst, eerlijk gezegd, al jaren best wel een beetje gedoe bij ons. Want hoe vieren we het nu, zodat iedereen zich erin kan vinden waardoor deze dagen relaxed en gezellig zijn, waar we niet opgepirkt hoeven te zitten, en er goed eten is.
Verschillende uitgangspunten
“ Moet geen verplichting zijn hoor “ ; aldus mijn vader (fysiek – mentaal)
“ Ik pas me aan aan jullie “; aldus mijn moeder (emotioneel – fysiek)
“ Ik zit er niet op te wachten hoor, kerst “; aldus mijn broer (emotioneel – mentaal)
“ Zullen we dit jaar ook iets doen, zodat we elkaar niet de hele tijd hoeven aan te staren “; aldus mijn zus (emotioneel – fysiek)
“ Laten we het gewoon relaxed en gezellig houden en niet zo ingewikkeld doen “; aldus ik….. (emotioneel – fysiek
En juist deze verschillende uitgangspunten, maken een leuke kerst best ingewikkeld. En dan hebben wij nog niet eens een samengesteld gezin, heb ik schoonouders die elk jaar in het buitenland zitten, en laat ik voor het gemak de aangetrouwde kant er even buiten…
Gelijk of gezeik?
De grote vraag is natuurlijk, wie heeft er nu gelijk, wie ziet er te zeiken en wie doet er water bij de wijn? Of is een betere vraag, wat zeggen de uitgangspunten eigenlijk over jou en wat zegt het over de behoefte van de ander? “ We don’t see things as THEY are, we see things as WE are “. Volgens mij geeft dit laatste de beste ingang om met dit soort verschillen om te gaan. Voor onze vaste lezers, er spelen natuurlijk heel veel verschillende processen bij dit soort dingen, en toch kun je ook best wel wat herleiden naar de verschillende behoeften per dynamiek. Voor een kleine inkijk, zie onderstaande tabel.
Dynamiek
Belangrijkste primaire behoeften in groepen
Mentaal – Fysiek
Rust en overzicht
Mentaal – Emotioneel
Inhoudelijk gesprek
Emotioneel – Mentaal
Vooruitgang en ideëen uitwisselen
Emotioneel – Fysiek
Interactie en gezelligheid
Fysiek – Emotioneel
Gemoedelijke sfeer, samen aan iets werken
Fysiek – Mentaal
Iets doen en behoefte aan duidelijk nut
NB: Natuurlijk bestaan er niet maar 6 verschillende behoeften, hier spelen uiteraard nog vele andere processen. En toch zullen veel mensen zich in 1 van deze behoeften het meest herkennen (of misschien herken je juist een ander, is vaak nog makkelijker ;-)).
Kerst bij de familie Treur
Na het vele jaren bij mijn ouders gevierd te hebben, wat natuurlijk super is, merkten we toch dat het niet die relaxte kerst was, zoals we het zouden willen hebben. Oh ja, had ik al gezegd dat er inmiddels 6 kleinkinderen zijn in de leeftijd van 5 – 13 jaar? En had ik al gezegd dat mijn familie redelijk direct is in de communicatie in de zin van: het eten is niet echt lekker? Deze ingredienten maakten het voor ons ook best een uitdaging. Dus hup, kerst verplaatst naar ons huis (ingericht op kinderen) en Pascal (mijn man) in de keuken, want dat is Jamie II. Dit was een aantal jaren een prima concept.
Kerst anno nu
Tot het moment dat mijn broer en zijn gezin kerst heerlijk gingen vieren in de sneeuw met vrienden (van mij heeft hij groot gelijk). Dus daar kwam weer de vraag: “ Wat zullen we met de kerst doen? “. Inmiddels genieten wij met de kerst al een paar jaar in het huis van mijn schoonouders, aan het bos en vlakbij het strand. En vieren mijn ouders en mijn zus met haar gezin, de kerst ook daar. Het bos in, een spelletje doen, lekker eten à la Jamie, helemaal prima. Hiermee wordt er behoorlijk voorzien in de verschillende uitgangspunten en behoeften.
Kerstboodschap
Kerst, ik hou ervan, ik hou van de lichtjes, van de gezelligheid, de open haard, het lekkere eten en het samenzijn. Hoe je het ook viert en met wie je het ook viert? Ik wens jullie vanaf deze plaats vooral een kerst waarin we gewoon een beetje vriendelijk en lief zijn voor elkaar.
PS: De foto laat zien hoe één gekregen huisje, is uitgegroeid tot een serieus kerstdorp in ons gezin…. Wie is de aanjager? 1x raden, zie de tabel. Nope, fout, dit komt toch echt uit de koker van mijn man ;-). En gelukkig geniet het hele gezin mee!
Wist je dat jij de veranderbereidheid van mensen kunt beïnvloeden door hen op een andere manier te informeren? Zodat je tegemoet komt aan verschillende behoeften? Tijd voor een paar superpraktische tips om je informatieverstrekking te upgraden.
Stel, je wilt je team informeren over een teamdag, een training, een ophanden zijnde organisatieverandering, etc. Hoe zorg jij ervoor dat zoveel mogelijk mensen bij zichzelf denken: ‘okee, ik begrijp het, daar kan ik wel wat mee’? Doe jij dat op een voor iedereen heldere manier? En WAT vertel je eigenlijk precies om mensen met verschillende informatiebehoeften te helpen aanhaken?
Wees afhaken voor!
Waarschijnlijk noem je in ieder geval een aantal argumenten die jijzelf – in hun positie – nodig zou hebben om je te overtuigen of ontvankelijk te maken voor een plan. Maar met het gedachtegoed van Human Dynamics weten we dat de ene persoon, bewust danwel onbewust, fundamenteel andere informatie nodig heeft om een op handen zijnde verandering te kunnen omarmen dan de ander. Weet jij wie van je teamleden makkelijk aanhaakt bij jouw aanpak, en bij wie je het risico loopt op vroegtijdig afhaken?
Verschillende motivatiesleutels
Feit: er ligt een standaard setje motivatiesleutels voor het oprapen, die je kunt inzetten om mensen makkelijker te helpen aanhaken. Als je slim bent, en dat ben je, dan zorg je dat je zo snel mogelijk aansluit bij verschillende informatiebehoeften. En dat kan ook zonder dat je iedereen persoonlijk hoeft aan te spreken. Je moet alleen even weten hoe je met één bericht tegemoet komt aan de informatiebehoefte van ieder teamlid. Komt ‘ie:
Stuur altijd voorinformatie met een globaal programma. Mensen met een mentale aanvliegroute bereiden zich graag inhoudelijk voor. Zorg ook voor een artikel of andere achtergrondinformatie voor wie daar behoefte aan heeft.
Zorg voor een bondige, gestructureerde tekstdie antwoord geeft op de volgende punten:
WAT gaan we doen, wanneer, waar?
WAAROM gaan we dit doen? Wat maakt dat dit belangrijk is op de lange(re) termijn? (mentale informatiebehoefte)
WAARTOE: wat gaat het opleveren? Wat kunnen we er praktisch mee? (fysieke informatiebehoefte)
HOE en WAAROM ZO: In welke werkvorm en met wie gaan we aan de slag? En waarom kies je daarvoor? Wat hoop jij als organisator zelf dat er gebeurt? En wat zou je willen voor de groep? (emotionele informatiebehoefte)
Geef mensen de kans te reageren. Bied de mogelijkheid om ideeën, vragen en opmerkingen alvast te melden – bijvoorbeeld via een online reactieformulier – en beantwoord ze indien nodig vooraf.
More = less
Als je nu denkt: pff, wat een werk, dat hoeft toch niet zo uitgebreid? Dan zegt dat waarschijnlijk vooral iets over jouw eigen behoefte (een gokje: je houdt van een beetje tempo, stapt makkelijk in iets nieuws en bent van het type ‘just do it’?). Hoe dan ook: probeer het gewoon ’s uit. Het gaat je namelijk heel veel tijd en energie opleveren omdat mensen met dit kader sneller inzien:
Een sfeerbeeld: na een paar uur rijden richting de Franse grens, je bent er wel klaar mee, zie je in het bosrijke dal de kampvuurrook al omhoog kringelen. De rivier schittert je tegemoet. Eenmaal het bruggetje over is het stil, op de kabbelende rivier na. Klimtouwen, klimbomen, een kabelbaantje en hangbruggetjes over het water. Weer of geen weer, er hangen altijd een paar free range kinderen in en aan. Links een rechttoe, rechtaan -schoon en zeer functioneel- toiletgebouw met een eigen waterzuiveringsinstallatie: rivierwater wordt hier met een ingenieus, zelfgebouwd systeem omgetoverd tot goedgekeurd drinkwater. Een houten bord: ‘Receptie. Hier melden’. Duidelijke taal en geen woord te veel. Zo werkt dat hier. Fysiek-mentaal kamperen in zes overzichtelijke punten.
1. Natuur Fysiek-mentale campings: ze bestaan. Deze camping in de Waalse Ardennen, waar wij ons sinds een paar jaar ‘vaste kampeerders’ mogen noemen, is er een ten voeten uit. Nee, ik heb geen aandelen. Het is een bijzondere plek om jezelf te zijn, zonder poespas en met veel, heel veel hout. Plastic en kunststof? Nèh. Hooguit je werptentje. De focus ligt hier op dingen doen die met de natuur te maken hebben. Niet alleen voor fysiek-mentale mensen lekker, iedereen met een beetje ‘F’ kan hier z’n hart ophalen. Maar voor fysiek-mentaal is het echt thuiskomen. Een no nonsense natuurparadijs, gericht op praktische, efficiënte mensen die tot rust komen door met hun handen bezig te zijn en hier eindelijk hun never-ending to do lijst even kunnen loslaten. Hier hoor je weinig gepraat, los van de zinnen ‘Wat wil je nog meer, hè’, en ‘Mooi man’. En dan begrijp je elkaar gewoon. Niks meer aan doen. Ja, bier.
Zo komt Jasper dan het bos uit. All you need is een mes, touw, bijl, handzaag en werkhandschoenen.
2. Zelf doen
Verder met het sfeerbeeld. Er staan een paar Landrovers – daar later meer over – er is een trialbikeparcours (waar ’s avonds de jeugd in stilte oefent en hun kunsten vertoont) en een paar kano’s. Een hele plank opgezette dieren die je hier ook in levenden lijve tegenkomt. De campingwinkel ernaast is gewoon een verkapte outdoorshop, compleet met een balie gemaakt van een halve Landrover, met alles wat de praktisch ingestelde kampeerder zich maar kan wensen. En veel zakken hout, dus. Maar dat noemt men hier ‘lui hout’. Je zorgt hier gewoon zelf voor je vuur. De hele dag wordt in de uitgestrekte bossen (omgevallen) hout gesprokkeld en klinkt het geluid van bijlen op hakblokken om al dat hout tot keurige stapeltjes te verwerken voor ‘het vuurtje’. Hier geen luide gezelschapsspelletjes en gierende buren. Nee, hier wordt bij de tent houtsnijwerk geknutseld, zittend op een praktische -liefst zelfgebouwde- stoel met schapenvel. Worden pijl- en bogen, katapulten en bootjes gemaakt en uitgeprobeerd en pruttelt de koffie boven een knapperend vuur. De kinderen slijpen hun eigen kindermessen – op de enige juiste manier, want veiligheid boven alles -, zitten in de boom, gaan op zoek naar sprokkelhout of bouwen dammen in de rivier.
3.Rust Die is weldadig. Hier hoeft niks. Uiteraard, de meeste kampeerders hebben wel een planning, zoals om 07:00 uur in je eentje hardlopen, brooddeeg kneden of een vlonder bouwen, ofzo. Maar je hoeft niks met elkaar als je dat niet wilt. Je kunt de camping overlopen zonder dat je aangekeken -laat staan zomaar aangesproken- wordt. Dus voor mij, als emotioneel-fysieke kampeerder, was dit behoorlijk wennen. Maar inmiddels, na jaartje of 3, vind ik het een verademing. Want hier besef ik pas wat die constante neiging van mij om contact te maken eigenlijk van me vraagt. Hier weet ik dat het ook prima op prijs gesteld wordt als je niks zegt. Ik voel gewoon de opluchting van sommige mensen als ik bij toevallig oogcontact weer de andere kant op kijk. En zo kom ik ook een keer echt tot rust. Al voelt het soms een beetje contactgestoord, ja. Maar deze mensen zijn hier niet om te kletsen. Tenzij dat het doel is, natuurlijk. Dan kun je prima kletsen.
Je lacht je rot, het is mijn eigen fysiek-mentale Jasper die hier de nieuwe contacten legt. Ik niet. Die blijkt dan niet te zijn verzopen in het toilet maar gewoon bij een buurman -met bier- wat te keuvelen over de vordering van de bouwplannen voor onze blokhut. Het plichtplegerige ‘hoe is het’ wordt meestal overgeslagen, het blijft bij een ‘alles goed?’ ‘hm-hm’, al heb je elkaar een jaar niet gezien. Interessanter is waar je mee bezig bent.
Strategisch inpakken (en dus ook niks op de achterbank…)
4. Gear Het is gewoon een fysiek-mentaal soort gezelligheid. En die is als volgt te omschrijven. Er wordt gereedschap (bijlen, zagen, schragen, messen, etc.) aan elkaar uitgeleend. Nadat ‘new arrirvals’ eerst in alle rust hun degelijke canvastenten hebben kunnen uitstallen en het eerste biertje tevoorschijn komt – komt er eens een buurman of -vrouw aan – met een eigen drankje, want stel je voor dat je iets aangeboden krijgt… dat betekent dat je de duur van je bezoekje niet meer in eigen hand hebt en dat is niet de bedoeling. Morgen doen we dat misschien. Nee, eerst worden ingenieuze zelfgebouwde buitenkeukens, verstelbare driepoten, honden en -natuurlijk- Landrovers bewonderd en besproken. Hierna wordt de vliegvisgear uitgeschoven, gaan de vliegvisjassen met honderd handige zakken en lieslaarzen aan en kan er nog even een uurtje – liefst solitair – gevist worden in de avondschemering (Jasper vindt vissen niks, die hakt een oude boomstronk volledig uit z’n voegen en daarna gaat ‘ie op een stoel voor zich uit zitten staren. Hij krijgt er bij mijn vragende blik nog net uitgeperst: ‘en nu kunnen mijn hersenen pas…..’). Of wordt de olie vast in de Dutch oven gegoten voor het slow cooked eenpansgerecht van vanavond. Want tijd, dat heb je hier.
5. Structuur
De eigenaars, een praktisch ingesteld stel (fysiek-mentaal en fysiek-emotioneel is mijn sterke vermoeden), met hun eigen behoefte aan duidelijkheid in rust, ruimte en regelmaat, bepalen hoe het er hier aan toe gaat. Er mag veel, maar er zijn dus ook duidelijke regels. Het terrein -inclusief restaurantje- is alleen voor kampeerders. Dus wandelaars vissen achter het net. Niet gereserveerd in het drukke seizoen? Jammer. Afval netjes scheiden, de rust bewaren, niet kleddernat door het douchegebouw lopen, geen muziek en geen lawaai of hard praten na 22:00 uur. De rest van de regels staat onomwonden opgesomd op een A4-tje. Waar je bij overtreding ook duidelijk op aangesproken wordt. Wat krijg je ervoor terug? Juist. Rust in je hoofd. Voor de kampeerders dan, hè. Want in het hoogseizoen, als de eigenaars al een paar lange weken 24/7 hun benen uit hun lijf lopen op het terras, kun je merken hoe druk zij het hebben, en hoe dat aanpoten is, zo’n camping. De mate van spontaniteit, flexibiliteit en sociale interactie begint dan wat rafeltjes te vertonen. Dat kost dan extra moeite. En ik begrijp ze. Maar onderling met andere emotioneel gecentreerde kampeerders zoals ikzelf (want die zijn er natuurlijk ook, die komen verwonderd met hun houthakbehoeftige partners mee – en wij herkennen elkaar direct) worden wel eens wat wenkbrauwen opgetrokken over de bijzondere vorm van klantvriendelijkheid. Er wordt er zelfs wel eens gefluisterd ‘Je zou toch denken dat je het leuk vindt om met mensen om te gaan als je een camping runt’. Maar let op: dat zegt dus vooral iets over onze eigen behoefte aan persoonlijke connectie en een hartelijke ontvangst als je ergens geld uitgeeft. Het is dus maar vanuit welke hoek je kijkt. Want hier zit de klantvriendelijkheid in de ruimte die je krijgt om binnen duidelijk gestelde kaders helemaal je ding te doen in een fantastische omgeving. Het zit ‘m in de perfecte staat van de gebouwen en het materieel. De fietspomp / snoeischaar / vuurschaal die je altijd kunt lenen. In het uitstekend bijgehouden groen, maar niet te strak: de natuur heeft hier voorrang. Dat soort dingen zijn in een heleboel ogen veel nuttiger en dus belangrijker. En dat moet je wel willen zien. Prachtig vind ik dat. Als het bloody hot is komt de Landrover met brandweerspuit het water in: kinderen komen hier niets te kort. Voor hen is er een gratis avonturenboekje ‘alleen voor de serieuze avonturier’ te krijgen bij de receptie, met daarin hikes, puzzeltochten, natuurweetjes. Nooit zomaar een heel verhaal beginnen terwijl ze bezig zijn, maar een afspraak maken voor de volgende dag. Dan is er alle ruimte. En geef ze eens ongelijk. Daar kan ik echt wat van leren.
6. Community Het jaarlijkse Landroverweekend is net achter de rug. Een efficiënte, geoliede machine. Vanaf vrijdagmiddag komen ze het terrein op rollen en worden de terreinwagens (de een nog vollediger uitgerust dan de ander) met gepaste ruimte ertussen opgesteld. Uiteraard met de neus richting de weg. Dat is niet meer dan logisch. Dan wordt de ‘gear’ af- en uitgeladen. Ingenieuze daktenten met ladders, puur functioneel kampeermeubilair (en nooit meer stoelen dan het aantal kampeerders), hele keukenstellages met hufterproof buitenkookmateriaal in keurige transparante kratten, ijzeren flight cases met clubstickers. 1 theedoek. En een vuurschaal. Iedereen is druk in de weer, allemaal in outdoorkleding, compleet met Landroverweekend 2018-T-shirts* (vooraf besteld dus) en op verstandige schoenen (ik: slippers). Op zaterdagochtend worden er na een collectief clubontbijt onder grote tarpen zonder veel gepraat en netjes in de rij stoere autofoto’s gemaakt, allen voorzien van speciale LR18-rally-platen. Hierna begint het gevroemmmm, en start dé Landroverrit, oftewel een ‘bolletje-pijltje-tocht’. Vraag me niet wat het is. Jasper lacht me dus gewoon uit. Het is mij een raadsel, dit evenement. Wij, als ‘vaste gasten’, vallen hier totaal buiten. Maar met een Landrover zouden we er meteen bij horen. Want dat is hier het hogere doel: het groepsgevoel. Ik zie die man van mij wel lonken, hoor. Zucht.
*Ik: ‘Ik begrijp niet wat nou de lol is van allemaal diezelfde t-shirtjes’. Jasper: ‘Hoezo? Je doet het samen of je doet het niet’. Tja.
Fysiek-mentale humor:
“Als mijn kinderen iets willen weten van me, zeggen ze tegenwoordig bij voorbaat al ‘Pa, doe maar het 5-, 10- of 30-minuten antwoord’.
Anders ben ik een uur aan het woord en dan waren ze alleen maar benieuwd hoe laat het was.”
Mensen met de fysiek-mentale persoonlijkheidsdynamiek zijn de praktische, resultaatgerichte, strategische probleemoplossers onder ons, uitstekende planners ook.Ze werken vanuit de praktijk en zijn met een kritisch oog voor bruikbaarheid gericht op doelen, structuren en efficiency. Ze zijn van nature bezig met het strategisch uitvoeren van hun plannen, die meestal tot doel hebben om processen beter te laten functioneren. Voor zichzelf, maar zeker ook voor andere betrokkenen. Ze zijn van nature minder gericht op gevoelens en persoonlijke connectie met mensen. Net zoals iedere persoonlijkheidsdynamiek een specifieke ontwikkelrichting heeft, is het ontwikkelen van flexibiliteit en aandacht voor de beleving van anderen een uitdaging voor deze dynamiek.
P.S. Lang verhaal? Ga jij maar eens een tijdje fysiek kamperen, dan kunnen ook jouw verhalen niet meer kort.
Wil je weten wat wij allemaal doen met verschillen in ons werk als (team)coach en trainer in het onderwijs en bedrijfsleven? Check it out opwww.verschilspecialisten.nl(of bel/mail ons gewoon even).
Onze zoon, bijna 13 jaar, zijn leven bestaat vooral uit Instagram, Minecraft, Fortnite. Oh ja, naast zijn bestaan in het cellencomplex waar hij elke dag naar toe moet (mam, als je het goed beschouwt, is de school gewoon een cellencomplex hè!…). Heb je een beetje een beeld inmiddels?
Een gesprekje met mijn zoon op een doordeweekse dag in juni
Een van de genietmomenten (over het algemeen dan ;-)) is dat we doordeweeks met z’n allen aan tafel ontbijten. Deze zonnige dag was Pascal al op pad, dus had ik dit ritueel met de kids, met een gesprek dat als volgt verliep:
Zoon:
‘Mam, ik heb echt weer zin in de wintersport’
Ik:
‘Leuk, dat duurt nog wel even. Ik heb je wel een app gestuurd om in de zomer skilessen op de borstelbaan te nemen. Dat is tenminste wat sneller dan de skivakantie’
Zoon:
‘Oh ja? Wanneer heb je dat gestuurd?’
Ik:
‘In de meivakantie toen je aan het vissen was’
Zoon:
‘Oh, dat lees ik niet hoor. Als mensen me willen spreken of iets tegen me willen zeggen, moeten ze dat gewoon rechtstreeks doen’
Ik:
Inwendig moet ik grinniken en zei: ‘papa vindt WhatsApp ook geen communicatiemiddel’. *
Zoon:
‘Ik dus OOK niet!’, zei hij vervolgens uit de grond van zijn hart, met zelfs zijn hand op zijn hart. ‘Ik gebruik die app ook niet, alleen die spam-appgroep uit mijn klas scroll ik af en toe door, maar ik reageer nergens op.’
* Niet zo lang geleden kreeg ik vanuit verschillende hoeken (vrienden, familie) weer eens de reactie (ja, dat was niet de eerste keer): ‘Jouw man reageert ook nooit op de app’. Nu is dit voor mij overigens geen nieuws hoor. Wij hebben thuis altijd het grapje dat als ik een app van Pascal krijg of als hij me belt, er iets aan de hand is. Maar goed, later gaf ik hem dit terug, waarop hij reageerde: ‘Voor mij is WhatsApp ook geen communicatiemiddel, ik kan daar niks mee’. Zo vader, zo zoon. 😉
Die avond
Tja, je bent coach of niet, sorry hiervoor. Moest ik dit natuurlijk toch eens duidelijk krijgen met man en zoonlief. En stelde ik vervolgens de vraag: ‘ Op welke manier moet ik dan iets in de app zetten om wel antwoord te krijgen?’. Waarop unaniem het antwoord kwam: ‘Niet dus’. Goed, terug in mijn hok. Laat ik nou net die app superhandig en praktisch vinden. Ik gebruik de app juist om iets in de ether te slingeren, zodat het uit mijn systeem is. Blijkt dat het in de gevallen richting mijn man en zoon, wel uit mijn systeem is, maar dat het helemaal niet in een ander systeem is gekomen ;-).
Kijk, dat verklaart een hoop!
Communicatie, hoe zit dat nu toch?
Ach, we weten natuurlijk allemaal dat we verschillende behoeften hebben als het gaat over communicatie. Niet gezegd dat dit daarom dus makkelijk is, zo blijkt maar weer uit bovenstaande. Om een klein beetje helderheid te scheppen, hierbij een (op Human Dynamics gebaseerd) overzicht om de communicatie een stapje verder te helpen. De communicatiebehoeften van mijn zoon en man (mentaal–fysiek) en mijn behoefte (emotioneel–fysiek), zijn dus heel verschillend…. Wat helpt jou het meest? Laat het vooral even weten.
Dit moet je van me weten in communicatie
* Ah, de manier waarop ik de app gebruik past hier niet zo lekker bij 😉
De reactie van mijn zoon
Toen mijn zoon lucht kreeg van dit blog, was zijn reactie: ‘mam, dit is gewoon privacyschending’ ;-). Op de vraag of ik het goed kon maken door zijn Instagramaccount door jullie te laten liken (‘zoon, weet dat dit blog wel door bijna 1000 mensen gelezen wordt hè’ – hij zou zomaar in een keer zijn Insta-doel bereikt kunnen hebben) was zijn reactie: ‘Echt niet, ik voeg alleen mensen toe die ik ken’.
O.k., I’ve got it, maar toch bedankt zoon, dat ik dit voorbeeld mocht gebruiken!
Ok, dan gaat dit blog toch eindelijk over ons cluppie, mijn geweldige (tennis)vriendinnenclub van vijf. Want, ja ook wij verschillen van elkaar, dat blijkt wel weer.
Etentje Stel je voor. Zaterdagavond, een gezellige thema wijnavond met ons cluppie en de mannen. We zitten met z’n allen gezellig te eten, stikt 1 van je vriendinnen bijna in een stukje biefstuk (eland, sorry). Zo bizar! Gelukkig traden een paar vriendinnen kordaat op, waardoor de avond een gezellig vervolg kreeg.
Evalueren Een paar dagen later met elkaar op naar de bioscoop, een mooi moment om dit nog eens rustig in de auto te evalueren. De vraag aan een ieder was: Hoe heb jij dit in de dagen daarna beleefd?
Vriendin 1: Nou, ik dacht vooral, ik moet mijn EHBO weer eens opfrissen.
Vriendin 2: Ik heb het in de dagen daarna vooral veel gedeeld met anderen, dat helpt altijd.
Vriendin 3: We hebben het er die avond met elkaar nog over gehad, dat was voor mij genoeg. Bovendien was ik zondag druk, had ik er misschien in mijn hoofd ook geen ruimte voor.
Vriendin 4 (van de biefstuk): De dagen daarna drong het eigenlijk pas echt tot me door, vooral toen ik het deelde met anderen en hun reactie hierop merkte.
Vriendin 5 (dat ben ik): Ik sluit me aan bij vriendin 2 en als ik eraan dacht emotioneerde het me behoorlijk.
Heerlijk toch, de verschillende manieren waarop je gebeurtenissen verwerkt en wat je er vervolgens mee doet? In de praktijk is dit soms best eens lastig. Er is geen goed of fout, maar het is wel anders. Zo krijg ik van mijn lieve man (mentaal–fysiek) in een discussie weleens het verwijt: ‘jij hebt je feiten niet op orde’ ?. Nee, dat klopt, maar voor mij is mijn gevoel een feit ?. Wie herkent dit?
Voor de insiders Bij welke dynamiek vind je deze typische uitspraken het meeste passen? Welnu, hier dan het antwoord:
V1: fysiek-mentaal
V2: emotioneel-fysiek
V3: fysiek-emotioneel
V4: emotioneel-fysiek
V5: emotioneel-fysiek
Tijdens een weekend weg hebben mijn vriendinnen zelf ontdekt en geanalyseerd in welke dynamiek zij zich herkennen. Geen sticker van mij dus, maar zo waardevol in onze vriendschap om dit soort verschillen van elkaar te weten en dit ook echt te begrijpen. Dit gun ik iedereen.
Competitie Ok, nog een voorbeeld hoe deze verschillen werken in ons competitieteam. V3 bedenkt op tijd dat we ons moeten inschrijven, zij verzorgt dit en regelt ook altijd het speelschema. Zij weet ook als geen ander bij welke club we al hebben gespeeld, zij herkent de tegenstanders en weet ook altijd precies de stand in elke game (heel handig, want zij is mijn dubbelpartner ?). Ze is onze betrouwbare rots in de branding. V1 is de meest praktische van ons, zij zoekt de nodige informatie op en bedenkt hoe lang we erover rijden. Ze is onze praktische oplosser en hakt knopen door. V4 is onze Brabo en EF-er, zij zorgt voor de goede sfeer met de tegenstanders en legt ook met andere teams gezellige contacten. V5 (ik dus) moet even een knop omzetten en doe met haar mee. En V3 kijkt het even aan, maakt grappen, port en prikt wat en komt behoorlijk assertief uit de hoek. Deze laatste drie zou je de warme verbinders kunnen noemen.
Ik ben benieuwd: hoe werken deze verschillen in jouw vriendenclub? Hieronder in een tabel een geheugensteuntje.
Lieve meiden, bedankt voor jullie vriendschap en inspiratie om dit blog te schrijven, viel het mee?
Hoe werkt het geheugen bij de verschillende dynamieken?
Wat vond jij toen je klein was het belangrijkste als je vrienden wilde maken? Waar hecht jij ook nu nog belang aan als je met iemand connectie maakt?
Gezellig en persoonlijk contact?
Een prettige verstandhouding op basis van wederzijdse waardering?
Samen in beweging zijn, activiteiten doen (praten komt later)?
Ja, drie opties. Denk daar vast eens over na.
‘Joh, ga gewoon lekker meespelen, ze bijten niet!’ ‘Dat is toch niet zo erg als je iemand niet kunt verstaan?’ Poeh. Wel erg. De ‘kinderen zijn zo makkelijk in vrienden maken’-vlieger gaat maar voor een klein aantal kinderen op. Weet jij nog hoe jij vrienden maakte? Ik wel. Daar stond ik dan, paps en mams die de tent op proberen te zetten (die zijn nog lang niet klaar). Ik en mijn broertje (te klein, te saai), overgeleverd aan de vriendschapsgoden. Ik loop schuchter en lekker nep-laconiek in een straal van 50 meter rondom ‘onze plek’ met weinig succes steentjes weg te schoppen, intussen oogcontact zoekend met de buren en verlegen weer wegkijkend. In de vurige hoop dat er ergens een leuk meisje van mijn leeftijd haar hoofd uit een tent steekt en naar me lacht met een uitnodigende blik: ‘Hallo! Wil je met me spelen?’ Groeiend ongemak, ja, doffe pijn in mijn buik als dat moment niet komt. Durf ik naar ‘het veldje’ te gaan, waar we net langs reden? Met al die rennende kinderen die elkaar allemaal al kennen? Mmmmmmmiscchien morgen. Of als mijn vader meegaat. Zucht. Dan ga ik nu die stomme tekening wel afmaken in de auto. Met de deur open, voor het geval dat dat meisje toch nog komt… want anders durft ze misschien wel niet hallo te zeggen.
Relationeel: persoonlijke verbinding Ik hou mezelf voor dat ik altijd zo makkelijk was in contact leggen als nu. Voor wie mij kent: ik heb de emotioneel-fysieke dynamiek: die van de ‘warme verbinder’. Maar contactgericht zijn betekent niet dat ik er altijd al zo bedreven in ben geweest om mensen aan te spreken. Het zegt eigenlijk alleen maar dat ik heel veel behoefte heb aan persoonlijke connectie. Hoe die connectie tot stand komt, of uitblijft, of –stel je voor!- verbroken wordt wanneer ik het niet verwacht… dat is dus die buikpijn. Het moet ontstaan, en tot die tijd is het uithouden. Zoeken in niemandsland. Forceren doen we al helemaal niet, want dan is het te ‘gemaakt’. Want wat denkt die ander dan wel niet van mij. Hoe lekker ik me voel bij contact leggen hangt dus wel af van de ‘juiste’ voorwaarden. Aan de andere kant: wanneer iemand voelbaar om contact verlegen zit ben ik de eerste die ‘het nieuwe meisje in de straat’ aan een lief bedoeld kruisverhoor onderwerpt: ‘Hoe heet jij…? Wat heb jij…? Waar woon jij…? Wat doe jij?’ Vanaf dat moment waren we –tot op de dag van vandaag– onafscheidelijk.
Auw…
Ik kwam tot deze conclusie nadat ik deze vakantie met grote bewondering heb gekeken naar hoe kinderen ‘dat doen’. Mijn dochter Saar, die zó op mij lijkt, en kinderen met een andere aanvliegroute. Zó’n verschil in focus en behoeften. Dat leidt dus ook echt tot heel andere manieren waarop vriendschappen tot stand komen en inhoud gegeven worden. Saar had deze zomer het ultieme geluk dat twee van haar beste vriendinnen (die ze ‘buurzusjes’ noemt) om de beurt mee mochten naar onze vaste stek in op de camping in de Ardennen. Ha! Op vriendjesgebied twee weken ‘kat in het bakkie’. Maar die derde week… na een hartverscheurend afscheid was die stoere meid veranderd in een zielig vogeltje. De bekende overbuurmeisjes waren er niet, en als je al die tijd alleen als twee-eenheid over de camping hebt gestruind, wat moet je dan? ‘Mama, ik wil zo graag een vriendin. Ga je met me mee? Blijf je bij me? Neeeeee, niet weggaan! Ik durf niet. Straks zeggen ze nee.’ Als ze vervolgens door een groter meisje aan de hand genomen wordt om mee te doen met verstoppertje, dan stráált ze. Haar moeder nodigt haar uit om in de tent te komen spelen, en dan is het hek helemaal van de dam. ‘Ga maar hoor mam!’ fluistert ze me toe. ‘Toen ze me vroeg of ik wilde komen kletsen mama, dat vond ik het fijnst!’ ’s Ochtends is het eerste wat ze wil ‘naar dat lieve meisje toe’. Het verdriet is ondenkbaar groot als het meisje haar kleine stalker uiteindelijk maar eerlijk opbiecht dat Saar te klein is. Het contact wordt, terwijl ze wagenwijd openstond, met een paar woorden afgekapt. De rest van de week is ze op haar hoede, en maakt ze ‘saaie’ tekeningen bij mij aan tafel. Zo is het leven, maar oh, wat voel ik haar.
Fysiek: samen dóen Natuurlijk heb ik ook Saar’s fysiek-mentale vriendinnetje (de ‘strategische oplossers’ onder ons) gevraagd naar haar behoeftes in vriendschap. Zij vindt het het fijnst als kinderen (liefst 1 of 2) haar vragen of ze ergens aan mee wil doen, buiten. Het sleutelwoord hier is ‘samen doen’. Van daaruit kan er langzaam meer persoonlijk contact worden gelegd, maar dat is helemaal niet per sé noodzakelijk. Wel vormen fysiek-mentale kinderen door het samen doen vaak vriendschappen voor het leven, waar het als belangrijk wordt ervaren dat vrienden ‘authentiek’ en net zo trouw zijn en afspraken nakomen. Praten over gevoelens en gedachten is geen eerste behoefte: er moet echt ruimte voor worden gemaakt in hun hoofd (en in hun planning).
Sociale vaardigheden in ontwikkeling Als je iets weet over het zogeheten ‘derde principe’, dan weet je dat iedereen tegen een specifieke set uitdagingen aanloopt. Bij fysiek-mentale en mentaal-fysieke mensen zijn dat uitdagingen op het contactuele vlak. Uiten van gevoelens, contact maken, etc. Mooie ontwikkeling is dat Helga en ik tegenwoordig steeds meer kinderen met de fysiek-mentale en mentaal-fysieke dynamiek zien die zich sociaal veel makkelijker bewegen dan de ‘oudere’ generatie. Niet zo gek als je je bedenkt dat de huidige generatie van jongs af aan vaker uitgedaagd wordt om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen, samen te werken. Dit heeft zijn weerslag op de mate waarin de sociale flexibiliteit geoefend wordt. Vroeger waren de scholen een oase voor deze kinderen. Stilte, orde, overzicht, regels en regelmaat, luisteren, tafeltjes in een rijtje. Maar ze werden ook niet uitgedaagd om zich op sociaal vlak te ontwikkelen. Dat kwam later pas, als ze een vriendje of vriendinnetje kregen 😉
Mentaal: een goede verstandhouding En ook al heb je al veel geleerd in het contact maken en persoonlijk zijn met anderen, de natuurlijke focus op logica en overzichtelijkheid verandert daarmee niet. Ook dat zie je terug in vriendschappen. Helga’s zoon – mentaal-fysieke dynamiek: ‘de objectieve visiemaker’ – heeft op vakantie altijd twee dingen nodig om vrienden te maken. Zijn voetbal en een voetbalveld. Hij heeft op die manier in no time een groep verzameld waarmee hij hele dagen door kan brengen. Lekker je eigen ding doen met gelijkgestemden. En wanneer hij hoort dat de voetbalmaatjes over een paar dagen weer gaan vertrekken, dan zoekt hij ze al snel niet meer op. Niet omdat hij het naderende afscheid moeilijk vindt. Nee, hij wil gewoon voetballen, en dus verlegt zijn focus dan alvast naar andere potentiële voetbalmaatjes. Geweldig toch?
Verschillen in je gezin Wist je dat de meesten van ons dezelfde persoonlijkheidsdynamiek hebben als een van hun ouders? Dat verklaart ook mede waarom kinderen in een gezin soms zo ongelooflijk verschillend zijn. Bijvoorbeeld in de contactbehoefte. Ik zie het bij vriendinnen met een fysiek-mentale of mentaal-fysieke partner én idem kind. Contact en verbinding ziet er dan heel anders uit dan wat jij misschien op dat vlak verwacht (lees: nodig hebt). ‘Hij vertelt nooit wat uit zichzelf. En als ik hem dan vraag naar hoe hij zich voelt dan haalt ‘ie z’n schouders op. Ik weet helemaal niet wat het nou echt met ‘m doet.’ Of misschien heb je een kind dat juist heel graag, veel en vaak wil praten over zijn of haar gevoel, en is dat niet jouw sterkste punt om daar ruimte voor te bieden. Hoe dan ook, het is soms verrekte moeilijk om jouw eigen kwaliteiten en ontwikkelpunten los te zien van de wensen en hoop die je hebt voor je kind(eren). Zoals inderdaad het ontwikkelen van het relationele stuk wanneer ze dat niet van nature lijken te doen. De verleiding is groot om hen constant te bevragen op hun gevoelens en emoties (want je gunt het ze ook, hè). Logisch, ook. Maar dat soort ontwikkeling heeft jaren, soms decennia nodig. En heus, ze komen er wel. Trust the process. Het is al fantastisch als ze een ouder hebben die hen kennis laat maken met een andere werkelijkheid. Voer voor een volgend blog… 😉
Dat brengt me op een idee: heb je een vraag of valt je iets op over verschillen in jouw klas, je gezin, je relaties, en wil je daar wel eens in de vorm van een blog meer over lezen? Laat een reactie achter of mail me even: mara@verschilspecialisten.nl.
Om handen en voeten te geven aan onze ideeën hebben we, Mara en ik, ons een weekend op een woonboot opgesloten. Heel vervelend ;-). Teksten schrijven voor onze nieuwe site verschilspecialisten.nl (nog even geduld, bijna live), visie schrijven, missie verwoorden en verbeelden, brainstormen over een inspirerende gadget, visitekaartje, nieuwe banners, filmpje maken… Tot zo ver heerlijk!
Druk op de ketel
Toen kwamen de uren dat we ‘echt aan het werk moesten‘. Feedback geven op de website, teksten schrijven, een slogan verwoorden. Aan onze ideeënstroom ligt het niet, maar we lopen vast op hetzelfde: we hebben niet het perfecte antwoord (oh ja, ook zo’n ding, het kan altijd leuker en beter). Het gevolg? Het werk schiet voor geen meter op, de tijd tikt weg, irritatie ligt op de loer. In samenwerking is het vaak irritant als je elkaar niet begrijpt, maar minstens zo irritant is het als je samen niet verder komt, dat hadden wij dus ;-). En dan is het wel makkelijk om je te ergeren aan de ander, terwijl je zelf op precies hetzelfde vlak ook tekort schiet. Of positiever gezegd, je kwaliteiten op een ander vlak liggen.
Afstand
Maar een wijntje, een nacht slapen en dus even afstand nemen doet wonderen. Gelukkig realiseren we ons dat het geen zin heeft om zo verder te gaan (ja, ja) en hebben we onze werkzaamheden gesplitst. Over het algemeen zitten we op één lijn, dus dat geeft vertrouwen. Aangezien Mara meer van de creatie is en ik iets meer praktisch ben ingesteld, raad je al hoe de rolverdeling de volgende dag is ;-). Mara aan de slag met een gadget en visitekaartje, ik dus verder met die site. Zo, allebei weer blij.
Samenwerken
Samenwerken. Echt zo’n ding dat heel goed kan gaan, maar ook heel frustrerend kan zijn. Wat ons heeft geholpen is dat we weten op welk vlak onze ontwikkeling ligt. In de praktijk is dit best conflicterend: om verder te komen, moeten wij afstand nemen (wat is belangrijk, beslissen op hoofdlijnen, objectiviteit aanbrengen, verantwoordelijkheid op de juiste plek), terwijl we ook dingen af willen krijgen. Dus nee, die afstand creëren lukt ons echt niet gelijk. Bovendien moet je dan eerst hardop aangeven dat het proces frustreert en dat doen we ook niet graag. Voor de insiders: we herkennen ons in de emotioneel–fysieke dynamiek. We hebben dus veel nieuwe ideeën, zijn creatief, zijn praktisch ingesteld, maken graag dingen (mooi) af en we vinden een goede relatie ook belangrijk.
Ontwikkeling
Om een samenwerking of jezelf in een stresssituatie verder te brengen helpt het om jezelf vragen te stellen die horen bij de groep kwaliteiten waarover je van nature minder beschikt, je ‘derde principe’. Bij ons is dit duidelijk de eerste groep, mentale kwaliteiten. Die andere 2 groepen zetten we van nature in. Wat helpt jou verder in zo’n proces? Is dat het bewust ‘aanzetten’ en inzetten van mentale, emotionele of fysieke kwaliteiten? Ik ben benieuwd!
‘Ik ben daar een beetje autistisch in’. Ik kan zo een handvol mensen opnoemen die dat regelmatig roepen. Sommigen als grapje, anderen bloedserieus. Ik ben dan ook benieuwd hoe jij jezelf ‘scoort’ op de bekendste kenmerken van autisme. En kijk vooral ook eens naar hoe je vroeger als kind was. Komt ‘ie.
Moeite met contact maken
Realiseert zich vaak niet wat de drijfveren van de ander zijn, weinig inlevingsvermogen
Er valt weinig emotie van het gezicht af te lezen
Minder sterk in het aangaan en onderhouden van vriendschappen en relaties
Houdt niet van geklets over ditjes-en-datjes, beperkt communicatie tot essentie / doel
Hoort niet altijd alles wat er gezegd wordt en vergeet dingen die de interesse niet hebben
Sterke behoefte aan routine en regelmaat
Sterk vasthoudend aan eigen planning, raakt van slag als deze door anderen verstoord wordt
Brengt graag veel tijd alleen door
Kan helemaal opgaan in een bepaalde activiteit of hobby, op het obsessieve af
Herken je jezelf in meer dan 5 punten? Of iemand uit je omgeving? En ben je dan ook meteen een autist…? Dat dacht ik dus niet. Want deze schijnbare ’tekortkomingen’ zijn heel herkenbaar voor mensen met een fysiek-mentale en mentaal-fysieke persoonlijkheidsdynamiek. Zeker wanneer het emotionele (relationele) principe relatief onderontwikkeld is, bijvoorbeeld omdat iemand nog jong is, is er nog weinig balans in de dynamiek. Dus wanneer je van nature minder sterk bent in relationele vaardigheden, zijn deze kenmerken niet meteen iets om je zorgen over te maken. Het kan namelijk ook gewoon zijn dat bij jou het emotionele principe op de derde plek staat en dus je ontwikkelrichting is. Sterker nog, het zijn – okee, in het contact met anderen soms wat onhandige – verschijningsvormen van hartstikke waardevolle kwaliteiten. Zoals doelgerichtheid, structuur, efficiëntie, focus. Vooropgesteld: ik betwist het bestaan van autisme als ontwikkelingsstoornis niet. Wat ik wel denk, en zie in de praktijk, is dat er behoorlijk aantal kinderen onterecht met een stempel ‘stoornis in het autistisch spectrum’ (ASS) rondlopen. Of mensen die zich ‘enigszins autistisch’ voelen omdat ze dat wel eens van anderen horen.
Philips en de liefde voor techniek ‘‘Autisme komt bij kinderen in de regio Eindhoven opvallend vaak voor. Dit blijkt uit onderzoek van de universiteit van Cambridge (Baron-Cohen, 2011). Kinderen in Eindhoven en omgeving lijden volgens de Britse onderzoekers drie tot vier keer zo vaak aan autisme als leeftijdsgenoten in de omgeving van Haarlem en Utrecht*.’’
Baron-Cohen verklaart dit zo. ‘Mensen die goed zijn in een technisch beroep, scoren meestal hoger op een karaktertrek die hij systeemdenken noemt. Systeemdenkers houden van logisch redeneren en zijn meer rationeel dan emotioneel en empathisch. Allemaal trekjes die iemand met autisme ook heeft.’
Dankzij Philips trekken er al sinds 1891 mensen met een technische achtergrond naar Eindhoven. In de stad heeft dan ook dertig procent van de banen iets te maken met techniek, en de regio werd door een internationale denktank uitgeroepen tot de slimste regio ter wereld. Niet zo vreemd dat er een opvallend hoge concentratie ‘systeemdenkers’ te vinden is.
Voor de Human Dynamics-kenners onder ons: systeemdenken – het ‘denken in gehelen’ – is een typische kwaliteit van het fysieke principe. Logisch kunnen redeneren is een kwaliteit van het mentale principe. Zouden sommige autistische kenmerken niet een kwestie van ‘gewoon weinig E’ kunnen zijn? Dat houdt mij dus bezig.
1 + 1 = 3(e principe)?
Okee. Stel nou dat je ouders – beide met de fysiek-mentale dynamiek, meestal geen typische ‘kroegtijgers’ – elkaar ontmoet hebben op de Technische Universiteit. Of in het lab bij Philips. Dan is het aannemelijk dat je als kind niet alleen dezelfde dynamiek hebt**, maar van huis uit ook minder hebt meegekregen van het emotionele principe. Aspecten van jouw 3e, van nature minder ontwikkelde principe, waarvoor je extra moeite moet blijven doen in je leven. Net als je beide ouders. Dingen als contact maken en onderhouden, over je gevoelens praten, flexibel zijn bij veranderingen, verbinden van mensen zijn dan geen dagelijkse kost voor je. En wanneer er hierop in je gezin ook weinig beroep wordt gedaan, puur omdat de natuurlijke focus en behoefte niet bij aspecten van het emotionele principe ligt, duurt het nog langer voordat je je zult ontwikkelen op dit gebied. Helemaal niks mis mee, iedere persoonlijkheidsdynamiek heeft een groeirichting. Maar een kind met ‘autistische kenmerken’ komt dus niet uit de lucht vallen.
Tegenwoordig zijn de verwachtingen hoog als het gaat om sociale en samenwerkingsvaardigheden. Als mentaal-fysiek of fysiek-mentaal kind, en zeker als je nog weinig vlieguren hebt gemaakt in de ontwikkeling van je 3e principe (emotioneel), zal het niet meevallen om te kunnen voldoen aan deze verwachtingen.
Wil jij hierover meepraten? Onderaan dit bericht kun je je reactie kwijt. Dank!
* De onderzoekers bestudeerden in totaal 62.000 kinderen. Ze vergeleken het aantal kinderen met autisme in Eindhoven met het aantal kinderen met autisme in Utrecht en Haarlem. Ze ontdekten dat in Eindhoven vier keer meer kinderen met autisme voorkomen. De onderzoekers keken ook naar het aantal kinderen met ADHD en dyspraxie. Dit bleek zowel in Utrecht, Haarlem als Eindhoven even vaak voor te komen.
** Human Dynamics-grondleggers Sandra Seagal en David Horne hebben sterke bewijzen gevonden dat een persoonlijkheidsdynamiek aangeboren is. Sterker nog: het is bij sommige baby’s al te zien. In mate van oogcontact, behoefte aan fysiek contact, etc. Er is ook ‘vintage’ videomateriaal waarop je prachtig het verschil in focus kunt zien tussen een fysiek-mentale en een emotioneel-fysieke baby, om een voorbeeld te noemen. Nog interessanter wordt het als je weet dat een persoonlijkheidsdynamiek genetisch bepaald is. Soms slaat een persoonlijkheidsdynamiek een generatie over, maar over het algemeen zul je de dynamiek van een van je ouders hebben.