Al je teamleden in de startblokken met de juiste voorinformatie

Door Mara Lammertzen

Wist je dat jij de veranderbereidheid van mensen kunt beïnvloeden door hen op een andere manier te informeren? Zodat je tegemoet komt aan verschillende behoeften? Tijd voor een paar superpraktische tips om je informatieverstrekking te upgraden.

Stel, je wilt je team informeren over een teamdag, een training, een ophanden zijnde organisatieverandering, etc. Hoe zorg jij ervoor dat zoveel mogelijk mensen bij zichzelf denken: ‘okee, ik begrijp het, daar kan ik wel wat mee’? Doe jij dat op een voor iedereen heldere manier? En WAT vertel je eigenlijk precies om mensen met verschillende informatiebehoeften te helpen aanhaken?

Wees afhaken voor!
Waarschijnlijk noem je in ieder geval een aantal argumenten die jijzelf – in hun positie – nodig zou hebben om je te overtuigen of ontvankelijk te maken voor een plan. Maar met het gedachtegoed van Human Dynamics weten we dat de ene persoon, bewust danwel onbewust, fundamenteel andere informatie nodig heeft om een op handen zijnde verandering te kunnen omarmen dan de ander. Weet jij wie van je teamleden makkelijk aanhaakt bij jouw aanpak, en bij wie je het risico loopt op vroegtijdig afhaken?

Verschillende motivatiesleutels
Feit: er ligt een standaard setje motivatiesleutels voor het oprapen, die je kunt inzetten om mensen makkelijker te helpen aanhaken. Als je slim bent, en dat ben je, dan zorg je dat je zo snel mogelijk aansluit bij verschillende informatiebehoeften. En dat kan ook zonder dat je iedereen persoonlijk hoeft aan te spreken. Je moet alleen even weten hoe je met één bericht tegemoet komt aan de informatiebehoefte van ieder teamlid. Komt ‘ie:

  1. Stuur altijd voorinformatie met een globaal programma. Mensen met een mentale aanvliegroute bereiden zich graag inhoudelijk voor. Zorg ook voor een artikel of andere achtergrondinformatie voor wie daar behoefte aan heeft.
  2. Zorg voor een bondige, gestructureerde tekst die antwoord geeft op de volgende punten:
    • WAT gaan we doen, wanneer, waar?
    • WAAROM gaan we dit doen? Wat maakt dat dit belangrijk is op de lange(re) termijn? (mentale informatiebehoefte)
    • WAARTOE: wat gaat het opleveren? Wat kunnen we er praktisch mee? (fysieke informatiebehoefte)
    • HOE en WAAROM ZO: In welke werkvorm en met wie gaan we aan de slag? En waarom kies je daarvoor? Wat hoop jij als organisator zelf dat er gebeurt? En wat zou je willen voor de groep? (emotionele informatiebehoefte)
  3. Geef mensen de kans te reageren. Bied de mogelijkheid om ideeën, vragen en opmerkingen alvast te melden – bijvoorbeeld via een online reactieformulier – en beantwoord ze indien nodig vooraf.

More = less
Als je nu denkt: pff, wat een werk, dat hoeft toch niet zo uitgebreid? Dan zegt dat waarschijnlijk vooral iets over jouw eigen behoefte (een gokje: je houdt van een beetje tempo, stapt makkelijk in iets nieuws en bent van het type ‘just do it’?). Hoe dan ook: probeer het gewoon ’s uit. Het gaat je namelijk heel veel tijd en energie opleveren omdat mensen met dit kader sneller inzien:

  • wat er op stapel staat,
  • waarom dit van belang is,
  • wat het op gaat leveren en
  • wat hun rol daarin kan zijn, samen met jou.

En die kans wil je niet missen!

Een masterclass Human Dynamics©: iets voor jouw team?
Het is -en ik spreek uit ervaring- fantastisch als je weet hoe je pro-actief kunt inspelen op verschillende ‘aan-knoppen’ die mensen helpen om te kunnen bewegen. Als jij dat ook wilt voor jou en je team, vraag dan eens naar onze in-company kennismakingsworkshops en Masterclasses Human Dynamics©, al dan niet als onderdeel van een teamontwikkelingstraject. Een feest van (h)erkenning en een prachtig aanknopingspunt voor een waardevolle en oordeelvrije manier van werken met elkaars verschillen.

Fysiek-mentaal kamperen in zes punten

Door Mara Lammertzen

Een sfeerbeeld: na een paar uur rijden richting de Franse grens, je bent er wel klaar mee, zie je in het bosrijke dal de kampvuurrook al omhoog kringelen. De rivier schittert je tegemoet. Eenmaal het bruggetje over is het stil, op de kabbelende rivier na. Klimtouwen, klimbomen, een kabelbaantje en hangbruggetjes over het water. Weer of geen weer, er hangen altijd een paar free range kinderen in en aan. Links een rechttoe, rechtaan -schoon en zeer functioneel- toiletgebouw met een eigen waterzuiveringsinstallatie: rivierwater wordt hier met een ingenieus, zelfgebouwd systeem omgetoverd tot goedgekeurd drinkwater. Een houten bord: ‘Receptie. Hier melden’. Duidelijke taal en geen woord te veel. Zo werkt dat hier. Fysiek-mentaal kamperen in zes overzichtelijke punten.

1. Natuur
Fysiek-mentale campings: ze bestaan. Deze camping in de Waalse Ardennen, waar wij ons sinds een paar jaar ‘vaste kampeerders’ mogen noemen, is er een ten voeten uit. Nee, ik heb geen aandelen. Het is een bijzondere plek om jezelf te zijn, zonder poespas en met veel, heel veel hout. Plastic en kunststof? Nèh. Hooguit je werptentje. De focus ligt hier op dingen doen die met de natuur te maken hebben. Niet alleen voor fysiek-mentale mensen lekker, iedereen met een beetje ‘F’ kan hier z’n hart ophalen. Maar voor fysiek-mentaal is het echt thuiskomen. Een no nonsense natuurparadijs, gericht op praktische, efficiënte mensen die tot rust komen door met hun handen bezig te zijn en hier eindelijk hun never-ending to do lijst even kunnen loslaten. Hier hoor je weinig gepraat, los van de zinnen ‘Wat wil je nog meer, hè’, en ‘Mooi man’. En dan begrijp je elkaar gewoon. Niks meer aan doen. Ja, bier.

Zo komt Jasper dan het bos uit. All you need is een mes, touw, bijl, handzaag en werkhandschoenen.

2. Zelf doen
Verder met het sfeerbeeld. Er staan een paar Landrovers – daar later meer over – er is een trialbikeparcours (waar ’s avonds de jeugd in stilte oefent en hun kunsten vertoont) en een paar kano’s. Een hele plank opgezette dieren die je hier ook in levenden lijve tegenkomt. De campingwinkel ernaast is gewoon een verkapte outdoorshop, compleet met een balie gemaakt van een halve Landrover, met alles wat de praktisch ingestelde kampeerder zich maar kan wensen. En veel zakken hout, dus. Maar dat noemt men hier ‘lui hout’. Je zorgt hier gewoon zelf voor je vuur. De hele dag wordt in de uitgestrekte bossen (omgevallen) hout gesprokkeld en klinkt het geluid van bijlen op hakblokken om al dat hout tot keurige stapeltjes te verwerken voor ‘het vuurtje’. Hier geen luide gezelschapsspelletjes en gierende buren. Nee, hier wordt bij de tent houtsnijwerk geknutseld, zittend op een praktische -liefst zelfgebouwde- stoel met schapenvel. Worden pijl- en bogen, katapulten en bootjes gemaakt en uitgeprobeerd en pruttelt de koffie boven een knapperend vuur. De kinderen slijpen hun eigen kindermessen – op de enige juiste manier, want veiligheid boven alles -, zitten in de boom, gaan op zoek naar sprokkelhout of bouwen dammen in de rivier.

3. Rust
Die is weldadig. Hier hoeft niks. Uiteraard, de meeste kampeerders hebben wel een planning, zoals om 07:00 uur in je eentje hardlopen, brooddeeg kneden of een vlonder bouwen, ofzo. Maar je hoeft niks met elkaar als je dat niet wilt. Je kunt de camping overlopen zonder dat je aangekeken -laat staan zomaar aangesproken- wordt. Dus voor mij, als emotioneel-fysieke kampeerder, was dit behoorlijk wennen. Maar inmiddels, na jaartje of 3, vind ik het een verademing. Want hier besef ik pas wat die constante neiging van mij om contact te maken eigenlijk van me vraagt. Hier weet ik dat het ook prima op prijs gesteld wordt als je niks zegt. Ik voel gewoon de opluchting van sommige mensen als ik bij toevallig oogcontact weer de andere kant op kijk. En zo kom ik ook een keer echt tot rust. Al voelt het soms een beetje contactgestoord, ja. Maar deze mensen zijn hier niet om te kletsen. Tenzij dat het doel is, natuurlijk. Dan kun je prima kletsen.
Je lacht je rot, het is mijn eigen fysiek-mentale Jasper die hier de nieuwe contacten legt. Ik niet. Die blijkt dan niet te zijn verzopen in het toilet maar gewoon bij een buurman -met bier- wat te keuvelen over de vordering van de bouwplannen voor onze blokhut. Het plichtplegerige ‘hoe is het’ wordt meestal overgeslagen, het blijft bij een ‘alles goed?’ ‘hm-hm’, al heb je elkaar een jaar niet gezien. Interessanter is waar je mee bezig bent.

Strategisch inpakken (en dus ook niks op de achterbank…)

4. Gear
Het is gewoon een fysiek-mentaal soort gezelligheid. En die is als volgt te omschrijven. Er wordt gereedschap (bijlen, zagen, schragen, messen, etc.) aan elkaar uitgeleend. Nadat  ‘new arrirvals’ eerst in alle rust hun degelijke canvastenten hebben kunnen uitstallen en het eerste biertje tevoorschijn komt – komt er eens een buurman of -vrouw aan – met een eigen drankje, want stel je voor dat je iets aangeboden krijgt… dat betekent dat je de duur van je bezoekje niet meer in eigen hand hebt en dat is niet de bedoeling. Morgen doen we dat misschien. Nee, eerst worden ingenieuze zelfgebouwde buitenkeukens, verstelbare driepoten, honden en -natuurlijk- Landrovers bewonderd en besproken. Hierna wordt de vliegvisgear uitgeschoven, gaan de vliegvisjassen met honderd handige zakken en lieslaarzen aan en kan er nog even een uurtje – liefst solitair – gevist worden in de avondschemering (Jasper vindt vissen niks, die hakt een oude boomstronk volledig uit z’n voegen en daarna gaat ‘ie op een stoel voor zich uit zitten staren. Hij krijgt er bij mijn vragende blik nog net uitgeperst: ‘en nu kunnen mijn hersenen pas…..’). Of wordt de olie vast in de Dutch oven gegoten voor het slow cooked eenpansgerecht van vanavond. Want tijd, dat heb je hier.

5. Structuur 
De eigenaars, een praktisch ingesteld stel (fysiek-mentaal en fysiek-emotioneel is mijn sterke vermoeden), met hun eigen behoefte aan duidelijkheid in rust, ruimte en regelmaat, bepalen hoe het er hier aan toe gaat. Er mag veel, maar er zijn dus ook duidelijke regels. Het terrein -inclusief restaurantje- is alleen voor kampeerders. Dus wandelaars vissen achter het net. Niet gereserveerd in het drukke seizoen? Jammer. Afval netjes scheiden, de rust bewaren, niet kleddernat door het douchegebouw lopen, geen muziek en geen lawaai of hard praten na 22:00 uur. De rest van de regels staat onomwonden opgesomd op een A4-tje. Waar je bij overtreding ook duidelijk op aangesproken wordt. Wat krijg je ervoor terug? Juist. Rust in je hoofd. Voor de kampeerders dan, hè. Want in het hoogseizoen, als de eigenaars al een paar lange weken 24/7 hun benen uit hun lijf lopen op het terras, kun je merken hoe druk zij het hebben, en hoe dat aanpoten is, zo’n camping. De mate van spontaniteit, flexibiliteit en sociale interactie begint dan wat rafeltjes te vertonen. Dat kost dan extra moeite. En ik begrijp ze. Maar onderling met andere emotioneel gecentreerde kampeerders zoals ikzelf (want die zijn er natuurlijk ook, die komen verwonderd met hun houthakbehoeftige partners mee – en wij herkennen elkaar direct) worden wel eens wat wenkbrauwen opgetrokken over de bijzondere vorm van klantvriendelijkheid. Er wordt er zelfs wel eens gefluisterd ‘Je zou toch denken dat je het leuk vindt om met mensen om te gaan als je een camping runt’. Maar let op: dat zegt dus vooral iets over onze eigen behoefte aan persoonlijke connectie en een hartelijke ontvangst als je ergens geld uitgeeft. Het is dus maar vanuit welke hoek je kijkt. Want hier zit de klantvriendelijkheid in de ruimte die je krijgt om binnen duidelijk gestelde kaders helemaal je ding te doen in een fantastische omgeving. Het zit ‘m in de perfecte staat van de gebouwen en het materieel. De fietspomp / snoeischaar / vuurschaal die je altijd kunt lenen. In het uitstekend bijgehouden groen, maar niet te strak: de natuur heeft hier voorrang. Dat soort dingen zijn in een heleboel ogen veel nuttiger en dus belangrijker. En dat moet je wel willen zien. Prachtig vind ik dat. Als het bloody hot is komt de Landrover met brandweerspuit het water in: kinderen komen hier niets te kort. Voor hen is er een gratis avonturenboekje ‘alleen voor de serieuze avonturier’ te krijgen bij de receptie, met daarin hikes, puzzeltochten, natuurweetjes. Nooit zomaar een heel verhaal beginnen terwijl ze bezig zijn, maar een afspraak maken voor de volgende dag. Dan is er alle ruimte. En geef ze eens ongelijk. Daar kan ik echt wat van leren.

6. Community
Het jaarlijkse Landroverweekend is net achter de rug. Een efficiënte, geoliede machine. Vanaf vrijdagmiddag komen ze het terrein op rollen en worden de terreinwagens (de een nog vollediger uitgerust dan de ander) met gepaste ruimte ertussen opgesteld. Uiteraard met de neus richting de weg. Dat is niet meer dan logisch. Dan wordt de ‘gear’ af- en uitgeladen.  Ingenieuze daktenten met ladders, puur functioneel kampeermeubilair (en nooit meer stoelen dan het aantal kampeerders), hele keukenstellages met hufterproof buitenkookmateriaal in keurige transparante kratten, ijzeren flight cases met clubstickers. 1 theedoek. En een vuurschaal. Iedereen is druk in de weer, allemaal in outdoorkleding, compleet met Landroverweekend 2018-T-shirts* (vooraf besteld dus) en op verstandige schoenen (ik: slippers). Op zaterdagochtend worden er na een collectief clubontbijt onder grote tarpen zonder veel gepraat en netjes in de rij stoere autofoto’s gemaakt, allen voorzien van speciale LR18-rally-platen. Hierna begint het gevroemmmm, en start dé Landroverrit, oftewel een ‘bolletje-pijltje-tocht’. Vraag me niet wat het is. Jasper lacht me dus gewoon uit. Het is mij een raadsel, dit evenement. Wij, als ‘vaste gasten’, vallen hier totaal buiten. Maar met een Landrover zouden we er meteen bij horen. Want dat is hier het hogere doel: het groepsgevoel. Ik zie die man van mij wel lonken, hoor. Zucht.

*Ik: ‘Ik begrijp niet wat nou de lol is van allemaal diezelfde t-shirtjes’. Jasper: ‘Hoezo? Je doet het samen of je doet het niet’. Tja.

Fysiek-mentale humor:
“Als mijn kinderen iets willen weten van me, zeggen ze tegenwoordig bij voorbaat al ‘Pa, doe maar het 5-, 10- of 30-minuten antwoord’.
Anders ben ik een uur aan het woord en dan waren ze alleen maar benieuwd hoe laat het was.”


Het kernkwaliteitenkwadrant van de fysiek-mentale dynamiek © De Verschilspecialisten

Mensen met de fysiek-mentale persoonlijkheidsdynamiek zijn de praktische, resultaatgerichte, strategische probleemoplossers onder ons, uitstekende planners ook.  Ze werken vanuit de praktijk en zijn met een kritisch oog voor bruikbaarheid gericht op doelen, structuren en efficiency. Ze zijn van nature bezig met het strategisch uitvoeren van hun plannen, die meestal tot doel hebben om processen beter te laten functioneren. Voor zichzelf, maar zeker ook voor andere betrokkenen. Ze zijn van nature minder gericht op gevoelens en persoonlijke connectie met mensen. Net zoals iedere persoonlijkheidsdynamiek een specifieke ontwikkelrichting heeft, is het ontwikkelen van flexibiliteit en aandacht voor de beleving van anderen een uitdaging voor deze dynamiek.


P.S. Lang verhaal? Ga jij maar eens een tijdje fysiek kamperen, dan kunnen ook jouw verhalen niet meer kort.


Wil je weten wat wij allemaal doen met verschillen in ons werk als (team)coach en trainer in het onderwijs en bedrijfsleven? Check it out op www.verschilspecialisten.nl  (of bel/mail ons gewoon even).

Mam, WhatsApp is geen communicatiemiddel!

Door Helga van der Hart

Picture this

Onze zoon, bijna 13 jaar, zijn leven bestaat vooral uit Instagram, Minecraft, Fortnite. Oh ja, naast zijn bestaan in het cellencomplex waar hij elke dag naar toe moet (mam, als je het goed beschouwt, is de school gewoon een cellencomplex hè!…). Heb je een beetje een beeld inmiddels?


Een gesprekje met mijn zoon op een doordeweekse dag in juni

Een van de genietmomenten (over het algemeen dan ;-)) is dat we doordeweeks met z’n allen aan tafel ontbijten. Deze zonnige dag was Pascal al op pad, dus had ik dit ritueel met de kids, met een gesprek dat als volgt verliep:

Zoon: ‘Mam, ik heb echt weer zin in de wintersport’
Ik: ‘Leuk, dat duurt nog wel even. Ik heb je wel een app gestuurd om in de zomer skilessen op de borstelbaan te nemen. Dat is tenminste wat sneller dan de skivakantie’
Zoon: ‘Oh ja? Wanneer heb je dat gestuurd?’
Ik: ‘In de meivakantie toen je aan het vissen was’
Zoon: ‘Oh, dat lees ik niet hoor. Als mensen me willen spreken of iets tegen me willen zeggen, moeten ze dat gewoon rechtstreeks doen’
Ik: Inwendig moet ik grinniken en zei: ‘papa vindt WhatsApp ook geen communicatiemiddel’. *
Zoon: ‘Ik dus OOK niet!’, zei hij vervolgens uit de grond van zijn hart, met zelfs zijn hand op zijn hart. ‘Ik gebruik die app ook niet, alleen die spam-appgroep uit mijn klas scroll ik af en toe door, maar ik reageer nergens op.’

* Niet zo lang geleden kreeg ik vanuit verschillende hoeken (vrienden, familie) weer eens de reactie (ja, dat was niet de eerste keer): ‘Jouw man reageert ook nooit op de app’. Nu is dit voor mij overigens geen nieuws hoor. Wij hebben thuis altijd het grapje dat als ik een app van Pascal krijg of als hij me belt, er iets aan de hand is. Maar goed, later gaf ik hem dit terug, waarop hij reageerde: ‘Voor mij is WhatsApp ook geen communicatiemiddel, ik kan daar niks mee’. Zo vader, zo zoon. 😉

 

Die avond

Tja, je bent coach of niet, sorry hiervoor. Moest ik dit natuurlijk toch eens duidelijk krijgen met man en zoonlief. En stelde ik vervolgens de vraag: ‘ Op welke manier moet ik dan iets in de app zetten om wel antwoord te krijgen?’. Waarop unaniem het antwoord kwam: ‘Niet dus’. Goed, terug in mijn hok. Laat ik nou net die app superhandig en praktisch vinden. Ik gebruik de app juist om iets in de ether te slingeren, zodat het uit mijn systeem is. Blijkt dat het in de gevallen richting mijn man en zoon, wel uit mijn systeem is, maar dat het helemaal niet in een ander systeem is gekomen ;-).
Kijk, dat verklaart een hoop!

 

Communicatie, hoe zit dat nu toch?

Ach, we weten natuurlijk allemaal dat we verschillende behoeften hebben als het gaat over communicatie. Niet gezegd dat dit daarom dus makkelijk is, zo blijkt maar weer uit bovenstaande. Om een klein beetje helderheid te scheppen, hierbij een (op Human Dynamics gebaseerd) overzicht om de communicatie een stapje verder te helpen. De communicatiebehoeften van mijn zoon en man (mentaal–fysiek) en mijn behoefte (emotioneel–fysiek), zijn dus heel verschillend…. Wat helpt jou het meest? Laat het vooral even weten.

 

Dit moet je van me weten in communicatie                                            

schema verschillen in communicatiebehoeften

* Ah, de manier waarop ik de app gebruik past hier niet zo lekker bij 😉


De reactie van mijn zoon

Toen mijn zoon lucht kreeg van dit blog, was zijn reactie: ‘mam, dit is gewoon privacyschending’ ;-). Op de vraag of ik het goed kon maken door zijn Instagramaccount door jullie te laten liken (‘zoon, weet dat dit blog wel door bijna 1000 mensen gelezen wordt hè’ –  hij zou zomaar in een keer zijn Insta-doel bereikt kunnen hebben) was zijn reactie: ‘Echt niet, ik voeg alleen mensen toe die ik ken’.

O.k., I’ve got it, maar toch bedankt zoon, dat ik dit voorbeeld mocht gebruiken!


Interessant? Je kunt ons vinden via www.verschilspecialisten.nl.

 

Human Dynamics: drie visies op vriendschap

Wat voor vriend(in) ben jij?

Door Mara Lammertzen

Als ik zeg: ‘vriendschap’, wat zie jij dan voor je?

  1. Een diepgaand gesprek met een of twee vriend(inn)en tot in de kleine uurtjes;
  2. Met een vriendengroep na de wedstrijd aan de bar, lachend en pratend over van alles en nog wat;
  3. In stilte met die ene goede vriend(in) van de natuur genietend door het bos wandelen;
  4. Iets anders?

Liever een vriend op de bank dan tien in de kroeg
Ik ben zelf –je raadt het al– van het type bankgesprek. Of we gaan wandelen, maar dan wórdt er wat afgeklept… Ik heb een klein aantal hele goede en een paar goede vriendinnen, allemaal verschillend, die ik het liefst een op een zie. Zie ik er meer dan twee tegelijk, en vooral bij mij thuis, dan kom ik niet aan een goed gesprek toe en weet ik aan het eind van de avond nog niet hoe het nou écht met ze gaat. Laat staan of ze het wel naar hun zin hebben gehad. Niet onbelangrijk. Ik ken een handvol mannen die zich hierin herkennen, hoewel ze het niet zo snel toe zullen geven. Want ja, dat is wel een beetje een vrouwending natuurlijk…. 😉  Voordeel: ik ken mijn vriendinnen goed. Nadeel: ik heb nooit genoeg tijd om ze zo regelmatig als ik zou willen, te zien.

Mijn lief heeft twee goede vrienden (al jáááren) die hij beiden zelden belt of spreekt, terwijl er een praktisch om de hoek woont. Maar ze zijn er altijd voor elkaar en ze vinden het leuk om een biertje te pakken of weer ‘ns te gaan dansen. Geocachen komt ook nog wel ’s voor. Maar wanneer hij in de put zit, zal hij geen contact opnemen. Contact onderhouden is ook niet zijn sterkste punt, vindt hij zelf, maar ach. Hij denkt er gewoon niet aan en lost problemen liever eerst zelf op, daarna ‘vertelt ‘ie het wel een keer’.

Mannen- en vrouwenvriendschappen
‘Ja, maar mannen en vrouwen gaan sowieso heel anders met vriendschap om.’ Toch? Vrouwen delen hun ziel en zaligheid in lange gesprekken. Wanneer er iets misgaat tussen vriendinnen kan het dagen, weken of zelfs jaren duren voor het ‘weer helemaal goed is’. Of het komt nooit meer goed: ze ontlopen elkaar steevast en in het ergste geval wordt er over en weer geroddeld bij het leven. Mannen lossen dat –zo lijkt het- veel simpeler op. Ruzie? Je geeft elkaar een kopstoot en daarna drink je met een blauw oog een lekker fris biertje.
En toch zullen er mannen zijn die kiezen voor de goede gesprekken met die ene fijne vriend, en vrouwen die wel houden van een (k)opstootje om het daarna weer bij te leggen zonder dat de vriendschap daaronder lijdt. Dus die mannen/vrouwenvlieger gaat niet op. Waar zit het ‘m dan in?

Drie visies op quality time
Jaja, daar komt ‘ie, dat zit ‘m in (onder andere) je persoonlijkheidsdynamiek. Oftewel: hoe je intern ‘bedraad’ bent: je natuurlijke focus en je specifiek eigen behoeftes in communicatie.
Want hoe ziet een echt goede vriendschap er eigenlijk uit? Bij hoeveel vrienden en hoeveel diepgang voel jij je goed? Wil je je vooral graag geliefd voelen als mens, je gevoel delen, lachen, elkaars leven bespreken? Of word je graag gewaardeerd om wat je voor en met je vrienden doet, in voor- en tegenspoed? Wat ook kan is dat je vriendschappen met meerdere mensen aan je voorbij laat gaan omdat je simpelweg weinig behoefte hebt aan zoveel samen doen, gevoelens delen of koetjes en kalfjes. Drie totaal verschillende visies op vriendschap, die er allemaal zijn. Interessant detail: vaak verwacht je van anderen dezelfde visie op vriendschap als de jouwe. Vind je die ene collega als je vraagt naar haar verjaardagsplannen misschien wel een vreemde vogel of een ongeleid projectiel. Gevolg is dat je vaak automatisch vrienden kiest waarmee het op jouw eigen behoefteniveau ‘klikt’. Ergo: die dezelfde centrering hebben.

Schermafbeelding 2016-05-11 om 15.29.31Sociaal-emotionele vaardigheden maken gelukkig?
Ik hoor van ouders wel eens hun zorg over (vooral het schijnbare gebrek aan) de vriendschappen van hun kinderen. ‘Hij heeft maar een vriend, en hoort er eigenlijk niet bij’. Of ‘Ze wordt buitengesloten omdat ze niet zo goed kan uiten wat ze voelt of wat ze wil’. Het zegt soms iets over het kind, maar meestal iets over de (eigen behoefte van) de ouder. Het doet me denken aan een onderzoek waaruit blijkt dat ‘de gelukkigste kinderen sociaal-emotioneel vaardige kinderen zijn. Ze worden vaker uitgenodigd op feestjes, worden graag gezien, en kunnen daardoor hun sociale vaardigheden steeds meer verfijnen. Kinderen die op sociaal-emotioneel gebied wat moeilijkheden hebben, hebben daardoor ook weer vaak minder sociale contacten, waardoor de kans dat ze er mee kunnen oefenen en zich er verder een beetje in kunnen bekwamen ook afneemt.

Emotioneel gecentreerde kinderen lijken hier als winnaars uit de bus te komen. Maar niet ieder kind is gelukkiger door ‘erbij te horen’. Sommige kinderen kijken graag vanaf de zijlijn (mentale centrering), daar leren ze wat henzelf betreft voldoende van. Niks mis mee. Sommigen houden het graag bij een of twee goede vrienden om samen iets te ‘doen’ en hebben er veel moeite mee wanneer die uit het zicht verdwijnen door bijvoorbeeld een verhuizing (fysieke centrering). Wanneer de tijd rijp is zal een kind dat van nature meer z’n best moet doen voor het maken van contact, dat voorzichtig gaan uitproberen. Simpelweg omdat het nu eenmaal handig is wanneer je ouder wordt dat je begrijpt wat jouzelf en anderen beweegt en hoe je daarmee om moet gaan. Wat wel helpt is dat je als ouder onbevooroordeeld kunt kijken naar wat jouw kind wel of niet prettig vindt als het om contact maken en onderhouden gaat. Kijk ook eens naar wat jij zelf ‘normaal’ vindt, oftewel: wat zijn jouw overtuigingen over vrienden hebben?

Tips voor ouders: zelfbewustzijn als sleutel
Hoe beter een kind zichzelf gaat begrijpen en zijn behoeftes leert kennen, hoe meer een kind in eerste instantie zijn of haar eigen vriend kan zijn. Hierdoor zal vrienden maken (nog) gemakkelijker worden. Wat vind het kind (on)prettig in een vriendschap? Praat over emoties en zoek samen uit welke gevoelens daarbij horen. Vergeet natuurlijk niet om te vragen of jouw interpretaties kloppen. Op deze manier haal je het bewustzijn van je kind naar boven. Breng ook je eigen overtuigingen in beeld. Wat is van jou en wat is van je kind? Wat zijn uitdagende situaties? Waar kan je kind hulp bij gebruiken?
Oefen ook eens met een luchtig rollenspel. Laat je kind de situatie schetsen die je hij of zij lastig vindt. Je kind ervaart dan wat er gebeurt en jij kunt het zien. Kijk ook eens naar de houding van het kind. Is die ontspannen? Voeten stevig op de grond? Een stevige houding maakt je kind sterker. Ademhaling naar de buik? Rust in je buik geeft rust in je hoofd. Vanuit rust kan een kind reageren in het hier en nu. Oefen eens met zinnen als: ‘geef me even tijd’ of ‘ik denk er even over na’ als snel reageren niet lukt.

Handig om je bewust te zijn van een andere kijk op vriendschap. Volg – al naar gelang wat past bij jou – je hoofd, hart en/of handen, dan blijf je ook je eigen vriend.

Inpakken en wegwezen

Door Mara Lammertzen

Vakantie! Dé tijd om verschillen tussen jou en je partner weer eens ‘lekker’ tegen te komen. En er dan vooral gebruik van te maken…

Wat is er nou mooier dan tussen de loslopende kippen wakker te worden en met je voeten in het gras te ontbijten? Om vervolgens je hangmatje in te duiken met een heerlijk boek, of al kletsend met de buren de camping over te lopen. Naar dat gezellige marktje te gaan in de zinderende hitte, of kijk! Wat een leuk terrasje, lekker mensen kijken. Tenminste, als je het mij met mijn emotioneel-fysieke persoonlijkheidsdynamiek vraagt. Mijn lief, met zijn praktische fysiek-mentale gesteldheid, denkt daar héél anders over. Die hoeft eindelijk eens niets, want het nooit eindigende to-do-lijstje ligt lekker thuis. Het ‘sociale gedoe’ mag met name overdag aan zijn neus voorbij gaan, want hij is liever bezig met het op orde maken en verbeteren van het ‘kampement’, zoals dat bij ons heet. Of met hout kappen voor het kampvuur straks. In het buitenland hebben ze ook doe-het-zelf-winkels, uiteraard. En anders wordt er wel een outdoorklusje gevonden op de ecocamping. Sinds onze dochter de helft van de achterbank inneemt onderweg is er dan ook een aanhangwagen en een dakzak aangeschaft zodat alle spullen die hij misschien nog wel eens nodig zou kunnen hebben zich ‘aan boord’ bevinden. De auto wordt tot op de laatste centimeter efficiënt ingepakt met doorzichtige kratten en drybags, zodat in geval van ernstige regenval alles tenminste vindbaar en droog blijft. De paspoorten, geld, vignetten, verzekeringsdocumenten in Google Docs, pech-set en neonjasjes: dat heeft hij alweer geregeld (na het lezen van dit blog: ‘je vergeet de gereedschapskist en de noodhamer te noemen’: I rest my case). Twee kratten met keukenspullen gaan de middag voor vertrek langs mij om te worden aangevuld met theedoeken, afwasmiddel, olijfolie, kruiden, tafellaken, kaarsjes en gezellige wijnglaasjes. Kleding en linnengoed zet ik klaar, zonnebrand, speelgoed, en de onderweg-voer-tas is ook mijn klus. Hij is van de veiligheid en de (ietwat uitgebreide, okee) spullenboel, ik van de in- en uitwendige mens. Het is maar waar je focus ligt. Het werkt samen in ieder geval als ’n trein die altijd ’n high five krijgt als we de hoek omrijden. Waarna ik vervolgens ineens denk aan mijn zonnebril of sleutels voor de buren met bedankbriefje of telefoon die nog op het aanrecht liggen. Hij is van het inpakken, ik van het wegwezen. ‘Maar’, zegt hij, ‘ik geniet nóg meer van het weg zijn’.

Foto boven: Inderdaad, in de waterdichte bak achter de trekhaak zit de (uiteraard op zowel 220 volt, 12 volt als gas werkende) koelkast… 😉

Meer bereiken bij je klant: een stappenplan

Door Helga van der Hart

In minder tijd meer verkopen met oprechte aandacht voor je klant? Yes, you can!

Hoe komt het dat contact leggen en verkopen bij de ene klant zo makkelijk gaat en dat het bij de andere klant zoeken is naar een goed contact en goede verkoop? Dit heeft alles te maken met de verschillende communicatiebehoeften die er zijn tussen jou en de ander. Dit is vast geen nieuws voor je, maar hoe verander je dit?

Met de volgende stappen kom je al een heel eind.

  • Sluit in je gesprek aan op de behoeften van de klant en zet je eigen behoeften aan de kant:
  • Bedenk dat er meer wegen naar Rome leiden
  • Kijk met oprechte aandacht en nieuwsgierigheid naar je klant en vraag je af:

A.  Praat mijn klant graag vanuit ‘het’, komt hij/zij wat afstandelijk over en denkt hij/zij logisch, lineair en conceptueel?
B.  Praat mijn klant graag vanuit ‘ik”, is hij/zij een gevoelsmens en denkt hij/zij bij voorkeur associatief en pratend?
C.  Praat mijn klant graag vanuit ‘wij”, komt hij/zij wat afwachtend over en denkt hij/zij in systemen en verbanden?

Indien A: Bereid je gesprek voor, verstrek informatie vooraf, denk na over de lange termijn en structuur, communiceer beknopt en helder en geef je klant voldoende denktijd tijdens het gesprek.

Indien B: Maak contact door een persoonlijk verhaal, zorg voor een goede sfeer, geef een mondelinge toelichting, geef de klant de ruimte om zijn gedachten hardop te ordenen en maak het concreet.

Indien C: Verstrek informatie vooraf, vertel vooraf wat het doel van het gesprek is, geef voldoende feiten en context en gebruik praktijkervaringen en voorbeelden.

Succes! Ik ben benieuwd naar jouw ervaringen.