Al je teamleden in de startblokken met de juiste voorinformatie

Door Mara Lammertzen

Wist je dat jij de veranderbereidheid van mensen kunt beïnvloeden door hen op een andere manier te informeren? Zodat je tegemoet komt aan verschillende behoeften? Tijd voor een paar superpraktische tips om je informatieverstrekking te upgraden.

Stel, je wilt je team informeren over een teamdag, een training, een ophanden zijnde organisatieverandering, etc. Hoe zorg jij ervoor dat zoveel mogelijk mensen bij zichzelf denken: ‘okee, ik begrijp het, daar kan ik wel wat mee’? Doe jij dat op een voor iedereen heldere manier? En WAT vertel je eigenlijk precies om mensen met verschillende informatiebehoeften te helpen aanhaken?

Wees afhaken voor!
Waarschijnlijk noem je in ieder geval een aantal argumenten die jijzelf – in hun positie – nodig zou hebben om je te overtuigen of ontvankelijk te maken voor een plan. Maar met het gedachtegoed van Human Dynamics weten we dat de ene persoon, bewust danwel onbewust, fundamenteel andere informatie nodig heeft om een op handen zijnde verandering te kunnen omarmen dan de ander. Weet jij wie van je teamleden makkelijk aanhaakt bij jouw aanpak, en bij wie je het risico loopt op vroegtijdig afhaken?

Verschillende motivatiesleutels
Feit: er ligt een standaard setje motivatiesleutels voor het oprapen, die je kunt inzetten om mensen makkelijker te helpen aanhaken. Als je slim bent, en dat ben je, dan zorg je dat je zo snel mogelijk aansluit bij verschillende informatiebehoeften. En dat kan ook zonder dat je iedereen persoonlijk hoeft aan te spreken. Je moet alleen even weten hoe je met één bericht tegemoet komt aan de informatiebehoefte van ieder teamlid. Komt ‘ie:

  1. Stuur altijd voorinformatie met een globaal programma. Mensen met een mentale aanvliegroute bereiden zich graag inhoudelijk voor. Zorg ook voor een artikel of andere achtergrondinformatie voor wie daar behoefte aan heeft.
  2. Zorg voor een bondige, gestructureerde tekst die antwoord geeft op de volgende punten:
    • WAT gaan we doen, wanneer, waar?
    • WAAROM gaan we dit doen? Wat maakt dat dit belangrijk is op de lange(re) termijn? (mentale informatiebehoefte)
    • WAARTOE: wat gaat het opleveren? Wat kunnen we er praktisch mee? (fysieke informatiebehoefte)
    • HOE en WAAROM ZO: In welke werkvorm en met wie gaan we aan de slag? En waarom kies je daarvoor? Wat hoop jij als organisator zelf dat er gebeurt? En wat zou je willen voor de groep? (emotionele informatiebehoefte)
  3. Geef mensen de kans te reageren. Bied de mogelijkheid om ideeën, vragen en opmerkingen alvast te melden – bijvoorbeeld via een online reactieformulier – en beantwoord ze indien nodig vooraf.

More = less
Als je nu denkt: pff, wat een werk, dat hoeft toch niet zo uitgebreid? Dan zegt dat waarschijnlijk vooral iets over jouw eigen behoefte (een gokje: je houdt van een beetje tempo, stapt makkelijk in iets nieuws en bent van het type ‘just do it’?). Hoe dan ook: probeer het gewoon ’s uit. Het gaat je namelijk heel veel tijd en energie opleveren omdat mensen met dit kader sneller inzien:

  • wat er op stapel staat,
  • waarom dit van belang is,
  • wat het op gaat leveren en
  • wat hun rol daarin kan zijn, samen met jou.

En die kans wil je niet missen!

Een masterclass Human Dynamics©: iets voor jouw team?
Het is -en ik spreek uit ervaring- fantastisch als je weet hoe je pro-actief kunt inspelen op verschillende ‘aan-knoppen’ die mensen helpen om te kunnen bewegen. Als jij dat ook wilt voor jou en je team, vraag dan eens naar onze in-company kennismakingsworkshops en Masterclasses Human Dynamics©, al dan niet als onderdeel van een teamontwikkelingstraject. Een feest van (h)erkenning en een prachtig aanknopingspunt voor een waardevolle en oordeelvrije manier van werken met elkaars verschillen.

Samenwerken, leuk of frustrerend?

Door Helga van der Hart

Om handen en voeten te geven aan onze ideeën hebben we, Mara en ik, ons een weekend op een woonboot opgesloten. Heel vervelend ;-). Teksten schrijven voor onze nieuwe site verschilspecialisten.nl (nog even geduld, bijna live), visie schrijven, missie verwoorden en verbeelden, brainstormen over een inspirerende gadget, visitekaartje, nieuwe banners, filmpje maken… Tot zo ver heerlijk!

Druk op de ketel
Toen kwamen de uren dat we ‘echt aan het werk moesten‘. Feedback geven op de website, teksten schrijven, een slogan verwoorden. Aan onze ideeënstroom ligt het niet, maar we lopen vast op hetzelfde: we hebben niet het perfecte antwoord (oh ja, ook zo’n ding, het kan altijd leuker en beter). Het gevolg? Het werk schiet voor geen meter op, de tijd tikt weg, irritatie ligt op de loer. In samenwerking is het vaak irritant als je elkaar niet begrijpt, maar minstens zo irritant is het als je samen niet verder komt, dat hadden wij dus ;-). En dan is het wel makkelijk om je te ergeren aan de ander, terwijl je zelf op precies hetzelfde vlak ook tekort schiet. Of positiever gezegd, je kwaliteiten op een ander vlak liggen.

Afstand
Maar een wijntje, een nacht slapen en dus even afstand nemen doet wonderen. Gelukkig realiseren we ons dat het geen zin heeft om zo verder te gaan (ja, ja) en hebben we onze werkzaamheden gesplitst. Over het algemeen zitten we op één lijn, dus dat geeft vertrouwen. Aangezien Mara meer van de creatie is en ik iets meer praktisch ben ingesteld, raad je al hoe de rolverdeling de volgende dag is ;-). Mara aan de slag met een gadget en visitekaartje, ik dus verder met die site. Zo, allebei weer blij.

Samenwerken
Samenwerken. Echt zo’n ding dat heel goed kan gaan, maar ook heel frustrerend kan zijn. Wat ons heeft geholpen is dat we weten  op welk vlak onze ontwikkeling ligt. In de praktijk is dit best conflicterend: om verder te komen, moeten wij afstand nemen (wat is belangrijk, beslissen op hoofdlijnen, objectiviteit aanbrengen, verantwoordelijkheid op de juiste plek), terwijl we ook dingen af willen krijgen. Dus nee, die afstand creëren lukt ons echt niet gelijk. Bovendien moet je dan eerst hardop aangeven dat het proces frustreert en dat doen we ook niet graag. Voor de insiders: we herkennen ons in de emotioneel–fysieke dynamiek. We hebben dus veel nieuwe ideeën, zijn creatief, zijn praktisch ingesteld, maken graag dingen (mooi) af en we vinden een goede relatie ook belangrijk.

Ontwikkeling
Om een samenwerking of jezelf in een stresssituatie verder te brengen helpt het om jezelf vragen te stellen die horen bij de groep kwaliteiten waarover je van nature minder beschikt, je ‘derde principe’. Bij ons is dit duidelijk de eerste groep, mentale kwaliteiten. Die andere 2 groepen zetten we van nature in. Wat helpt jou verder in zo’n proces? Is dat het bewust ‘aanzetten’ en inzetten van mentale, emotionele of fysieke kwaliteiten? Ik ben benieuwd!

 

Heb je nu alweer een nieuw idee? Doe ff rustig joh!

Door Helga van der Hart

Ken je (of ben je 😉 ) iemand die het heerlijk vindt om te discussiëren met anderen, out of the box kan denken, veel nieuwe ideeën oppert, houdt van directe communicatie, een hekel heeft aan dingen afmaken en die associatief en toekomstgericht is?

Businessclub
Nou ik ben er niet zo eentje, maar laatst op de business club waren er heel veel van ‘dat soort’. Je kent ze wel, ‘van die types’ met veel handgebaren, druk discussiërend, ogen waar de energie uit knalt en vaak goed verzorgd, heerlijk om te zien. Zo herkende ik de directrice van een grafisch bureau en ook de directeur van een call center direct hierin. Oké, voordat ik verder ga, moet ik even iets bekennen. Van nature ben ik altijd een beetje bang voor dit soort mensen, ze hebben zo’n grote voorwaartse energie, veel nieuwe ideeën en drive, dat ik ze bijna niet kan bijhouden. Ik heb namelijk niet de tijd om even te levelen op gevoelsniveau (voor mij best essentieel). Voordat ik in gesprek ga, moet ik me echt even voorbereiden op hun snelheid van praten, op het brainstormen, de vele nieuwe ideeën en schakel ik mezelf een tandje bij. Als me dit lukt, dan vlieg ik lekker met ze mee.

Werkgever
Jaren geleden bij mijn werk op de bank hadden we een directeur met deze mooie set kwaliteiten. Broodnodig voor wat voorwaartse en positieve energie in moeilijke tijden. Had ik toen maar geweten wat ik nu weet… Want ik kon me best wel laten overbluffen door zijn directe manier van communiceren, zijn snelheid van denken en energie. Vandaar onderstaande tabel (een afgeleide van het kernkwadrant) met tips voor mensen die misschien ook wel een leidinggevende, een collega, een klant of  een partner of kind hebben die ze hierin herkennen. En zeker ook bedoeld voor mensen die zichzelf hierin herkennen. De eerste vier blokken van de tabel betreffen de glansrollen, dwaalsporen, balansbrengers en energievreters van deze groep. In de twee blokken daaronder kun je lezen wat deze groep prettig vindt als het gaat over samenwerken en wat ze lastig vinden.

NB: In Human Dynamics – termen herkent deze groep mensen zich in de emotioneel-mentale dynamiek, afgekort EM. Deze afkorting wordt gebruikt in de onderstaande tabel.

schermafbeelding-2016-11-28-om-15-10-35

 Zijn ‘ze’ dan perfect?

Is dan alles perfect, hoeft deze groep mensen zich dan niet te ontwikkelen, moeten wij ons altijd aanpassen hoor ik je bijna vragen? Nee, natuurlijk niet. Heb je je wel eens afgevraagd op welke manier deze groep mensen jou kan helpen? Hierbij een kleine greep; ze proberen graag iets voor je uit, met enkele argumenten zijn ze snel op stoom, met een out of the box-idee kunnen ze je een nieuwe invalshoek geven, ze zijn recht door zee en geven graag complimenten. Hierbij enkele TIPS voor mensen, die zich in bovenstaande tabel herkennen, t.a.v. hun eigen ontwikkeling:

  1. Luister wat vaker naar signalen van je lichaam, dat wordt nog wel eens vergeten
  2. Zet je out of the box – denken in bij moeilijke situaties, heel waardevol!
  3. Werk een goed idee eens uit (snel voordat je weer een nieuw idee hebt 😉
  4. Heb een beetje geduld, bedenk dat andere mensen soms bedenktijd en praattijd nodig hebben
  5. Kijk ook eens achterom wanneer je voorop loopt: is iedereen nog betrokken?
Oplossingsgerichte benadering

Oplossingsgericht kijken: ben jij een Goedzoeker?

Door Mara Lammertzen

Goed zoeken is nog niet zo simpel. Of je nou voor de klas staat, of in je dagelijkse leven meer positieve vibes zoekt. Of je zorgen maakt over hoe onze maatschappij zich ontwikkelt. We doen collectief ontzettend ons best om ‘het goede’ te zien in de manier waarop anderen dingen doen, hoe ze reageren, beslissen, leven. Ergernissen overstijgen, tolereren van anders zijn. Allemaal leuk tot op zekere hoogte, maar intussen snap je er de ballen van. En dan houdt het zoeken alweer op.

Goed zoeken vraagt van je dat je de bril van je eigen verschil even afzet. Niet om voorbij te gaan aan wat jij belangrijk vindt, maar om je probleemanalyse en actieplan even te parkeren en te kijken wat er wél is. Aan kwaliteiten. Aan motivatie, mogelijkheden, andere ingangen om contact te maken. Die ander wil ook gewoon lekker samenwerken, bijvoorbeeld. Wil ook graag vooruit. Gelukkig zijn. Groeien.

Oplossingsgericht versus Probleemgericht
Als je iets weet van verschillen in behoeften – en dat doe je, anders lees je dit blog niet – dan heb je sowieso ‘goud’ in handen. Maar die verschillen in hun kracht zetten is weer een heel ander verhaal. Een mooie invalshoek die we veel gebruiken is de oplossingsgerichte benadering. In coaching en in trainingen.

In het kort: oplossingsgericht denken is het tegenovergestelde van probleemgericht denken. En omdat we met z’n allen echte probleemoplossers zijn, denk je nu misschien: mwoh, dat heb ik wel in het snotje, dat oplossen. Open deur? Toch niet. Let op.
Oplossingsgerichte versus probleemgerichte benadering
De oplossingsgerichte benadering – of het nu gaat om kinderen of volwassenen – gaat ervan uit dat ieder van ons een onuitputbare krachtbron in zich heeft met een grote hoeveelheid hulpbronnen. Kwaliteiten die (nog) te weinig actief bekend zijn of gebruikt worden, of waarmee het contact verloren is gegaan. Kwaliteiten die – ook nog eens overschaduwd door demotivatie, storend gedrag, etc. – vaak niet door jou en/of anderen gezien worden. Laat staan dat je ze bevraagt en activeert.

Complimenten
En dat is nou zo leuk aan oplossingsgericht werken. Door te focussen op wat iemand al wél kan en dat nadrukkelijk te waarderen groeit het zelfvertrouwen. Door (gemeende!) complimenten te geven in plaats van waarschuwingen groeit de intrinsieke motivatie en ontstaat een goed gevoel. Een van de mooiste bijkomstigheden van waarderend omgaan met verschillen is dat je steeds makkelijker kwaliteiten kunt waarnemen die minder goed als krachtbron te herkennen zijn. Simpelweg omdat je zelf zo’n compleet ander beeld hebt van wat ‘goed werkt’ in communicatie, leren, (samen)werken. Dat ziet de ander toch heel anders. Mooi toch, als je daar ruimte voor kunt bieden?

Loslaten
En het is gewoon hartstikke moeilijk om je goede raad en adviezen voor je te houden. Toch gaat het er in de oplossingsgerichte benadering om dat de ánder in oplossingen gaat denken. En dan is het de kunst om de ‘controle’ een beetje te laten vieren. Vertrouwen te hebben in de krachtbron van de ander, en zijn of haar eigen natuurlijke behoefte aan beweging. Zo kan diegene zelf nadenken over het eerstvolgende kleine stapje om dichterbij het doel (de oplossing van een probleem) te komen. En zadel je hem of haar niet op met een misschien onmogelijke opdracht die jij met al je goede bedoelingen bedacht hebt.

En nu jij?
Om in de oplossingensfeer te blijven: oplossingsgericht denken is stap één, oplossingsgericht werken stap twee. Dus bedenk eens: waar sta je zelf op dit moment met betrekking tot ‘denken in kansen en mogelijkheden’? Wat gaat er misschien al wel vanzelf? Hoe voelt dat? Hoe zou je dit nog meer kunnen gaan doen? Hoe ziet dat eruit? Welke eerste stap kun je daarin zetten?

En als je nou denkt: ik moet eerst een training volgen bij Helga en Mara om dit te kunnen: dat kan natuurlijk 😉  Maar je hoeft echt geen oplossingsgericht expert te zijn om mensen, kinderen op hun eigen kracht en eigenaarschap te kunnen wijzen. Wat iemand goed kan, vindt ‘ie zelf vaak niet eens zo bijzonder. Als je je energie besteedt aan het stellen van de juiste vragen kun je je concentreren op de interactie en het proces. Fantastisch hulpmiddel als je met kinderen werkt en/of leeft, ook.

Laat je in de reacties weten wat deze manier van werken voor jou oplost? Top!

Het derde principe: ’n kwestie van oefenen

Door Mara Lammertzen

Ik heb –gezien vanuit de Human Dynamics-theorie– de emotionele centrering. Dat houdt o.a. in dat de manier waarop ik informatie verwerk ‘associatief relationeel’ is. Ik herken me in de emotioneel-fysieke persoonlijkheidsdynamiek, om precies te zijn. Als het gaat om mijn denk- en handelingsprocessen kun je het van de hak op de tak noemen, of ongestructureerd. Dat klopt. Ik noem het multifocused en verbindend. Ik kan meerdere gesprekken volgen of dingen doen en ook nog geïnteresseerd met mijn eigen gesprekspartner de diepte in gaan. En dan is het ook nog eens zo dat er altijd eerst een split second is waarin er een linkje wordt gelegd met ‘hoe staat dit (deze opmerking, dit object, deze kennis, etc.) in relatie tot mijzelf en wie ik ben, wat ik wil, wat ik weet, belangrijk vind en wat hoort daar nog meer bij?’ Zoals deze blogpost. Ik kan dit verhaal het beste vertellen door vanuit mezelf te redeneren. Dat gaat automatisch, hoef ik niks voor te doen. Je begrijpt: dat kan wel eens voor wat dwaling zorgen. Want ik heb van nature geen logische denklijn, ik ga verder met wat er zich voordoet. En soms komt er iets af. Vaak ook niet. Zucht. Ik ben flexibel, zullen we maar zeggen.

A way of life
Afleiding (ofwel multifocused zijn) is voor mij dus a way of life. Vroeger op school keek ik tijdens de uitleg al graag naar wat er op straat gebeurde. Maar de leerkracht moest wel toegeven dat ik ondanks dat schijnbare gebrek aan concentratie toch best goede cijfers haalde. Ik hoorde dus wel wat hij zei, en sloeg het nog op ook. Ik vond het heel normaal.
Meestal gaat dat goed. Werkt prima. Maar soms, als ik druk ben en mijn innerlijke to do-lijstje uit z’n voegen barst, voel ik me zo’n draaiende bordjesdame in het Chinese circus die op het punt staat de hele bende te laten vallen. En natuurlijk, terwijl ik dit schrijf ben ik al op zoek naar een mooi plaatje voor bij dit blog. Maar die moet natuurlijk wel een bepaalde minimum afmeting hebben, én esthetisch geweldig uiteraard, dus dat duurde weer even 10 minuten. Ben ik weer. Ik heb er wel weer een mooi mapje ‘blogfoto’s’ bij. Handig joh. Zucht. Waar is mijn focus? Heb ik überhaupt wel structuur? Soms voel ik me echt een kip zonder kop.

Even afgeleid
Waar had ik het over? O ja, zoals vanmorgen dus. Dat ik onder de douche sta en denk: even snel de badkamer poetsen straks. Oeps, die doucheslang is nu al dagen (weken?) aan vervanging toe. Even op internet speuren. Er moet nog een heleboel. Wat was het ook alweer? Peins, peins… dit, dat. Ik MOET nu echt fysiek een lijstje gaan maken, want anders blijf ik rondjes draaien in mijn hoofd. Dat ik dan met nog nat haar ga zitten om een fantastisch handige checklistwebsite te openen die uiteraard ook op mijn telefoon in app-vorm te vinden is (Wunderlist heet ’t, tip van mijn gestructureerde lief). Waar onze gedeelde boodschappenlijst ook op staat, wat super werkt, maar dat terzijde. Een uur (of twee?) later realiseer ik me dat de badkamer, die ik onder handen wilde gaan nemen, nog steeds een puinhoop is, en ik ondertussen fijn een artikel over ‘handige opvoedhacks’ aan het lezen ben op internet. Dat zet ik meteen maar even op mijn Pinterest-bord ‘Opvoeden’ anders ben ik het straks weer kwijt. Hoe kwam ik hier? Ah, via Facebook, waar ik zestien keer klikken daarvoor begonnen was omdat er een berichtje binnenvloog. Wat staan er eigenlijk veel mooie artikelen inmiddels op mijn ‘Opvoeden’-verzameling. Even lezen, deze. Ik kom daar ook nooit aan toe. Oh, dat internet… ga ik ook nog ‘s een keer een stukje over schrijven. En dat lijstje, dat moet ook nog. En die badkamer. Ik ga NU de dweil pakken in het washok. Jongens, wat een volle wasmand. Even snel de witte was erin. Wasmiddel bijna op. Oh, en de kattenbak mag ook wel weer eens. Prio 1. En dan werk ik dus ook nog. En heb ik slaaptekort. Stop! Genoeg voorbeelden. Zucht.

In het snotje
Hoe werkt dat eigenlijk? Want ik kan ook zeer georganiseerd zijn, echt waar. Als ik een training geef ben ik ook helemaal op de rit. Want als ik me even doelgericht (daar ga je al) concentreer dan heb ik alles pico bello in het snotje. Dan navigeer ik met ultieme focus door het huis met een mentaal plaatje van wapperend haar –> gevulde boodschappenkar –> een lekker uitgeraasd kind –> lekker koken + glaasje wijn. Even tempo. Jas, tas, telefoon (want daarop staat mijn zeer efficiënte afvink-boodschappenlijst). Kind mee (schoenen, sokken, plas, jas) met een zwier in het fietsstoeltje, hup naar de supermarkt via de schoenmaker en het postkantoor. En op de terugweg met volle fietstassen even langs de speeltuin of door het bos. Want er moet ook buiten gespeeld worden. Ik heb dat nodig 😉 Ha!

De ‘3e principe’-knop aanzetten
Hoe het wel lukt? Door bewust mijn ‘3e principe’-knop aan te zetten. In mijn geval (de emotioneel-fysieke dynamiek) de mentale knop. Even langer dan 20 seconden dezelfde denklijn volgen zodat ik ook een ‘einde’ kan visualiseren. Wat is belangrijk? Afstand nemen. Overzicht maken. Kiezen. Categoriseren. Ordening aanbrengen en vasthouden. Relativeren. Wat is mijn pakkie-an, wat hoort ergens anders? Allemaal aspecten van het mentale principe. Dat gaat na jaren oefenen gelukkig een stuk makkelijker, maar omdat het niet mijn natuurlijke aanvliegroute is zal het me altijd moeite blijven kosten. Ik kan echt met ontzag kijken naar mensen die in no time de hoofdlijnen te pakken hebben. En vasthouden. Chapeau.

Van ontwikkelpunt naar balans vinden
En dat oefenen geldt eigenlijk voor iedereen. Welke dynamiek je ook hebt. Hoe vermoeider/gestresster je bent, hoe lastiger het is om de ‘aan’-knop van je derde principe te vinden. Maar als je weet dat wat je te leren hebt een logisch gevolg is van je persoonlijkheidsdynamiek, dan geeft dat ook rust en begrip voor jezelf. En inzicht in je ontwikkelrichting. Want datgene waar je met regelmaat (nog) moeite mee hebt is vaak onderdeel van je derde principe. Zo zal een ander jóuw specifieke kwaliteiten -al dan niet in stilte- bewonderen. En juist onze kwaliteiten doen we af als ‘heel gewoon toch?’ Of we ervaren er vooral de valkuilen van. Ik geef het grif toe. Zucht. En over die vaardigheden die je maar niet onder de knie lijkt te krijgen: geen paniek! Dat wat die ander toch zo vreselijk goed en makkelijk afgaat, en wat hij of zij ook nog ’s heel gewoon vindt, zit misschien wel in zijn of haar aangeboren kwaliteitenpakket. Het kán ook aangeleerd zijn, maar: dikke kans. Wat een opluchting. Je kunt ophouden met jezelf je ‘ontwikkelpunten’ te verwijten en in termen van ‘balans vinden’ gaan denken. En blijf er vooral (rustig maar bewust) aan werken, want je natuurlijke kwaliteiten komen nog beter uit de verf als je ook toegang hebt tot je derde principe.

Dia2

Mijn ondernemersfamilie: verschillen in ondernemen

Door Helga van der Hart

Is jouw goede voornemen het starten van een onderneming? Wellicht geeft dit blog je inspiratie.

Ik kan wel zeggen dat ik uit een echt ondernemersnest kom. Mijn overgrootouders (zo bleek bij het schrijven van dit blog), mijn grootouders, mijn ouders, mijn enige broer, mijn enige zus, ikzelf en straks ook mijn man hebben allemaal hun eigen onderneming (gehad). Geen ondernemingen van vader op zoon/dochter, maar hele verschillende bedrijven. Een aannemersbedrijf, melkboer, kruidenier, franchise–organisatie, fysiotherapeut, projectmanagement en training & coaching. Gaaf toch!?

Wat mij inspireerde voor dit blog is de wijze waarop mijn man het starten van een onderneming aanpakt. Pfff, wat een verschil met hoe ik dat heb gedaan en, zo blijkt na een aantal interviewvragen via de mail, hoe mijn vader, broer en zus dit hebben gedaan.

Mijn vader: directeur/eigenaar van diverse franchise-organisaties
Fysiek-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Was en ben altijd op zoek geweest naar nieuwe uitdagingen, zo ook in 1983, het jaar waarin ik op zoek was naar iets nieuws.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Een vriend van me vroeg of ik interesse had een huishoudelijke artikelen winkel te gaan runnen in franchising. Een heel grote stap van cv-technicus naar ondernemer. Op een zaterdagmiddag (in 1983 om 14.00 uur) tijdens de EK schaatskampioenschappen op TV werd me dit gevraagd, na één nachtje slapen heb ik ja gezegd! Nu moet ik erbij vertellen dat wij elkaar al jaren kenden, we dit idee (weliswaar betreffende een andere winkel) al eerder hadden besproken en dat ik geen tot weinig financieel risico zou lopen.

3. Wat was het doel?
De detailhandel eens niet te benaderen vanuit de conventionele methodes, maar door middel van het motiveren van personeel en hen heel veel verantwoording te geven, zo zien te komen tot een goede werkomgeving en mooie bedrijfsresultaten.

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Explosief, ofwel binnen de franchiseformule(s) zoeken naar alsmaar nieuwe uitdagingen en naar hoe zaken beter en efficiënter kunnen. Goederen inkopen waar behoefte aan bleek, winkels verbouwen of nieuw openen daar waar de mogelijkheden lagen. In een tijdsbestek van 7 jaar hebben we 6 zaken met een grote diversiteit opgestart. Alle zaken bestaan tot aan de dag van vandaag! Wij bedachten o.a. de formule om 2 verschillende winkels naast elkaar onder één management te laten draaien. Ofwel, achter de deuren was er één kantine, magazijn en administratie. Dit alles gerund door één bedrijfsleider en eerste verkoper/ster. Kostenbesparing, gecombineerd met een flexibele personele inzet bleek een goede greep.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Ondernemen zit wellicht in de genen. Beide grootouders hadden eigen zaken, overigens totaal verschillende. Om het personeel te motiveren was één van mijn slogans: Ik ga er vanuit dat je binnen de kortste keren meer verstand van het vak hebt dan ik, hoe meer ik aan het personeel kon overlaten hoe meer tijd ik kreeg  om nieuwe uitdagingen op te zoeken. Ik mijn werkzame leven heb ik met 5 verschillende franchiseformules gewerkt. Bij allen bleek dat wanneer je het aan durf/aan kunt om je hoofd boven het maaiveld uit te steken, het positieve bedrijfsresultaat vanzelf komt.

N.B. Na het versturen van mijn mail met deze interviewvragen naar mijn vader hadden we toch even een discussie. ‘Wat is precies het doel, waarom doe je dit, wat houdt het blog verder in, voor wie is het?’ etc. Oeh, had ik met mijn kennis toch even snel een te kort door de bocht mailtje gestuurd. Maar goed, met een kop thee erbij alles uitgelegd en daarna prachtige antwoorden (en gelijk al historische verhalen) gekregen, dank je wel pap!

Broer: Directeur/eigenaar Odysseus (Improving Project & Portfolio Management)
Emotioneel-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur/Nieuwsgierigheid naar onbekende
Volledige ruimte voor mijn manier van denken
Drang naar onafhankelijkheid (in denken, handelen, waar en wanneer werken, geld)
Authoriteitsuitdaging. Kleur graag buiten de lijntjes.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Voor jezelf aangeven dat ondernemen trekt.
Tijdens studie al eigen handeltje en daarnaast eigen bedrijfje voor logistiek advies.
Na 2 jaar werken bij 1e werkgever wist ik dat ik in toekomst ondernemer wilde zijn.
Toen begonnen met delen van die ambitie en de eerste kans kwam vrij snel langs.
Op 24e gestart met nieuw bedrijf samen met 4 anderen. Geld geleend van ouders en blind erin gegaan.

3. Wat was het doel?
Het doel was en is vrij zijn in ruimste zin van het woord.
“Je moet” is een lastige confrontatie voor mij;-)

4: Hoe zou je je Odysseus omschrijven?
Odysseus is een leuk team van 15-20 professionals en een kwaliteitsclub in haar genre.
Het is een consultancy bedrijf (advies en implementatie) voor bedrijven die drang hebben betere keuzes te maken en die verbeteringen goed willen uitvoeren.

5: Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Altijd is wellicht te zwaar aangezet, maar als ik terugkijk en verhalen combineer dan zie je een patroon van onafhankelijk willen zijn, durf, vandaag i.p.v. morgen, creatief, anders, snel, nieuwsgierig, mijn mening etc. Dus ja denk wel dat genetisch en omgevings – factoren mij een ondernemend type maken.

N.B. Na het antwoord van mijn broer, mail ik hem: thanks, heb misschien later nog wat vragen. Zijn antwoord: dat gaat je geld kosten dan ;-).

Zus: Fysiotherapeut (Fysiotime.nl)
Emotioneel-fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Ik had het gevoel dat ik nergens helemaal mijn ei kwijt kon en tegen dingen aanliep m.b.t andere collega’s / werkgevers. Ik was op zoek naar uitdaging, diepgang en vooral om mijn eigen ideeën te kunnen toepassen.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Brainstormen en praten met mensen om mij heen, groot blad gepakt en daar veel dingen wat in mijn hoofd op kwam opgeschreven om te kijken of ik dit kon kaderen. Daarna ondernemingsplan geschreven en plan van aanpak.

3. Wat was het doel?
Het doel was om een onderneming te starten die dichtbij mijzelf stond op een professionele manier, met veel plezier in mijn werk, waar er ruimte is voor ondernemen. Waarbij patiënten snel, effectief en goed worden geholpen anno 2016 met hulp van de nieuwste digitale technieken.

4. Hoe zou je Fysiotime omschrijven?
Fysiotime is een professionele, jonge onderneming, waarbij kennis & kwaliteit vooral met veel gevoel centraal staat en er maatwerk voor een patiënt wordt toegepast.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Als beginnende fysiotherapeut wilde ik wel altijd een eigen praktijk hebben. Ik denk dat dit ook wel verweven ligt, grotendeels in mijn opvoeding. Ik merkte dat ik tijdens mijn loopbaan soms wel dingen op andere manier zag en daardoor vaker tegen de lamp liep. Ik kon dat niet altijd meteen plaatsen. Ik wilde het wel graag, maar had allerlei smoesjes om nog niet mijn gevoel achterna te gaan. Hier had ik gesprekken met anderen nodig om zo mijn gedachten te kaderen. Achteraf moest ik eerst een ander pad bewandelen, tegen de lamp te lopen en veel te proeven en te weten wat ik waard was.

N.B. Als ik mijn zus vraag of ze de mail heeft ontvangen zegt ze: ‘Mail? Heb ik die ontvangen? Ik kijk wel even, tuurlijk vul ik dat in, waarschijnlijk komt het woord gevoel bij mij erin voor.’ Klopt zus, 3 keer :-).

Mijn man: Projectmanagement en advies
Mentaal–fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur, uitdaging om op eigen benen te staan, autonomie

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Nadenken, klankborden, plan, doen

3. Wat was het doel?
Zie 1 en financieel

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Wat lastig te beantwoorden moet nog vorm krijgen.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Nee is gegroeid in de tijd.

N.B. Ik moest er even op wachten, maar letterlijk en figuurlijk kwamen de antwoorden om 2 voor twaalf (middernacht) binnen. Thanks, mooie aanvulling in mijn blog!

Helga
Emotioneel-Fysiek
Mijn antwoorden lijken het meest op de antwoorden van mijn zus, hoewel ik geen ondernemersplan heb geschreven… Vanuit een drukke baan had ik op enig moment een reflectiesessie. Wat wil ik nu echt, waar ligt mijn hart? Op dat moment was ik er diep van binnen zo van overtuigd dat ik niet meer wilde wat ik deed, dat ik ben gestopt met mijn baan. Na een tijdje van uitrusten wist ik wat ik wilde, met en voor mensen werken, mensen echt iets mee kunnen geven, dus hup naar de Kamer van Koophandel en aan de slag. Van dit werk word ik gelukkig en doe ik elke dag met heel veel plezier!

Wat ik nu zo leuk vind, is dat een ieder op zijn/haar manier succesvol is, terwijl de wegen er naar toe totaal verschillend zijn. Heb je ook gezien dat de manier van antwoorden zo verschillend is? Verschillen tussen mensen en de manier waarop ze ondernemen, mooi toch!?

‘Weekendtip: offline is the new luxury’

Door Helga van der Hart

‘Weekendtip: Offline is the new luxury.
En zo is het! Leg jij je telefoon wel eens een dagje weg?’

Deze tweet las ik onlangs. Het heeft voor mij te maken met een belangrijk woord in deze en komende tijd: balans. De telefoons en tablets zijn in onze wereld niet meer weg te denken. Gelukkig ook maar, als je bedenkt hoe ‘afhankelijk’ we hiervan zijn geworden door de vele mogelijkheden die het biedt.

Burn-out
De keerzijde van deze mooie tijd is dat er een groeiende groep twintigers en dertigers al vroeg in hun leven te maken heeft met een burn-out. De hele dag online (stel dat je iets mist), sportclub, vrijwilligerswerk (dat bij voorkeur iets oplevert), netwerken, vrienden, familie en oh ja, ik heb ook nog een baan en wil carrière maken. Al herkenbaar? Voor mij was dit een aantal jaren geleden helaas heel herkenbaar…

Het gevolg hiervan is dat we steeds verder afraken van onszelf, van onze eigen energie, kracht en ontwikkelpotentieel. We zijn heel druk, maar helaas niet altijd met de juiste dingen. Hoe vaak sta jij stil bij de volgende woorden: wat wil ik, wie ben ik, wat kan ik, hoe voel ik me en hoe ontwikkel ik mijzelf? Ik schat in, niet al te vaak… Met een grote kans dat onze energievoorraad en zelfs de reservevoorraad uitgeput raakt, met als gevolg een burn-out. Je begrijpt: een grote uitdaging voor deze groep om zowel zakelijk als privé in balans te zijn.

Je kunt denken, dat is goed nieuws voor het groot aantal coaches dat ons land rijk is ;-). Maar hoe kunnen we dit veranderen en voorkomen en nog belangrijker, wat kan jij hieraan doen?

Jijzelf en een stappenplan
Probeer te achterhalen waar jouw eigen kracht en talenten zitten. Wat geeft jou energie, waar word jij gelukkig van, wat vind jij belangrijk? Verkort stappenplan:

  1. Maak een balans van je energiegevers en energievreters.
  2. Benoem 3 kwaliteiten die je van nature hebt.
  3. Benoem 3 ontwikkelpunten voor jezelf.
  4. Benoem 2 concrete stappen die je gaat ondernemen om meer in balans te zijn.

Voor sommige mensen is een dergelijk stappenplan iets dat ze met gemak zelf kunnen bedenken in stilte (mentale centrering), anderen praten/brainstormen er graag over met derden voor een concreet beeld (emotionele centrering) en weer een andere groep heeft de tijd nodig om hierover na te denken en gegevens te verzamelen (fysieke centrering). Dit soort procesverschillen zien we uiteraard ook dagelijks terug in het (werkende) leven. Wat jouw proces ook is, zorg ervoor dat het jouw proces is, er is geen goed of fout.

Balansvoorbeeld
Ik herken mezelf in de emotioneel–fysieke dynamiek. Mijn kracht zit in het luisteren naar mijn gevoel, mijn organisatiekracht, het omgaan met mensen en zaken praktisch maken. Ten tijde van een drukke baan en drukke privé situatie ging ik volledig voorbij aan mijn eigen kracht. Ik luisterde niet naar mijn emotionele kwaliteiten (het voelen). Ik ging op zoek naar houvast en ‘sloeg door’ in mijn fysieke kwaliteit (het praktisch maken van zaken). Laat staan dat ik nog oog had voor mijn mentale ontwikkeling (afstand nemen van zaken, focus aanbrengen). Ik gun dan ook een ieder dat je je bewust bent van je natuurlijke kracht/kwaliteiten en je ontwikkelpotentieel. Want  voor mij geldt:

Kracht + Ontwikkeling = Balans


Mogelijke balansbrengers
Graag deel ik 3 groepen balansbrengers met jullie, doe er je voordeel mee.

Balansbrengers mentale ontwikkeling:

  • Afstand nemen van zaken/begrenzen
  • Overzicht op hoofdlijnen aanbrengen
  • Werken vanuit visie

Balansbrengers emotionele ontwikkeling:

  • Aandacht hebben voor de mens
  • Leven in het hier en nu
  • Naar buiten brengen wat je denkt en voelt

Balansbrengers fysieke ontwikkeling:

  • Luisteren naar signalen van je lichaam
  • Zaken afmaken
  • Tijd nemen voor reflectie

Tot slot
Ik ben benieuwd naar je ervaringen met dit verkorte stappenplan en jouw balansbrengers. Wil je alvast leuke, korte offline tips? Kijk eens naar de tips op www.ik benoffline.nl. Succes en een fijn luxury offline weekend!

Het etiket vertelt je (niet) wat erin zit – deel 1

Door Mara Lammertzen

Ontwikkelingsstoornissen in het autistisch spectrum, disruptieve gedrags- of stemmingsstoornis, moeilijk lerend, dyslectisch…. Het schijnbare gemak waarmee massa’s kinderen maar ook volwassenen soms voorzien worden van een DSM-etiket wanneer zij anders functioneren dan ‘de norm’… ik vind er wat van. Vooropgesteld: ik ben geen pedagoog of neuroloog en ik begeef me misschien op glad ijs. Dat zou zomaar kunnen. En ja, voor sommige kinderen en hun ouders is het een zegen dat er eindelijk een diagnose is. Maar ik ben ervan overtuigd geraakt dat veel kinderen onnodig een stigmatiserend etiket krijgen omdat bepaalde drijfveren vanuit hun persoonlijkheidsdynamiek onbegrip ‘triggeren’ bij hun ouders en/of op school.

Op de camping heb ik weer met verbazing geluisterd naar de zorgen van de overbuurvrouw over haar zevenjarige dochter. Dit kwam aan het eind van de drie weken waarin zij dagelijks bij onze kampeerplaats te vinden was samen met haar kleine zusje. Yael (niet haar echte naam) zou binnenkort getest moeten worden op adhd. Dit op advies van haar leerkracht en de school. Want: ze kon zich niet concentreren, ze was vaak druk, ze verstoorde de les en ze kon niet stilzitten. Ook dagdroomde ze teveel en al met al waren haar resultaten niet goed. Toch was dat wel raar, vond mijn overbuurvrouw, want ze kon toch zonder problemen een film van 1,5 uur kijken…. tja. Maar ja, de juf zal het wel weten.

Wanneer iemand vooral benoemt wat een ander niet doet of niet kan is mijn eerste gedachte vaak: ‘dat zegt in eerste instantie iets over jouw eigen behoefte’.

Ik viel dus zowat van mijn picknickbank, want ik had Yael leren kennen als een sociale, bruisende meid die – nadat ze even een dagje had afgetast of ze welkom was – lekker aan tafel kwam zitten en honderduit vertelde over wat haar bezig hield. Met engelengeduld probeerde ze de plot van haar lievelingsfilm ‘Frozen’ uit te leggen aan mijn tweeënhalfjarige peuter, die in haar een tweede ‘moedertje’ en knutselgoeroe had gevonden. Adhd? Yeah right.

Mijn geheel subjectieve vermoeden – na wat doorvragen over de verwachtingen vanuit de leerkracht – is dat de juf van Yael zelf geen emotionele centrering heeft en het lastig vindt om met aspecten van het emotionele principe om te gaan. Wat ontzettend jammer is, omdat juist een leerkracht die met name door de eigen ‘bril’ kijkt als het gaat om het scheppen van de beste leervoorwaarden, voorbij gaat aan de behoeften en drijfveren van kinderen in de klas met een andere persoonlijkheidsdynamiek. Erger nog, wanneer onbegrip voor andere manieren van leren en uitingen daarvan gezien worden als onwenselijk gedrag of zelfs de voorbode van een psychologische stoornis…. het pygmalion-effect doet de rest: van dat wat je verwacht te zien, zul je steeds meer zien. Niet in het voordeel van het kind, in dit geval.

Wat kinderen met een emotionele centrering heel hard nodig hebben tussen concentratie-momenten door is ruimte om even te kunnen bewegen, contact te maken, te kletsen en hun ervaringen – al dan niet gerelateerd aan het onderwerp – uit te wisselen. Dan zijn ze er weer bij en kan er weer verder geluisterd worden. Daarnaast is het heel fijn als een docent laat merken dat hij of zij in hen als persoon geïnteresseerd is, die vraagt naar wat hen bezighoudt. Zonder die voorwaarden wordt het leren voor deze kinderen heel moeilijk en zal de intrinsieke motivatie langzaam maar zeker plaats maken voor het wegcijferen van behoeften en proberen te voldoen aan de verwachtingen (emotioneel-fysiek) of juist volledig uit de band springen (emotioneel-mentaal).

Zo heb ik stiekem ook mijn vermoedens over misschien voorbarige etiketten voor kinderen met andere persoonlijkheidsdynamieken. Meer daarover in deel 2. Of over mensen die ongeschikt zouden zijn als leidinggevende omdat ze niet de gebruikelijke ambitie, de visie, het lef, de teamspirit of mensgerichtheid laten zien. Maar dat laatste is weer een heel ander blog.

Wat ik eigenlijk zeggen wil: het zou zo waardevol zijn wanneer we ons eigen perspectief op wat ‘normaal en gezond’ is – ook als anderen je waarnemingen herkennen – steeds opnieuw blijven toetsen aan wat we zelf gewoon hartstikke lastig vinden om mee om te gaan.

Meepraten over dit thema? Laat ons weten wat jij ervan vindt!

Verschillen in waarneming: welk type hardloper ben jij?

Door Helga van der Hart

Oké, mijn man en ik hebben er op de vakantie maar liefst twee weken over gedaan om erachter te komen dat we toch echt dezelfde hardlooproute hadden (ach, we hadden de tijd voor een beetje discussie). 🙂

De route volgens mijn man, vanuit zijn waarneming en gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Aan het eind van de route, een huis in de verkoop (‘bijzonder, wat zou dit kosten?’)
  3. 1 losse boom (‘opmerkelijk’)
  4. Op de heenweg loopt de weg af, op de terugweg loopt de weg op (‘zo, de terugweg is een stuk zwaarder’)
  5. Witte paarden

De route volgens mij, vanuit mijn waarneming en (een deel van mijn) gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Witte paarden (‘wat een gekke plek, wie zijn de eigenaren?’)
  3. Links een groentenveld (‘welke groente zouden dat zijn, er wordt nog wel gesproeid’)
  4. Rechts een veld met kleine witte paaltjes (‘waarom zou dat zijn, niet voor groente, geen jonge aanwas…’)
  5. Dan 2 zonnebloemvelden (‘die hebben het ook zwaar met dit weer’)
  6. Huis op het eind (‘wat een onprettig huis, snel weer terug’)

Mijn reactie op hem: ‘Welke boom? Hoe ziet dat huis eruit? Die velden heb je toch wel gezien, 3 velden achter elkaar en al die witte paaltjes! Ik heb niet gemerkt dat de weg op– en afloopt, het is hier behoorlijk vlak hoor.’

Zijn reactie op mij: ‘Ik heb geen velden gezien, witte paaltjes? Waar dan precies? Heb jij die boom en dat huis niet gezien?’

In de praktijk

Voor mij is dit kenmerkend voor onze verschillen in manieren van kijken (of in onze dynamieken). Mijn man (mentaal–fysiek) richt zich graag op de lange termijn, wat is het doel, waar gaat het heen en denkt hier in in stilte graag over na. Op het werk zijn dit vaak waardevolle visonairs op afstand, je kunt bij hen niet altijd zien aan de buitenkant wat ze denken, het is goed om ze hiernaar te vragen, je zult verrast zijn!

Ik (emotioneel–fysiek) ben bezig met wat er hier en nu in de omgeving gebeurt, richt me op details en associeer graag op alles wat ik meemaak (bij voorkeur in interactie met anderen). Op het werk zijn dit vaak de echte verbinders en goede organisatoren, ze houden van flexibiliteit.


Thuis

Gelukkig zijn we nu weer thuis, kunnen we onze standaard routes lopen en kunnen we ons weer richten op andere dingen… 😉

Meer bereiken bij je klant: een stappenplan

Door Helga van der Hart

In minder tijd meer verkopen met oprechte aandacht voor je klant? Yes, you can!

Hoe komt het dat contact leggen en verkopen bij de ene klant zo makkelijk gaat en dat het bij de andere klant zoeken is naar een goed contact en goede verkoop? Dit heeft alles te maken met de verschillende communicatiebehoeften die er zijn tussen jou en de ander. Dit is vast geen nieuws voor je, maar hoe verander je dit?

Met de volgende stappen kom je al een heel eind.

  • Sluit in je gesprek aan op de behoeften van de klant en zet je eigen behoeften aan de kant:
  • Bedenk dat er meer wegen naar Rome leiden
  • Kijk met oprechte aandacht en nieuwsgierigheid naar je klant en vraag je af:

A.  Praat mijn klant graag vanuit ‘het’, komt hij/zij wat afstandelijk over en denkt hij/zij logisch, lineair en conceptueel?
B.  Praat mijn klant graag vanuit ‘ik”, is hij/zij een gevoelsmens en denkt hij/zij bij voorkeur associatief en pratend?
C.  Praat mijn klant graag vanuit ‘wij”, komt hij/zij wat afwachtend over en denkt hij/zij in systemen en verbanden?

Indien A: Bereid je gesprek voor, verstrek informatie vooraf, denk na over de lange termijn en structuur, communiceer beknopt en helder en geef je klant voldoende denktijd tijdens het gesprek.

Indien B: Maak contact door een persoonlijk verhaal, zorg voor een goede sfeer, geef een mondelinge toelichting, geef de klant de ruimte om zijn gedachten hardop te ordenen en maak het concreet.

Indien C: Verstrek informatie vooraf, vertel vooraf wat het doel van het gesprek is, geef voldoende feiten en context en gebruik praktijkervaringen en voorbeelden.

Succes! Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen.