Human Dynamics: drie visies op vriendschap

Wat voor vriend(in) ben jij?

Door Mara Lammertzen

Als ik zeg: ‘vriendschap’, wat zie jij dan voor je?

  1. Een diepgaand gesprek met een of twee vriend(inn)en tot in de kleine uurtjes;
  2. Met een vriendengroep na de wedstrijd aan de bar, lachend en pratend over van alles en nog wat;
  3. In stilte met die ene goede vriend(in) van de natuur genietend door het bos wandelen;
  4. Iets anders?

Liever een vriend op de bank dan tien in de kroeg
Ik ben zelf –je raadt het al– van het type bankgesprek. Of we gaan wandelen, maar dan wórdt er wat afgeklept… Ik heb een klein aantal hele goede en een paar goede vriendinnen, allemaal verschillend, die ik het liefst een op een zie. Zie ik er meer dan twee tegelijk, en vooral bij mij thuis, dan kom ik niet aan een goed gesprek toe en weet ik aan het eind van de avond nog niet hoe het nou écht met ze gaat. Laat staan of ze het wel naar hun zin hebben gehad. Niet onbelangrijk. Ik ken een handvol mannen die zich hierin herkennen, hoewel ze het niet zo snel toe zullen geven. Want ja, dat is wel een beetje een vrouwending natuurlijk…. 😉  Voordeel: ik ken mijn vriendinnen goed. Nadeel: ik heb nooit genoeg tijd om ze zo regelmatig als ik zou willen, te zien.

Mijn lief heeft twee goede vrienden (al jáááren) die hij beiden zelden belt of spreekt, terwijl er een praktisch om de hoek woont. Maar ze zijn er altijd voor elkaar en ze vinden het leuk om een biertje te pakken of weer ‘ns te gaan dansen. Geocachen komt ook nog wel ’s voor. Maar wanneer hij in de put zit, zal hij geen contact opnemen. Contact onderhouden is ook niet zijn sterkste punt, vindt hij zelf, maar ach. Hij denkt er gewoon niet aan en lost problemen liever eerst zelf op, daarna ‘vertelt ‘ie het wel een keer’.

Mannen- en vrouwenvriendschappen
‘Ja, maar mannen en vrouwen gaan sowieso heel anders met vriendschap om.’ Toch? Vrouwen delen hun ziel en zaligheid in lange gesprekken. Wanneer er iets misgaat tussen vriendinnen kan het dagen, weken of zelfs jaren duren voor het ‘weer helemaal goed is’. Of het komt nooit meer goed: ze ontlopen elkaar steevast en in het ergste geval wordt er over en weer geroddeld bij het leven. Mannen lossen dat –zo lijkt het- veel simpeler op. Ruzie? Je geeft elkaar een kopstoot en daarna drink je met een blauw oog een lekker fris biertje.
En toch zullen er mannen zijn die kiezen voor de goede gesprekken met die ene fijne vriend, en vrouwen die wel houden van een (k)opstootje om het daarna weer bij te leggen zonder dat de vriendschap daaronder lijdt. Dus die mannen/vrouwenvlieger gaat niet op. Waar zit het ‘m dan in?

Drie visies op quality time
Jaja, daar komt ‘ie, dat zit ‘m in (onder andere) je persoonlijkheidsdynamiek. Oftewel: hoe je intern ‘bedraad’ bent: je natuurlijke focus en je specifiek eigen behoeftes in communicatie.
Want hoe ziet een echt goede vriendschap er eigenlijk uit? Bij hoeveel vrienden en hoeveel diepgang voel jij je goed? Wil je je vooral graag geliefd voelen als mens, je gevoel delen, lachen, elkaars leven bespreken? Of word je graag gewaardeerd om wat je voor en met je vrienden doet, in voor- en tegenspoed? Wat ook kan is dat je vriendschappen met meerdere mensen aan je voorbij laat gaan omdat je simpelweg weinig behoefte hebt aan zoveel samen doen, gevoelens delen of koetjes en kalfjes. Drie totaal verschillende visies op vriendschap, die er allemaal zijn. Interessant detail: vaak verwacht je van anderen dezelfde visie op vriendschap als de jouwe. Vind je die ene collega als je vraagt naar haar verjaardagsplannen misschien wel een vreemde vogel of een ongeleid projectiel. Gevolg is dat je vaak automatisch vrienden kiest waarmee het op jouw eigen behoefteniveau ‘klikt’. Ergo: die dezelfde centrering hebben.

Schermafbeelding 2016-05-11 om 15.29.31Sociaal-emotionele vaardigheden maken gelukkig?
Ik hoor van ouders wel eens hun zorg over (vooral het schijnbare gebrek aan) de vriendschappen van hun kinderen. ‘Hij heeft maar een vriend, en hoort er eigenlijk niet bij’. Of ‘Ze wordt buitengesloten omdat ze niet zo goed kan uiten wat ze voelt of wat ze wil’. Het zegt soms iets over het kind, maar meestal iets over de (eigen behoefte van) de ouder. Het doet me denken aan een onderzoek waaruit blijkt dat ‘de gelukkigste kinderen sociaal-emotioneel vaardige kinderen zijn. Ze worden vaker uitgenodigd op feestjes, worden graag gezien, en kunnen daardoor hun sociale vaardigheden steeds meer verfijnen. Kinderen die op sociaal-emotioneel gebied wat moeilijkheden hebben, hebben daardoor ook weer vaak minder sociale contacten, waardoor de kans dat ze er mee kunnen oefenen en zich er verder een beetje in kunnen bekwamen ook afneemt.

Emotioneel gecentreerde kinderen lijken hier als winnaars uit de bus te komen. Maar niet ieder kind is gelukkiger door ‘erbij te horen’. Sommige kinderen kijken graag vanaf de zijlijn (mentale centrering), daar leren ze wat henzelf betreft voldoende van. Niks mis mee. Sommigen houden het graag bij een of twee goede vrienden om samen iets te ‘doen’ en hebben er veel moeite mee wanneer die uit het zicht verdwijnen door bijvoorbeeld een verhuizing (fysieke centrering). Wanneer de tijd rijp is zal een kind dat van nature meer z’n best moet doen voor het maken van contact, dat voorzichtig gaan uitproberen. Simpelweg omdat het nu eenmaal handig is wanneer je ouder wordt dat je begrijpt wat jouzelf en anderen beweegt en hoe je daarmee om moet gaan. Wat wel helpt is dat je als ouder onbevooroordeeld kunt kijken naar wat jouw kind wel of niet prettig vindt als het om contact maken en onderhouden gaat. Kijk ook eens naar wat jij zelf ‘normaal’ vindt, oftewel: wat zijn jouw overtuigingen over vrienden hebben?

Tips voor ouders: zelfbewustzijn als sleutel
Hoe beter een kind zichzelf gaat begrijpen en zijn behoeftes leert kennen, hoe meer een kind in eerste instantie zijn of haar eigen vriend kan zijn. Hierdoor zal vrienden maken (nog) gemakkelijker worden. Wat vind het kind (on)prettig in een vriendschap? Praat over emoties en zoek samen uit welke gevoelens daarbij horen. Vergeet natuurlijk niet om te vragen of jouw interpretaties kloppen. Op deze manier haal je het bewustzijn van je kind naar boven. Breng ook je eigen overtuigingen in beeld. Wat is van jou en wat is van je kind? Wat zijn uitdagende situaties? Waar kan je kind hulp bij gebruiken?
Oefen ook eens met een luchtig rollenspel. Laat je kind de situatie schetsen die je hij of zij lastig vindt. Je kind ervaart dan wat er gebeurt en jij kunt het zien. Kijk ook eens naar de houding van het kind. Is die ontspannen? Voeten stevig op de grond? Een stevige houding maakt je kind sterker. Ademhaling naar de buik? Rust in je buik geeft rust in je hoofd. Vanuit rust kan een kind reageren in het hier en nu. Oefen eens met zinnen als: ‘geef me even tijd’ of ‘ik denk er even over na’ als snel reageren niet lukt.

Handig om je bewust te zijn van een andere kijk op vriendschap. Volg – al naar gelang wat past bij jou – je hoofd, hart en/of handen, dan blijf je ook je eigen vriend.

Verschillen, echt zó irritant!

Door: Helga van der Hart

“Volgens mijn oma is elke partner weleens perfect“ – Loesje

‘Ja, ja, leuk die blogs over mooie verschillen. Maar ik vind verschillen vaak ontzettend irritant’, ik kan het je bijna horen denken. Want er is natuurlijk niks irritanter wanneer je partner (of je collega) niet gewoon hetzelfde denkt als jij. Dat zou de wereld een stuk overzichtelijker maken, toch?

Discussie over het huishouden

Stiekem denken we dat allemaal wel eens, ik natuurlijk ook. Onlangs nog, toen ik thuis met manlief weer zo’n fijne discussie over het huishouden had (nadat ik hem vroeg of hij bij het opruimen ook aan de details wilde denken, oei). Ik bedacht me hoe handig het toch zou zijn om met een vrouw te leven. Die zou me tenminste begrijpen… Tijdens een borrel deze vraag maar eens gesteld aan een bevriend lesbisch echtpaar. Wat bleek? Ze kenden hetzelfde probleem ;-), ok, dat lijkt dus niet de oplossing.

Relatievoorbeeld

In het begin van onze relatie vonden we elkaar en onze verschillen juist interessant, sterker nog, we dachten dat we heel erg hetzelfde waren. Ja, nu weten we dat we juist heel erg verschillend zijn en elkaar aanvullen (dit is uiteraard de positieve manier van kijken 🙂 ). Maar het werkt(e), samen in alle rust boeken in de tuin lezen (duidelijke invloed van manlief, een belangrijke balansbrenger voor mij). Samen naar vrienden en familie (ok, beetje invloed van mij, maar een goede balansbrenger voor hem).

Wanneer werkt het wel?

Op het moment dat wij beiden goed in ons vel zitten, werken deze verschillen heel goed. We hebben dan aandacht voor onze eigen kwaliteiten en benutten onze balansbrengers goed. Tuurlijk hebben we dan wel eens een discussie, maar de grote ergernissen blijven uit.

Druk op de ketel

Maar je raadt het al, als er druk op de ketel komt gaat het mis. Ik schiet door in gedetailleerd en praktisch bezig zijn (en luister niet meer naar mijn gevoel) en hij (sorry Pascal) heeft nog meer tijd en ruimte voor zichzelf nodig en houdt zich bezig met de hoofdlijnen. Je begrijpt, een groot gat.

Het helpt dan enorm als we ons realiseren dat we in onze valkuilen zijn gestapt, ik (over – organiseren) en hij (afwezig). Met een goed gesprek (contact is voor mij belangrijk en is zijn balansbrenger) en een glas wijn (rust is voor hem belangrijk en mijn balansbrenger) lukt het ons meestal om hier weer een balans in te vinden. Gelukkig maar!

Van irritant naar interessant

Vaak helpt het om te bedenken dat als je een stukje van de irritante eigenschap van de ander toevoegt aan jezelf, dit een absolute balansbrenger is. Want vinden dat een ander irritante eigenschappen heeft, heeft vooral te maken met je eigen behoefte ;-).

Ik ben benieuwd, hoe zit dit bij jou/jullie?

Mijn ondernemersfamilie: verschillen in ondernemen

Door Helga van der Hart

Is jouw goede voornemen het starten van een onderneming? Wellicht geeft dit blog je inspiratie.

Ik kan wel zeggen dat ik uit een echt ondernemersnest kom. Mijn overgrootouders (zo bleek bij het schrijven van dit blog), mijn grootouders, mijn ouders, mijn enige broer, mijn enige zus, ikzelf en straks ook mijn man hebben allemaal hun eigen onderneming (gehad). Geen ondernemingen van vader op zoon/dochter, maar hele verschillende bedrijven. Een aannemersbedrijf, melkboer, kruidenier, franchise–organisatie, fysiotherapeut, projectmanagement en training & coaching. Gaaf toch!?

Wat mij inspireerde voor dit blog is de wijze waarop mijn man het starten van een onderneming aanpakt. Pfff, wat een verschil met hoe ik dat heb gedaan en, zo blijkt na een aantal interviewvragen via de mail, hoe mijn vader, broer en zus dit hebben gedaan.

Mijn vader: directeur/eigenaar van diverse franchise-organisaties
Fysiek-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Was en ben altijd op zoek geweest naar nieuwe uitdagingen, zo ook in 1983, het jaar waarin ik op zoek was naar iets nieuws.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Een vriend van me vroeg of ik interesse had een huishoudelijke artikelen winkel te gaan runnen in franchising. Een heel grote stap van cv-technicus naar ondernemer. Op een zaterdagmiddag (in 1983 om 14.00 uur) tijdens de EK schaatskampioenschappen op TV werd me dit gevraagd, na één nachtje slapen heb ik ja gezegd! Nu moet ik erbij vertellen dat wij elkaar al jaren kenden, we dit idee (weliswaar betreffende een andere winkel) al eerder hadden besproken en dat ik geen tot weinig financieel risico zou lopen.

3. Wat was het doel?
De detailhandel eens niet te benaderen vanuit de conventionele methodes, maar door middel van het motiveren van personeel en hen heel veel verantwoording te geven, zo zien te komen tot een goede werkomgeving en mooie bedrijfsresultaten.

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Explosief, ofwel binnen de franchiseformule(s) zoeken naar alsmaar nieuwe uitdagingen en naar hoe zaken beter en efficiënter kunnen. Goederen inkopen waar behoefte aan bleek, winkels verbouwen of nieuw openen daar waar de mogelijkheden lagen. In een tijdsbestek van 7 jaar hebben we 6 zaken met een grote diversiteit opgestart. Alle zaken bestaan tot aan de dag van vandaag! Wij bedachten o.a. de formule om 2 verschillende winkels naast elkaar onder één management te laten draaien. Ofwel, achter de deuren was er één kantine, magazijn en administratie. Dit alles gerund door één bedrijfsleider en eerste verkoper/ster. Kostenbesparing, gecombineerd met een flexibele personele inzet bleek een goede greep.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Ondernemen zit wellicht in de genen. Beide grootouders hadden eigen zaken, overigens totaal verschillende. Om het personeel te motiveren was één van mijn slogans: Ik ga er vanuit dat je binnen de kortste keren meer verstand van het vak hebt dan ik, hoe meer ik aan het personeel kon overlaten hoe meer tijd ik kreeg  om nieuwe uitdagingen op te zoeken. Ik mijn werkzame leven heb ik met 5 verschillende franchiseformules gewerkt. Bij allen bleek dat wanneer je het aan durf/aan kunt om je hoofd boven het maaiveld uit te steken, het positieve bedrijfsresultaat vanzelf komt.

N.B. Na het versturen van mijn mail met deze interviewvragen naar mijn vader hadden we toch even een discussie. ‘Wat is precies het doel, waarom doe je dit, wat houdt het blog verder in, voor wie is het?’ etc. Oeh, had ik met mijn kennis toch even snel een te kort door de bocht mailtje gestuurd. Maar goed, met een kop thee erbij alles uitgelegd en daarna prachtige antwoorden (en gelijk al historische verhalen) gekregen, dank je wel pap!

Broer: Directeur/eigenaar Odysseus (Improving Project & Portfolio Management)
Emotioneel-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur/Nieuwsgierigheid naar onbekende
Volledige ruimte voor mijn manier van denken
Drang naar onafhankelijkheid (in denken, handelen, waar en wanneer werken, geld)
Authoriteitsuitdaging. Kleur graag buiten de lijntjes.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Voor jezelf aangeven dat ondernemen trekt.
Tijdens studie al eigen handeltje en daarnaast eigen bedrijfje voor logistiek advies.
Na 2 jaar werken bij 1e werkgever wist ik dat ik in toekomst ondernemer wilde zijn.
Toen begonnen met delen van die ambitie en de eerste kans kwam vrij snel langs.
Op 24e gestart met nieuw bedrijf samen met 4 anderen. Geld geleend van ouders en blind erin gegaan.

3. Wat was het doel?
Het doel was en is vrij zijn in ruimste zin van het woord.
“Je moet” is een lastige confrontatie voor mij;-)

4: Hoe zou je je Odysseus omschrijven?
Odysseus is een leuk team van 15-20 professionals en een kwaliteitsclub in haar genre.
Het is een consultancy bedrijf (advies en implementatie) voor bedrijven die drang hebben betere keuzes te maken en die verbeteringen goed willen uitvoeren.

5: Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Altijd is wellicht te zwaar aangezet, maar als ik terugkijk en verhalen combineer dan zie je een patroon van onafhankelijk willen zijn, durf, vandaag i.p.v. morgen, creatief, anders, snel, nieuwsgierig, mijn mening etc. Dus ja denk wel dat genetisch en omgevings – factoren mij een ondernemend type maken.

N.B. Na het antwoord van mijn broer, mail ik hem: thanks, heb misschien later nog wat vragen. Zijn antwoord: dat gaat je geld kosten dan ;-).

Zus: Fysiotherapeut (Fysiotime.nl)
Emotioneel-fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Ik had het gevoel dat ik nergens helemaal mijn ei kwijt kon en tegen dingen aanliep m.b.t andere collega’s / werkgevers. Ik was op zoek naar uitdaging, diepgang en vooral om mijn eigen ideeën te kunnen toepassen.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Brainstormen en praten met mensen om mij heen, groot blad gepakt en daar veel dingen wat in mijn hoofd op kwam opgeschreven om te kijken of ik dit kon kaderen. Daarna ondernemingsplan geschreven en plan van aanpak.

3. Wat was het doel?
Het doel was om een onderneming te starten die dichtbij mijzelf stond op een professionele manier, met veel plezier in mijn werk, waar er ruimte is voor ondernemen. Waarbij patiënten snel, effectief en goed worden geholpen anno 2016 met hulp van de nieuwste digitale technieken.

4. Hoe zou je Fysiotime omschrijven?
Fysiotime is een professionele, jonge onderneming, waarbij kennis & kwaliteit vooral met veel gevoel centraal staat en er maatwerk voor een patiënt wordt toegepast.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Als beginnende fysiotherapeut wilde ik wel altijd een eigen praktijk hebben. Ik denk dat dit ook wel verweven ligt, grotendeels in mijn opvoeding. Ik merkte dat ik tijdens mijn loopbaan soms wel dingen op andere manier zag en daardoor vaker tegen de lamp liep. Ik kon dat niet altijd meteen plaatsen. Ik wilde het wel graag, maar had allerlei smoesjes om nog niet mijn gevoel achterna te gaan. Hier had ik gesprekken met anderen nodig om zo mijn gedachten te kaderen. Achteraf moest ik eerst een ander pad bewandelen, tegen de lamp te lopen en veel te proeven en te weten wat ik waard was.

N.B. Als ik mijn zus vraag of ze de mail heeft ontvangen zegt ze: ‘Mail? Heb ik die ontvangen? Ik kijk wel even, tuurlijk vul ik dat in, waarschijnlijk komt het woord gevoel bij mij erin voor.’ Klopt zus, 3 keer :-).

Mijn man: Projectmanagement en advies
Mentaal–fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur, uitdaging om op eigen benen te staan, autonomie

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Nadenken, klankborden, plan, doen

3. Wat was het doel?
Zie 1 en financieel

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Wat lastig te beantwoorden moet nog vorm krijgen.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Nee is gegroeid in de tijd.

N.B. Ik moest er even op wachten, maar letterlijk en figuurlijk kwamen de antwoorden om 2 voor twaalf (middernacht) binnen. Thanks, mooie aanvulling in mijn blog!

Helga
Emotioneel-Fysiek
Mijn antwoorden lijken het meest op de antwoorden van mijn zus, hoewel ik geen ondernemersplan heb geschreven… Vanuit een drukke baan had ik op enig moment een reflectiesessie. Wat wil ik nu echt, waar ligt mijn hart? Op dat moment was ik er diep van binnen zo van overtuigd dat ik niet meer wilde wat ik deed, dat ik ben gestopt met mijn baan. Na een tijdje van uitrusten wist ik wat ik wilde, met en voor mensen werken, mensen echt iets mee kunnen geven, dus hup naar de Kamer van Koophandel en aan de slag. Van dit werk word ik gelukkig en doe ik elke dag met heel veel plezier!

Wat ik nu zo leuk vind, is dat een ieder op zijn/haar manier succesvol is, terwijl de wegen er naar toe totaal verschillend zijn. Heb je ook gezien dat de manier van antwoorden zo verschillend is? Verschillen tussen mensen en de manier waarop ze ondernemen, mooi toch!?

Verschillen in waarneming: welk type hardloper ben jij?

Door Helga van der Hart

Oké, mijn man en ik hebben er op de vakantie maar liefst twee weken over gedaan om erachter te komen dat we toch echt dezelfde hardlooproute hadden (ach, we hadden de tijd voor een beetje discussie). 🙂

De route volgens mijn man, vanuit zijn waarneming en gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Aan het eind van de route, een huis in de verkoop (‘bijzonder, wat zou dit kosten?’)
  3. 1 losse boom (‘opmerkelijk’)
  4. Op de heenweg loopt de weg af, op de terugweg loopt de weg op (‘zo, de terugweg is een stuk zwaarder’)
  5. Witte paarden

De route volgens mij, vanuit mijn waarneming en (een deel van mijn) gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Witte paarden (‘wat een gekke plek, wie zijn de eigenaren?’)
  3. Links een groentenveld (‘welke groente zouden dat zijn, er wordt nog wel gesproeid’)
  4. Rechts een veld met kleine witte paaltjes (‘waarom zou dat zijn, niet voor groente, geen jonge aanwas…’)
  5. Dan 2 zonnebloemvelden (‘die hebben het ook zwaar met dit weer’)
  6. Huis op het eind (‘wat een onprettig huis, snel weer terug’)

Mijn reactie op hem: ‘Welke boom? Hoe ziet dat huis eruit? Die velden heb je toch wel gezien, 3 velden achter elkaar en al die witte paaltjes! Ik heb niet gemerkt dat de weg op– en afloopt, het is hier behoorlijk vlak hoor.’

Zijn reactie op mij: ‘Ik heb geen velden gezien, witte paaltjes? Waar dan precies? Heb jij die boom en dat huis niet gezien?’

In de praktijk

Voor mij is dit kenmerkend voor onze verschillen in manieren van kijken (of in onze dynamieken). Mijn man (mentaal–fysiek) richt zich graag op de lange termijn, wat is het doel, waar gaat het heen en denkt hier in in stilte graag over na. Op het werk zijn dit vaak waardevolle visonairs op afstand, je kunt bij hen niet altijd zien aan de buitenkant wat ze denken, het is goed om ze hiernaar te vragen, je zult verrast zijn!

Ik (emotioneel–fysiek) ben bezig met wat er hier en nu in de omgeving gebeurt, richt me op details en associeer graag op alles wat ik meemaak (bij voorkeur in interactie met anderen). Op het werk zijn dit vaak de echte verbinders en goede organisatoren, ze houden van flexibiliteit.


Thuis

Gelukkig zijn we nu weer thuis, kunnen we onze standaard routes lopen en kunnen we ons weer richten op andere dingen… 😉

Inpakken en wegwezen

Door Mara Lammertzen

Vakantie! Dé tijd om verschillen tussen jou en je partner weer eens ‘lekker’ tegen te komen. En er dan vooral gebruik van te maken…

Wat is er nou mooier dan tussen de loslopende kippen wakker te worden en met je voeten in het gras te ontbijten? Om vervolgens je hangmatje in te duiken met een heerlijk boek, of al kletsend met de buren de camping over te lopen. Naar dat gezellige marktje te gaan in de zinderende hitte, of kijk! Wat een leuk terrasje, lekker mensen kijken. Tenminste, als je het mij met mijn emotioneel-fysieke persoonlijkheidsdynamiek vraagt. Mijn lief, met zijn praktische fysiek-mentale gesteldheid, denkt daar héél anders over. Die hoeft eindelijk eens niets, want het nooit eindigende to-do-lijstje ligt lekker thuis. Het ‘sociale gedoe’ mag met name overdag aan zijn neus voorbij gaan, want hij is liever bezig met het op orde maken en verbeteren van het ‘kampement’, zoals dat bij ons heet. Of met hout kappen voor het kampvuur straks. In het buitenland hebben ze ook doe-het-zelf-winkels, uiteraard. En anders wordt er wel een outdoorklusje gevonden op de ecocamping. Sinds onze dochter de helft van de achterbank inneemt onderweg is er dan ook een aanhangwagen en een dakzak aangeschaft zodat alle spullen die hij misschien nog wel eens nodig zou kunnen hebben zich ‘aan boord’ bevinden. De auto wordt tot op de laatste centimeter efficiënt ingepakt met doorzichtige kratten en drybags, zodat in geval van ernstige regenval alles tenminste vindbaar en droog blijft. De paspoorten, geld, vignetten, verzekeringsdocumenten in Google Docs, pech-set en neonjasjes: dat heeft hij alweer geregeld (na het lezen van dit blog: ‘je vergeet de gereedschapskist en de noodhamer te noemen’: I rest my case). Twee kratten met keukenspullen gaan de middag voor vertrek langs mij om te worden aangevuld met theedoeken, afwasmiddel, olijfolie, kruiden, tafellaken, kaarsjes en gezellige wijnglaasjes. Kleding en linnengoed zet ik klaar, zonnebrand, speelgoed, en de onderweg-voer-tas is ook mijn klus. Hij is van de veiligheid en de (ietwat uitgebreide, okee) spullenboel, ik van de in- en uitwendige mens. Het is maar waar je focus ligt. Het werkt samen in ieder geval als ’n trein die altijd ’n high five krijgt als we de hoek omrijden. Waarna ik vervolgens ineens denk aan mijn zonnebril of sleutels voor de buren met bedankbriefje of telefoon die nog op het aanrecht liggen. Hij is van het inpakken, ik van het wegwezen. ‘Maar’, zegt hij, ‘ik geniet nóg meer van het weg zijn’.

Foto boven: Inderdaad, in de waterdichte bak achter de trekhaak zit de (uiteraard op zowel 220 volt, 12 volt als gas werkende) koelkast… 😉