Al je teamleden in de startblokken met de juiste voorinformatie

Door Mara Lammertzen

Wist je dat jij de veranderbereidheid van mensen kunt beïnvloeden door hen op een andere manier te informeren? Zodat je tegemoet komt aan verschillende behoeften? Tijd voor een paar superpraktische tips om je informatieverstrekking te upgraden.

Stel, je wilt je team informeren over een teamdag, een training, een ophanden zijnde organisatieverandering, etc. Hoe zorg jij ervoor dat zoveel mogelijk mensen bij zichzelf denken: ‘okee, ik begrijp het, daar kan ik wel wat mee’? Doe jij dat op een voor iedereen heldere manier? En WAT vertel je eigenlijk precies om mensen met verschillende informatiebehoeften te helpen aanhaken?

Wees afhaken voor!
Waarschijnlijk noem je in ieder geval een aantal argumenten die jijzelf – in hun positie – nodig zou hebben om je te overtuigen of ontvankelijk te maken voor een plan. Maar met het gedachtegoed van Human Dynamics weten we dat de ene persoon, bewust danwel onbewust, fundamenteel andere informatie nodig heeft om een op handen zijnde verandering te kunnen omarmen dan de ander. Weet jij wie van je teamleden makkelijk aanhaakt bij jouw aanpak, en bij wie je het risico loopt op vroegtijdig afhaken?

Verschillende motivatiesleutels
Feit: er ligt een standaard setje motivatiesleutels voor het oprapen, die je kunt inzetten om mensen makkelijker te helpen aanhaken. Als je slim bent, en dat ben je, dan zorg je dat je zo snel mogelijk aansluit bij verschillende informatiebehoeften. En dat kan ook zonder dat je iedereen persoonlijk hoeft aan te spreken. Je moet alleen even weten hoe je met één bericht tegemoet komt aan de informatiebehoefte van ieder teamlid. Komt ‘ie:

  1. Stuur altijd voorinformatie met een globaal programma. Mensen met een mentale aanvliegroute bereiden zich graag inhoudelijk voor. Zorg ook voor een artikel of andere achtergrondinformatie voor wie daar behoefte aan heeft.
  2. Zorg voor een bondige, gestructureerde tekst die antwoord geeft op de volgende punten:
    • WAT gaan we doen, wanneer, waar?
    • WAAROM gaan we dit doen? Wat maakt dat dit belangrijk is op de lange(re) termijn? (mentale informatiebehoefte)
    • WAARTOE: wat gaat het opleveren? Wat kunnen we er praktisch mee? (fysieke informatiebehoefte)
    • HOE en WAAROM ZO: In welke werkvorm en met wie gaan we aan de slag? En waarom kies je daarvoor? Wat hoop jij als organisator zelf dat er gebeurt? En wat zou je willen voor de groep? (emotionele informatiebehoefte)
  3. Geef mensen de kans te reageren. Bied de mogelijkheid om ideeën, vragen en opmerkingen alvast te melden – bijvoorbeeld via een online reactieformulier – en beantwoord ze indien nodig vooraf.

More = less
Als je nu denkt: pff, wat een werk, dat hoeft toch niet zo uitgebreid? Dan zegt dat waarschijnlijk vooral iets over jouw eigen behoefte (een gokje: je houdt van een beetje tempo, stapt makkelijk in iets nieuws en bent van het type ‘just do it’?). Hoe dan ook: probeer het gewoon ’s uit. Het gaat je namelijk heel veel tijd en energie opleveren omdat mensen met dit kader sneller inzien:

  • wat er op stapel staat,
  • waarom dit van belang is,
  • wat het op gaat leveren en
  • wat hun rol daarin kan zijn, samen met jou.

En die kans wil je niet missen!

Een masterclass Human Dynamics©: iets voor jouw team?
Het is -en ik spreek uit ervaring- fantastisch als je weet hoe je pro-actief kunt inspelen op verschillende ‘aan-knoppen’ die mensen helpen om te kunnen bewegen. Als jij dat ook wilt voor jou en je team, vraag dan eens naar onze in-company kennismakingsworkshops en Masterclasses Human Dynamics©, al dan niet als onderdeel van een teamontwikkelingstraject. Een feest van (h)erkenning en een prachtig aanknopingspunt voor een waardevolle en oordeelvrije manier van werken met elkaars verschillen.

Mam, WhatsApp is geen communicatiemiddel!

Door Helga van der Hart

Picture this

Onze zoon, bijna 13 jaar, zijn leven bestaat vooral uit Instagram, Minecraft, Fortnite. Oh ja, naast zijn bestaan in het cellencomplex waar hij elke dag naar toe moet (mam, als je het goed beschouwt, is de school gewoon een cellencomplex hè!…). Heb je een beetje een beeld inmiddels?


Een gesprekje met mijn zoon op een doordeweekse dag in juni

Een van de genietmomenten (over het algemeen dan ;-)) is dat we doordeweeks met z’n allen aan tafel ontbijten. Deze zonnige dag was Pascal al op pad, dus had ik dit ritueel met de kids, met een gesprek dat als volgt verliep:

Zoon: ‘Mam, ik heb echt weer zin in de wintersport’
Ik: ‘Leuk, dat duurt nog wel even. Ik heb je wel een app gestuurd om in de zomer skilessen op de borstelbaan te nemen. Dat is tenminste wat sneller dan de skivakantie’
Zoon: ‘Oh ja? Wanneer heb je dat gestuurd?’
Ik: ‘In de meivakantie toen je aan het vissen was’
Zoon: ‘Oh, dat lees ik niet hoor. Als mensen me willen spreken of iets tegen me willen zeggen, moeten ze dat gewoon rechtstreeks doen’
Ik: Inwendig moet ik grinniken en zei: ‘papa vindt WhatsApp ook geen communicatiemiddel’. *
Zoon: ‘Ik dus OOK niet!’, zei hij vervolgens uit de grond van zijn hart, met zelfs zijn hand op zijn hart. ‘Ik gebruik die app ook niet, alleen die spam-appgroep uit mijn klas scroll ik af en toe door, maar ik reageer nergens op.’

* Niet zo lang geleden kreeg ik vanuit verschillende hoeken (vrienden, familie) weer eens de reactie (ja, dat was niet de eerste keer): ‘Jouw man reageert ook nooit op de app’. Nu is dit voor mij overigens geen nieuws hoor. Wij hebben thuis altijd het grapje dat als ik een app van Pascal krijg of als hij me belt, er iets aan de hand is. Maar goed, later gaf ik hem dit terug, waarop hij reageerde: ‘Voor mij is WhatsApp ook geen communicatiemiddel, ik kan daar niks mee’. Zo vader, zo zoon. 😉

 

Die avond

Tja, je bent coach of niet, sorry hiervoor. Moest ik dit natuurlijk toch eens duidelijk krijgen met man en zoonlief. En stelde ik vervolgens de vraag: ‘ Op welke manier moet ik dan iets in de app zetten om wel antwoord te krijgen?’. Waarop unaniem het antwoord kwam: ‘Niet dus’. Goed, terug in mijn hok. Laat ik nou net die app superhandig en praktisch vinden. Ik gebruik de app juist om iets in de ether te slingeren, zodat het uit mijn systeem is. Blijkt dat het in de gevallen richting mijn man en zoon, wel uit mijn systeem is, maar dat het helemaal niet in een ander systeem is gekomen ;-).
Kijk, dat verklaart een hoop!

 

Communicatie, hoe zit dat nu toch?

Ach, we weten natuurlijk allemaal dat we verschillende behoeften hebben als het gaat over communicatie. Niet gezegd dat dit daarom dus makkelijk is, zo blijkt maar weer uit bovenstaande. Om een klein beetje helderheid te scheppen, hierbij een (op Human Dynamics gebaseerd) overzicht om de communicatie een stapje verder te helpen. De communicatiebehoeften van mijn zoon en man (mentaal–fysiek) en mijn behoefte (emotioneel–fysiek), zijn dus heel verschillend…. Wat helpt jou het meest? Laat het vooral even weten.

 

Dit moet je van me weten in communicatie                                            

schema verschillen in communicatiebehoeften

* Ah, de manier waarop ik de app gebruik past hier niet zo lekker bij 😉


De reactie van mijn zoon

Toen mijn zoon lucht kreeg van dit blog, was zijn reactie: ‘mam, dit is gewoon privacyschending’ ;-). Op de vraag of ik het goed kon maken door zijn Instagramaccount door jullie te laten liken (‘zoon, weet dat dit blog wel door bijna 1000 mensen gelezen wordt hè’ –  hij zou zomaar in een keer zijn Insta-doel bereikt kunnen hebben) was zijn reactie: ‘Echt niet, ik voeg alleen mensen toe die ik ken’.

O.k., I’ve got it, maar toch bedankt zoon, dat ik dit voorbeeld mocht gebruiken!


Interessant? Je kunt ons vinden via www.verschilspecialisten.nl.

 

Oplossingsgerichte benadering

Oplossingsgericht kijken: ben jij een Goedzoeker?

Door Mara Lammertzen

Goed zoeken is nog niet zo simpel. Of je nou voor de klas staat, of in je dagelijkse leven meer positieve vibes zoekt. Of je zorgen maakt over hoe onze maatschappij zich ontwikkelt. We doen collectief ontzettend ons best om ‘het goede’ te zien in de manier waarop anderen dingen doen, hoe ze reageren, beslissen, leven. Ergernissen overstijgen, tolereren van anders zijn. Allemaal leuk tot op zekere hoogte, maar intussen snap je er de ballen van. En dan houdt het zoeken alweer op.

Goed zoeken vraagt van je dat je de bril van je eigen verschil even afzet. Niet om voorbij te gaan aan wat jij belangrijk vindt, maar om je probleemanalyse en actieplan even te parkeren en te kijken wat er wél is. Aan kwaliteiten. Aan motivatie, mogelijkheden, andere ingangen om contact te maken. Die ander wil ook gewoon lekker samenwerken, bijvoorbeeld. Wil ook graag vooruit. Gelukkig zijn. Groeien.

Oplossingsgericht versus Probleemgericht
Als je iets weet van verschillen in behoeften – en dat doe je, anders lees je dit blog niet – dan heb je sowieso ‘goud’ in handen. Maar die verschillen in hun kracht zetten is weer een heel ander verhaal. Een mooie invalshoek die we veel gebruiken is de oplossingsgerichte benadering. In coaching en in trainingen.

In het kort: oplossingsgericht denken is het tegenovergestelde van probleemgericht denken. En omdat we met z’n allen echte probleemoplossers zijn, denk je nu misschien: mwoh, dat heb ik wel in het snotje, dat oplossen. Open deur? Toch niet. Let op.
Oplossingsgerichte versus probleemgerichte benadering
De oplossingsgerichte benadering – of het nu gaat om kinderen of volwassenen – gaat ervan uit dat ieder van ons een onuitputbare krachtbron in zich heeft met een grote hoeveelheid hulpbronnen. Kwaliteiten die (nog) te weinig actief bekend zijn of gebruikt worden, of waarmee het contact verloren is gegaan. Kwaliteiten die – ook nog eens overschaduwd door demotivatie, storend gedrag, etc. – vaak niet door jou en/of anderen gezien worden. Laat staan dat je ze bevraagt en activeert.

Complimenten
En dat is nou zo leuk aan oplossingsgericht werken. Door te focussen op wat iemand al wél kan en dat nadrukkelijk te waarderen groeit het zelfvertrouwen. Door (gemeende!) complimenten te geven in plaats van waarschuwingen groeit de intrinsieke motivatie en ontstaat een goed gevoel. Een van de mooiste bijkomstigheden van waarderend omgaan met verschillen is dat je steeds makkelijker kwaliteiten kunt waarnemen die minder goed als krachtbron te herkennen zijn. Simpelweg omdat je zelf zo’n compleet ander beeld hebt van wat ‘goed werkt’ in communicatie, leren, (samen)werken. Dat ziet de ander toch heel anders. Mooi toch, als je daar ruimte voor kunt bieden?

Loslaten
En het is gewoon hartstikke moeilijk om je goede raad en adviezen voor je te houden. Toch gaat het er in de oplossingsgerichte benadering om dat de ánder in oplossingen gaat denken. En dan is het de kunst om de ‘controle’ een beetje te laten vieren. Vertrouwen te hebben in de krachtbron van de ander, en zijn of haar eigen natuurlijke behoefte aan beweging. Zo kan diegene zelf nadenken over het eerstvolgende kleine stapje om dichterbij het doel (de oplossing van een probleem) te komen. En zadel je hem of haar niet op met een misschien onmogelijke opdracht die jij met al je goede bedoelingen bedacht hebt.

En nu jij?
Om in de oplossingensfeer te blijven: oplossingsgericht denken is stap één, oplossingsgericht werken stap twee. Dus bedenk eens: waar sta je zelf op dit moment met betrekking tot ‘denken in kansen en mogelijkheden’? Wat gaat er misschien al wel vanzelf? Hoe voelt dat? Hoe zou je dit nog meer kunnen gaan doen? Hoe ziet dat eruit? Welke eerste stap kun je daarin zetten?

En als je nou denkt: ik moet eerst een training volgen bij Helga en Mara om dit te kunnen: dat kan natuurlijk 😉  Maar je hoeft echt geen oplossingsgericht expert te zijn om mensen, kinderen op hun eigen kracht en eigenaarschap te kunnen wijzen. Wat iemand goed kan, vindt ‘ie zelf vaak niet eens zo bijzonder. Als je je energie besteedt aan het stellen van de juiste vragen kun je je concentreren op de interactie en het proces. Fantastisch hulpmiddel als je met kinderen werkt en/of leeft, ook.

Laat je in de reacties weten wat deze manier van werken voor jou oplost? Top!

Zit niet zo te dromen

Door: Helga van der Hart

Ken je dat? Samen hetzelfde nieuws kijken, maar dat je niet hetzelfde hoort?

Nou ik wel… Een hele enkele keer belanden manlief en ik ‘s avonds op de bank om om 20.00 uur het nieuws te kijken (zoals mijn ouders dat vroeger ook deden ;-)). Na een paar nieuwsitems zegt Pascal: ‘ Dat is toch ook vreselijk ‘. Ik denk dan, ehhh, waar ging het item eigenlijk over, ik ben dan nog bezig met het verwerken van het eerste item, of mijn plannen van de volgende dag of….. je kan het zo gek niet bedenken. Terwijl ik daar toch echt zit om het nieuws te bekijken, ben ik als volwassen vrouw niet in staat om gedurende 15 minuten mijn aandacht vast te houden grrr (en nee, ik heb toch echt geen ADD of een andere stoornis :-)).

School
Ik moet dan vaak denken aan de vele leerlingen op school die tijdens de lessen moeten luisteren naar instructie (of erger nog naar een lezing) en bij wie het onvoldoende lukt om de aandacht vast te houden, je kent ze vast ook wel, of misschien herken je jezelf.

Zelf heb ik dit ook meegemaakt tijdens met name mijn middelbare school periode. Aardrijkskunde en Geschiedenis waren voor mij een ramp, 50 minuten lang naar verhalen luisteren (terwijl er allemaal mooie kunstwerken aan de muur hingen, bovendien riepen die verhalen weer andere verhalen op, afleiding ten top). Ik weet nog goed dat mijn lieve aardrijkskunde leraar regelmatig zei: “ Helga, dat is nu al de derde keer dat je naar de muur kijkt, zit niet zo te dromen “. Wat voelde ik me ongelukkig… Of die verdraaide luistertoetsen, dat dan de piep gaat en dat je denkt, oeps, geen idee wat er is gezegd (maar wel lekker veel bedacht)… Dit was duidelijk niet mijn manier van leren, in de lessen wiskunde, economie en handel deed ik het gelukkig veel beter, kon ik lekker aan de slag, alleen of in kleine groepen, heerlijk! Dit is ook 1 van de thema’s die wij met regelmaat mogen begeleiden op scholen, differentiëren binnen de les met als resultaat leerlingen optimaal te laten leren en hierdoor presteren.

Positieve keerzijde
Ben ik snel afgeleid? Ja dus, laten we het multifocus noemen. Brainstormen en associatief denken met een leuke groep mensen kan ik als een malle, van idee naar idee, heerlijk! (emotionele centrering)Daar houdt mijn man dan weer niet van. Eerst nadenken voordat je iets zegt, wat je zegt moet kloppen (mentale centrering).
Pffff… Ken je dan helemaal geen focus en rust, hoor ik je bijna denken? Jawel hoor, in vooral mijn werk en in gesprek met vrienden word ik hier zelfs op gewaardeerd, al zeg ik het zelf ;-).

Vanavond weer het nieuws kijken?
Kijken Pascal en ik vanavond weer samen naar het nieuws? Nee, ik dacht het niet. Ondanks onze verschillende manieren van denken en informatie verwerken, houden we allebei niet van de vele negatieve nieuwsitems (lange leve nu.nl). Hij omdat dit zijn diepere waarden raakt, laten we waarderend omgaan met elkaar en ik omdat ik van de nare beelden niet zo lekker kan slapen (en nee ik ben ook niet hoogsensitief). Vanavond ga ik dus gewoon als Helga (zonder etiketje), lekker tennissen met vriendinnen, heerlijk!

Verschillen, echt zó irritant!

Door: Helga van der Hart

“Volgens mijn oma is elke partner weleens perfect“ – Loesje

‘Ja, ja, leuk die blogs over mooie verschillen. Maar ik vind verschillen vaak ontzettend irritant’, ik kan het je bijna horen denken. Want er is natuurlijk niks irritanter wanneer je partner (of je collega) niet gewoon hetzelfde denkt als jij. Dat zou de wereld een stuk overzichtelijker maken, toch?

Discussie over het huishouden

Stiekem denken we dat allemaal wel eens, ik natuurlijk ook. Onlangs nog, toen ik thuis met manlief weer zo’n fijne discussie over het huishouden had (nadat ik hem vroeg of hij bij het opruimen ook aan de details wilde denken, oei). Ik bedacht me hoe handig het toch zou zijn om met een vrouw te leven. Die zou me tenminste begrijpen… Tijdens een borrel deze vraag maar eens gesteld aan een bevriend lesbisch echtpaar. Wat bleek? Ze kenden hetzelfde probleem ;-), ok, dat lijkt dus niet de oplossing.

Relatievoorbeeld

In het begin van onze relatie vonden we elkaar en onze verschillen juist interessant, sterker nog, we dachten dat we heel erg hetzelfde waren. Ja, nu weten we dat we juist heel erg verschillend zijn en elkaar aanvullen (dit is uiteraard de positieve manier van kijken 🙂 ). Maar het werkt(e), samen in alle rust boeken in de tuin lezen (duidelijke invloed van manlief, een belangrijke balansbrenger voor mij). Samen naar vrienden en familie (ok, beetje invloed van mij, maar een goede balansbrenger voor hem).

Wanneer werkt het wel?

Op het moment dat wij beiden goed in ons vel zitten, werken deze verschillen heel goed. We hebben dan aandacht voor onze eigen kwaliteiten en benutten onze balansbrengers goed. Tuurlijk hebben we dan wel eens een discussie, maar de grote ergernissen blijven uit.

Druk op de ketel

Maar je raadt het al, als er druk op de ketel komt gaat het mis. Ik schiet door in gedetailleerd en praktisch bezig zijn (en luister niet meer naar mijn gevoel) en hij (sorry Pascal) heeft nog meer tijd en ruimte voor zichzelf nodig en houdt zich bezig met de hoofdlijnen. Je begrijpt, een groot gat.

Het helpt dan enorm als we ons realiseren dat we in onze valkuilen zijn gestapt, ik (over – organiseren) en hij (afwezig). Met een goed gesprek (contact is voor mij belangrijk en is zijn balansbrenger) en een glas wijn (rust is voor hem belangrijk en mijn balansbrenger) lukt het ons meestal om hier weer een balans in te vinden. Gelukkig maar!

Van irritant naar interessant

Vaak helpt het om te bedenken dat als je een stukje van de irritante eigenschap van de ander toevoegt aan jezelf, dit een absolute balansbrenger is. Want vinden dat een ander irritante eigenschappen heeft, heeft vooral te maken met je eigen behoefte ;-).

Ik ben benieuwd, hoe zit dit bij jou/jullie?

Mijn ondernemersfamilie: verschillen in ondernemen

Door Helga van der Hart

Is jouw goede voornemen het starten van een onderneming? Wellicht geeft dit blog je inspiratie.

Ik kan wel zeggen dat ik uit een echt ondernemersnest kom. Mijn overgrootouders (zo bleek bij het schrijven van dit blog), mijn grootouders, mijn ouders, mijn enige broer, mijn enige zus, ikzelf en straks ook mijn man hebben allemaal hun eigen onderneming (gehad). Geen ondernemingen van vader op zoon/dochter, maar hele verschillende bedrijven. Een aannemersbedrijf, melkboer, kruidenier, franchise–organisatie, fysiotherapeut, projectmanagement en training & coaching. Gaaf toch!?

Wat mij inspireerde voor dit blog is de wijze waarop mijn man het starten van een onderneming aanpakt. Pfff, wat een verschil met hoe ik dat heb gedaan en, zo blijkt na een aantal interviewvragen via de mail, hoe mijn vader, broer en zus dit hebben gedaan.

Mijn vader: directeur/eigenaar van diverse franchise-organisaties
Fysiek-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Was en ben altijd op zoek geweest naar nieuwe uitdagingen, zo ook in 1983, het jaar waarin ik op zoek was naar iets nieuws.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Een vriend van me vroeg of ik interesse had een huishoudelijke artikelen winkel te gaan runnen in franchising. Een heel grote stap van cv-technicus naar ondernemer. Op een zaterdagmiddag (in 1983 om 14.00 uur) tijdens de EK schaatskampioenschappen op TV werd me dit gevraagd, na één nachtje slapen heb ik ja gezegd! Nu moet ik erbij vertellen dat wij elkaar al jaren kenden, we dit idee (weliswaar betreffende een andere winkel) al eerder hadden besproken en dat ik geen tot weinig financieel risico zou lopen.

3. Wat was het doel?
De detailhandel eens niet te benaderen vanuit de conventionele methodes, maar door middel van het motiveren van personeel en hen heel veel verantwoording te geven, zo zien te komen tot een goede werkomgeving en mooie bedrijfsresultaten.

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Explosief, ofwel binnen de franchiseformule(s) zoeken naar alsmaar nieuwe uitdagingen en naar hoe zaken beter en efficiënter kunnen. Goederen inkopen waar behoefte aan bleek, winkels verbouwen of nieuw openen daar waar de mogelijkheden lagen. In een tijdsbestek van 7 jaar hebben we 6 zaken met een grote diversiteit opgestart. Alle zaken bestaan tot aan de dag van vandaag! Wij bedachten o.a. de formule om 2 verschillende winkels naast elkaar onder één management te laten draaien. Ofwel, achter de deuren was er één kantine, magazijn en administratie. Dit alles gerund door één bedrijfsleider en eerste verkoper/ster. Kostenbesparing, gecombineerd met een flexibele personele inzet bleek een goede greep.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Ondernemen zit wellicht in de genen. Beide grootouders hadden eigen zaken, overigens totaal verschillende. Om het personeel te motiveren was één van mijn slogans: Ik ga er vanuit dat je binnen de kortste keren meer verstand van het vak hebt dan ik, hoe meer ik aan het personeel kon overlaten hoe meer tijd ik kreeg  om nieuwe uitdagingen op te zoeken. Ik mijn werkzame leven heb ik met 5 verschillende franchiseformules gewerkt. Bij allen bleek dat wanneer je het aan durf/aan kunt om je hoofd boven het maaiveld uit te steken, het positieve bedrijfsresultaat vanzelf komt.

N.B. Na het versturen van mijn mail met deze interviewvragen naar mijn vader hadden we toch even een discussie. ‘Wat is precies het doel, waarom doe je dit, wat houdt het blog verder in, voor wie is het?’ etc. Oeh, had ik met mijn kennis toch even snel een te kort door de bocht mailtje gestuurd. Maar goed, met een kop thee erbij alles uitgelegd en daarna prachtige antwoorden (en gelijk al historische verhalen) gekregen, dank je wel pap!

Broer: Directeur/eigenaar Odysseus (Improving Project & Portfolio Management)
Emotioneel-mentaal
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur/Nieuwsgierigheid naar onbekende
Volledige ruimte voor mijn manier van denken
Drang naar onafhankelijkheid (in denken, handelen, waar en wanneer werken, geld)
Authoriteitsuitdaging. Kleur graag buiten de lijntjes.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Voor jezelf aangeven dat ondernemen trekt.
Tijdens studie al eigen handeltje en daarnaast eigen bedrijfje voor logistiek advies.
Na 2 jaar werken bij 1e werkgever wist ik dat ik in toekomst ondernemer wilde zijn.
Toen begonnen met delen van die ambitie en de eerste kans kwam vrij snel langs.
Op 24e gestart met nieuw bedrijf samen met 4 anderen. Geld geleend van ouders en blind erin gegaan.

3. Wat was het doel?
Het doel was en is vrij zijn in ruimste zin van het woord.
“Je moet” is een lastige confrontatie voor mij;-)

4: Hoe zou je je Odysseus omschrijven?
Odysseus is een leuk team van 15-20 professionals en een kwaliteitsclub in haar genre.
Het is een consultancy bedrijf (advies en implementatie) voor bedrijven die drang hebben betere keuzes te maken en die verbeteringen goed willen uitvoeren.

5: Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Altijd is wellicht te zwaar aangezet, maar als ik terugkijk en verhalen combineer dan zie je een patroon van onafhankelijk willen zijn, durf, vandaag i.p.v. morgen, creatief, anders, snel, nieuwsgierig, mijn mening etc. Dus ja denk wel dat genetisch en omgevings – factoren mij een ondernemend type maken.

N.B. Na het antwoord van mijn broer, mail ik hem: thanks, heb misschien later nog wat vragen. Zijn antwoord: dat gaat je geld kosten dan ;-).

Zus: Fysiotherapeut (Fysiotime.nl)
Emotioneel-fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Ik had het gevoel dat ik nergens helemaal mijn ei kwijt kon en tegen dingen aanliep m.b.t andere collega’s / werkgevers. Ik was op zoek naar uitdaging, diepgang en vooral om mijn eigen ideeën te kunnen toepassen.

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Brainstormen en praten met mensen om mij heen, groot blad gepakt en daar veel dingen wat in mijn hoofd op kwam opgeschreven om te kijken of ik dit kon kaderen. Daarna ondernemingsplan geschreven en plan van aanpak.

3. Wat was het doel?
Het doel was om een onderneming te starten die dichtbij mijzelf stond op een professionele manier, met veel plezier in mijn werk, waar er ruimte is voor ondernemen. Waarbij patiënten snel, effectief en goed worden geholpen anno 2016 met hulp van de nieuwste digitale technieken.

4. Hoe zou je Fysiotime omschrijven?
Fysiotime is een professionele, jonge onderneming, waarbij kennis & kwaliteit vooral met veel gevoel centraal staat en er maatwerk voor een patiënt wordt toegepast.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Als beginnende fysiotherapeut wilde ik wel altijd een eigen praktijk hebben. Ik denk dat dit ook wel verweven ligt, grotendeels in mijn opvoeding. Ik merkte dat ik tijdens mijn loopbaan soms wel dingen op andere manier zag en daardoor vaker tegen de lamp liep. Ik kon dat niet altijd meteen plaatsen. Ik wilde het wel graag, maar had allerlei smoesjes om nog niet mijn gevoel achterna te gaan. Hier had ik gesprekken met anderen nodig om zo mijn gedachten te kaderen. Achteraf moest ik eerst een ander pad bewandelen, tegen de lamp te lopen en veel te proeven en te weten wat ik waard was.

N.B. Als ik mijn zus vraag of ze de mail heeft ontvangen zegt ze: ‘Mail? Heb ik die ontvangen? Ik kijk wel even, tuurlijk vul ik dat in, waarschijnlijk komt het woord gevoel bij mij erin voor.’ Klopt zus, 3 keer :-).

Mijn man: Projectmanagement en advies
Mentaal–fysiek
1. Waarom ben jij een onderneming gestart?
Avontuur, uitdaging om op eigen benen te staan, autonomie

2. Hoe heb je dat gedaan? Wat waren je stappen hierbij?
Nadenken, klankborden, plan, doen

3. Wat was het doel?
Zie 1 en financieel

4. Hoe zou je je bedrijf omschrijven?
Wat lastig te beantwoorden moet nog vorm krijgen.

5. Wilde je altijd al ondernemer zijn, wat kun/wil je hierover zeggen?
Nee is gegroeid in de tijd.

N.B. Ik moest er even op wachten, maar letterlijk en figuurlijk kwamen de antwoorden om 2 voor twaalf (middernacht) binnen. Thanks, mooie aanvulling in mijn blog!

Helga
Emotioneel-Fysiek
Mijn antwoorden lijken het meest op de antwoorden van mijn zus, hoewel ik geen ondernemersplan heb geschreven… Vanuit een drukke baan had ik op enig moment een reflectiesessie. Wat wil ik nu echt, waar ligt mijn hart? Op dat moment was ik er diep van binnen zo van overtuigd dat ik niet meer wilde wat ik deed, dat ik ben gestopt met mijn baan. Na een tijdje van uitrusten wist ik wat ik wilde, met en voor mensen werken, mensen echt iets mee kunnen geven, dus hup naar de Kamer van Koophandel en aan de slag. Van dit werk word ik gelukkig en doe ik elke dag met heel veel plezier!

Wat ik nu zo leuk vind, is dat een ieder op zijn/haar manier succesvol is, terwijl de wegen er naar toe totaal verschillend zijn. Heb je ook gezien dat de manier van antwoorden zo verschillend is? Verschillen tussen mensen en de manier waarop ze ondernemen, mooi toch!?

Een boompje opzetten: hoe doe jij dat?

Door Mara Lammertzen-Kuiper

Dag Sint, hallo kerstboom! Ben jij er ook zo een? Of doe je niet aan kerst, laat staan aan bomen? Stel nou –even hypothetisch– dat je wèl voor een boom zou gaan. Hoe pak jij dat dan aan? Zes verschillende manieren om aan een boom te komen*, met een dikke vette knipoog. Misschien (h)erken je wel iemand. Laat ik bij mezelf beginnen…

1.
‘Tuurlijk komt er een boom. Jaaaaa, gezellig toch. Als ik even geen rekening zou houden met mijn meer behoudende lief, dan was het –sorry duurzaamheid– een echte. Wel met kluit, natuurlijk. Maar die geur! Heerlijk. En liefst met echte kaarsjes ook. Als ik geen peuter en twee kittens had dan, hè. Ik ga met man en kind het bos in en ga er heel idyllisch zelf eentje uitgraven. Oh, mag dat niet? En dan op de imperiaal mee naar huis nemen. Er komen –naast mijn door de jaren heen verzamelde versieringen: een engel, glittervogeltjes– een paar mooie nieuwe ballen in, ton-sur-ton-kleuren het liefst. En een paar gekke zelfgemaakte frutsels. Chocoladekransjes, check. Lampjes die warm licht afgeven, niet dat koude blauwige led-licht. Saar mag de ster bij wijze van piek erop zetten en dan: ‘tadaaa!’
(De emotioneel-fysieke persoonlijkheidsdynamiek. Reality check: we hebben een nepper -want zie ook kerstboomtekst nr. 3- maar dan wel een mooie zilverspar-lookalike: met de gele led-lichtjes er nog in want dat is me ’n werk ieder jaar!)

2.
‘Ik zie de bomen het liefst gewoon in het bos staan, da’s al kerst genoeg. De kerstsfeer is belangrijk voor me, samen met de familie zijn. Verhalen vertellen, herinneringen delen. Maar als ik er een zou kopen is het bij mijn vertrouwde bloemenmevrouw, die is van de duurzame inkoop. Met kluit, want hij gaat weer terug de natuur in. Of gewoon een nepboom, veel beter idee. Ik moet maar eens gaan kijken bij het tuincentrum. Ik heb al jaren dezelfde ballen, en een paar mooie zelfgemaakte knutselwerkjes van de kinderen. Straks even uitzoeken of dat lichtsnoer het nog doet, ik neem meteen de schroevendraaier even mee uit de schuur.’
(De fysiek-emotionele persoonlijkheidsdynamiek)

3.
‘Dat kerstgedoe hoeft van mij niet, laat staan een boom, maar ik pas me aan. Het wordt dan een kunstboom met milieukeurmerk die ik op internet uitzoek en laat bezorgen. Kleur? Groen is groen, toch? Hij moet vooral makkelijk op te zetten en handzaam op te bergen zijn. Het versieren laat ik over aan mijn partner, die vindt dat leuk. Maar als ik het zelf zou doen bestel ik een paar ballen en een piek in zo’n setje mee. Led-lampjes uiteraard. Ja.’
(De fysiek-mentale persoonlijkheidsdynamiek. Reality check: mijn lief in de bocht)

4.
‘Ik ben helemaal niet van de traditionele bomen. Saai. Maar goed. Hoe ik dat dan zou doen? Ik ga naar de dichtstbijzijnde bloemenstal –ik kom er langs uit mijn werk– en die vent kent mij wel, hij heeft vast wel een leuk boompje staan. Liefst zonder kluit, want dat geeft een gigantische zooi als dat ding op de kop aan het plafond hangt hè. 😉 Hup, de ballenbak uit de schuur (of koop een paar opvallende nieuwe) en dan maken we er samen even wat geweldigs van. Als je langskomt weet je niet wat je ziet!’
(De emotioneel-mentale persoonlijkheidsdynamiek)

5.
‘Een kerstboom kan erg gezellig zijn. Geen noodzaak, maar ik wil best meedenken. Het mag een echte boom zijn, lekker nostalgisch, maar ik zou zelf voor een kunstboom kiezen. Er komen dan een paar niet te wilde ballen in, het moet wel smaakvol blijven. We doen er ook een paar leuke grapjes in. Een mooie piek, wat lampjes. Prima wat mij betreft.’
(De mentaal-emotionele persoonlijkheidsdynamiek)

6.
‘Een kerstboom? Dat heeft voor mij niet zoveel waarde. Daarnaast heb ik er ook weinig handigheid in. Er staat er een voor het huis, daar kunnen wel een paar lampjes in… Als ik er toch een zou kopen? Dan zou ik me laten adviseren over een kunstboom. Ik lees vervolgens de handleiding met een kop koffie erbij en dan zet ik stap voor stap de boom in elkaar. Decoratie is niet aan mij besteed. Dat laat ik liever aan iemand anders over. Prettige kerst.’
(De mentaal-fysieke persoonlijkheidsdynamiek. Reality check: Helga’s wederhelft maakt er daarentegen een spektakel van, compleet met kerstdorp en met heel veel knipperlichtjes en geluiden… daar gaat m’n kerstboomtheorie)

 

Welke boom je ook opzet, en met wie, we wensen je er veel plezier bij!
Pas wel op: de natuur slaat keihard terug…

* geïnspireerd op de geweldige ‘zes verschillende manieren om een auto te kopen’-vertelling van mijn Human Dynamics-mentor Harry Jansen. Hij blijft leuk, Har!

Verschillen in waarneming: welk type hardloper ben jij?

Door Helga van der Hart

Oké, mijn man en ik hebben er op de vakantie maar liefst twee weken over gedaan om erachter te komen dat we toch echt dezelfde hardlooproute hadden (ach, we hadden de tijd voor een beetje discussie). 🙂

De route volgens mijn man, vanuit zijn waarneming en gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Aan het eind van de route, een huis in de verkoop (‘bijzonder, wat zou dit kosten?’)
  3. 1 losse boom (‘opmerkelijk’)
  4. Op de heenweg loopt de weg af, op de terugweg loopt de weg op (‘zo, de terugweg is een stuk zwaarder’)
  5. Witte paarden

De route volgens mij, vanuit mijn waarneming en (een deel van mijn) gedachten:

  1. Linksaf vanaf de camping
  2. Witte paarden (‘wat een gekke plek, wie zijn de eigenaren?’)
  3. Links een groentenveld (‘welke groente zouden dat zijn, er wordt nog wel gesproeid’)
  4. Rechts een veld met kleine witte paaltjes (‘waarom zou dat zijn, niet voor groente, geen jonge aanwas…’)
  5. Dan 2 zonnebloemvelden (‘die hebben het ook zwaar met dit weer’)
  6. Huis op het eind (‘wat een onprettig huis, snel weer terug’)

Mijn reactie op hem: ‘Welke boom? Hoe ziet dat huis eruit? Die velden heb je toch wel gezien, 3 velden achter elkaar en al die witte paaltjes! Ik heb niet gemerkt dat de weg op– en afloopt, het is hier behoorlijk vlak hoor.’

Zijn reactie op mij: ‘Ik heb geen velden gezien, witte paaltjes? Waar dan precies? Heb jij die boom en dat huis niet gezien?’

In de praktijk

Voor mij is dit kenmerkend voor onze verschillen in manieren van kijken (of in onze dynamieken). Mijn man (mentaal–fysiek) richt zich graag op de lange termijn, wat is het doel, waar gaat het heen en denkt hier in in stilte graag over na. Op het werk zijn dit vaak waardevolle visonairs op afstand, je kunt bij hen niet altijd zien aan de buitenkant wat ze denken, het is goed om ze hiernaar te vragen, je zult verrast zijn!

Ik (emotioneel–fysiek) ben bezig met wat er hier en nu in de omgeving gebeurt, richt me op details en associeer graag op alles wat ik meemaak (bij voorkeur in interactie met anderen). Op het werk zijn dit vaak de echte verbinders en goede organisatoren, ze houden van flexibiliteit.


Thuis

Gelukkig zijn we nu weer thuis, kunnen we onze standaard routes lopen en kunnen we ons weer richten op andere dingen… 😉

Inpakken en wegwezen

Door Mara Lammertzen

Vakantie! Dé tijd om verschillen tussen jou en je partner weer eens ‘lekker’ tegen te komen. En er dan vooral gebruik van te maken…

Wat is er nou mooier dan tussen de loslopende kippen wakker te worden en met je voeten in het gras te ontbijten? Om vervolgens je hangmatje in te duiken met een heerlijk boek, of al kletsend met de buren de camping over te lopen. Naar dat gezellige marktje te gaan in de zinderende hitte, of kijk! Wat een leuk terrasje, lekker mensen kijken. Tenminste, als je het mij met mijn emotioneel-fysieke persoonlijkheidsdynamiek vraagt. Mijn lief, met zijn praktische fysiek-mentale gesteldheid, denkt daar héél anders over. Die hoeft eindelijk eens niets, want het nooit eindigende to-do-lijstje ligt lekker thuis. Het ‘sociale gedoe’ mag met name overdag aan zijn neus voorbij gaan, want hij is liever bezig met het op orde maken en verbeteren van het ‘kampement’, zoals dat bij ons heet. Of met hout kappen voor het kampvuur straks. In het buitenland hebben ze ook doe-het-zelf-winkels, uiteraard. En anders wordt er wel een outdoorklusje gevonden op de ecocamping. Sinds onze dochter de helft van de achterbank inneemt onderweg is er dan ook een aanhangwagen en een dakzak aangeschaft zodat alle spullen die hij misschien nog wel eens nodig zou kunnen hebben zich ‘aan boord’ bevinden. De auto wordt tot op de laatste centimeter efficiënt ingepakt met doorzichtige kratten en drybags, zodat in geval van ernstige regenval alles tenminste vindbaar en droog blijft. De paspoorten, geld, vignetten, verzekeringsdocumenten in Google Docs, pech-set en neonjasjes: dat heeft hij alweer geregeld (na het lezen van dit blog: ‘je vergeet de gereedschapskist en de noodhamer te noemen’: I rest my case). Twee kratten met keukenspullen gaan de middag voor vertrek langs mij om te worden aangevuld met theedoeken, afwasmiddel, olijfolie, kruiden, tafellaken, kaarsjes en gezellige wijnglaasjes. Kleding en linnengoed zet ik klaar, zonnebrand, speelgoed, en de onderweg-voer-tas is ook mijn klus. Hij is van de veiligheid en de (ietwat uitgebreide, okee) spullenboel, ik van de in- en uitwendige mens. Het is maar waar je focus ligt. Het werkt samen in ieder geval als ’n trein die altijd ’n high five krijgt als we de hoek omrijden. Waarna ik vervolgens ineens denk aan mijn zonnebril of sleutels voor de buren met bedankbriefje of telefoon die nog op het aanrecht liggen. Hij is van het inpakken, ik van het wegwezen. ‘Maar’, zegt hij, ‘ik geniet nóg meer van het weg zijn’.

Foto boven: Inderdaad, in de waterdichte bak achter de trekhaak zit de (uiteraard op zowel 220 volt, 12 volt als gas werkende) koelkast… 😉