Fysiek-mentaal kamperen in zes punten

Door Mara Lammertzen

Een sfeerbeeld: na een paar uur rijden richting de Franse grens, je bent er wel klaar mee, zie je in het bosrijke dal de kampvuurrook al omhoog kringelen. De rivier schittert je tegemoet. Eenmaal het bruggetje over is het stil, op de kabbelende rivier na. Klimtouwen, klimbomen, een kabelbaantje en hangbruggetjes over het water. Weer of geen weer, er hangen altijd een paar free range kinderen in en aan. Links een rechttoe, rechtaan -schoon en zeer functioneel- toiletgebouw met een eigen waterzuiveringsinstallatie: rivierwater wordt hier met een ingenieus, zelfgebouwd systeem omgetoverd tot goedgekeurd drinkwater. Een houten bord: ‘Receptie. Hier melden’. Duidelijke taal en geen woord te veel. Zo werkt dat hier. Fysiek-mentaal kamperen in zes overzichtelijke punten.

1. Natuur
Fysiek-mentale campings: ze bestaan. Deze camping in de Waalse Ardennen, waar wij ons sinds een paar jaar ‘vaste kampeerders’ mogen noemen, is er een ten voeten uit. Nee, ik heb geen aandelen. Het is een bijzondere plek om jezelf te zijn, zonder poespas en met veel, heel veel hout. Plastic en kunststof? Nèh. Hooguit je werptentje. De focus ligt hier op dingen doen die met de natuur te maken hebben. Niet alleen voor fysiek-mentale mensen lekker, iedereen met een beetje ‘F’ kan hier z’n hart ophalen. Maar voor fysiek-mentaal is het echt thuiskomen. Een no nonsense natuurparadijs, gericht op praktische, efficiënte mensen die tot rust komen door met hun handen bezig te zijn en hier eindelijk hun never-ending to do lijst even kunnen loslaten. Hier hoor je weinig gepraat, los van de zinnen ‘Wat wil je nog meer, hè’, en ‘Mooi man’. En dan begrijp je elkaar gewoon. Niks meer aan doen. Ja, bier.

Zo komt Jasper dan het bos uit. All you need is een mes, touw, bijl, handzaag en werkhandschoenen.

2. Zelf doen
Verder met het sfeerbeeld. Er staan een paar Landrovers – daar later meer over – er is een trialbikeparcours (waar ’s avonds de jeugd in stilte oefent en hun kunsten vertoont) en een paar kano’s. Een hele plank opgezette dieren die je hier ook in levenden lijve tegenkomt. De campingwinkel ernaast is gewoon een verkapte outdoorshop, compleet met een balie gemaakt van een halve Landrover, met alles wat de praktisch ingestelde kampeerder zich maar kan wensen. En veel zakken hout, dus. Maar dat noemt men hier ‘lui hout’. Je zorgt hier gewoon zelf voor je vuur. De hele dag wordt in de uitgestrekte bossen (omgevallen) hout gesprokkeld en klinkt het geluid van bijlen op hakblokken om al dat hout tot keurige stapeltjes te verwerken voor ‘het vuurtje’. Hier geen luide gezelschapsspelletjes en gierende buren. Nee, hier wordt bij de tent houtsnijwerk geknutseld, zittend op een praktische -liefst zelfgebouwde- stoel met schapenvel. Worden pijl- en bogen, katapulten en bootjes gemaakt en uitgeprobeerd en pruttelt de koffie boven een knapperend vuur. De kinderen slijpen hun eigen kindermessen – op de enige juiste manier, want veiligheid boven alles -, zitten in de boom, gaan op zoek naar sprokkelhout of bouwen dammen in de rivier.

3. Rust
Die is weldadig. Hier hoeft niks. Uiteraard, de meeste kampeerders hebben wel een planning, zoals om 07:00 uur in je eentje hardlopen, brooddeeg kneden of een vlonder bouwen, ofzo. Maar je hoeft niks met elkaar als je dat niet wilt. Je kunt de camping overlopen zonder dat je aangekeken -laat staan zomaar aangesproken- wordt. Dus voor mij, als emotioneel-fysieke kampeerder, was dit behoorlijk wennen. Maar inmiddels, na jaartje of 3, vind ik het een verademing. Want hier besef ik pas wat die constante neiging van mij om contact te maken eigenlijk van me vraagt. Hier weet ik dat het ook prima op prijs gesteld wordt als je niks zegt. Ik voel gewoon de opluchting van sommige mensen als ik bij toevallig oogcontact weer de andere kant op kijk. En zo kom ik ook een keer echt tot rust. Al voelt het soms een beetje contactgestoord, ja. Maar deze mensen zijn hier niet om te kletsen. Tenzij dat het doel is, natuurlijk. Dan kun je prima kletsen.
Je lacht je rot, het is mijn eigen fysiek-mentale Jasper die hier de nieuwe contacten legt. Ik niet. Die blijkt dan niet te zijn verzopen in het toilet maar gewoon bij een buurman -met bier- wat te keuvelen over de vordering van de bouwplannen voor onze blokhut. Het plichtplegerige ‘hoe is het’ wordt meestal overgeslagen, het blijft bij een ‘alles goed?’ ‘hm-hm’, al heb je elkaar een jaar niet gezien. Interessanter is waar je mee bezig bent.

Strategisch inpakken (en dus ook niks op de achterbank…)

4. Gear
Het is gewoon een fysiek-mentaal soort gezelligheid. En die is als volgt te omschrijven. Er wordt gereedschap (bijlen, zagen, schragen, messen, etc.) aan elkaar uitgeleend. Nadat  ‘new arrirvals’ eerst in alle rust hun degelijke canvastenten hebben kunnen uitstallen en het eerste biertje tevoorschijn komt – komt er eens een buurman of -vrouw aan – met een eigen drankje, want stel je voor dat je iets aangeboden krijgt… dat betekent dat je de duur van je bezoekje niet meer in eigen hand hebt en dat is niet de bedoeling. Morgen doen we dat misschien. Nee, eerst worden ingenieuze zelfgebouwde buitenkeukens, verstelbare driepoten, honden en -natuurlijk- Landrovers bewonderd en besproken. Hierna wordt de vliegvisgear uitgeschoven, gaan de vliegvisjassen met honderd handige zakken en lieslaarzen aan en kan er nog even een uurtje – liefst solitair – gevist worden in de avondschemering (Jasper vindt vissen niks, die hakt een oude boomstronk volledig uit z’n voegen en daarna gaat ‘ie op een stoel voor zich uit zitten staren. Hij krijgt er bij mijn vragende blik nog net uitgeperst: ‘en nu kunnen mijn hersenen pas…..’). Of wordt de olie vast in de Dutch oven gegoten voor het slow cooked eenpansgerecht van vanavond. Want tijd, dat heb je hier.

5. Structuur 
De eigenaars, een praktisch ingesteld stel (fysiek-mentaal en fysiek-emotioneel is mijn sterke vermoeden), met hun eigen behoefte aan duidelijkheid in rust, ruimte en regelmaat, bepalen hoe het er hier aan toe gaat. Er mag veel, maar er zijn dus ook duidelijke regels. Het terrein -inclusief restaurantje- is alleen voor kampeerders. Dus wandelaars vissen achter het net. Niet gereserveerd in het drukke seizoen? Jammer. Afval netjes scheiden, de rust bewaren, niet kleddernat door het douchegebouw lopen, geen muziek en geen lawaai of hard praten na 22:00 uur. De rest van de regels staat onomwonden opgesomd op een A4-tje. Waar je bij overtreding ook duidelijk op aangesproken wordt. Wat krijg je ervoor terug? Juist. Rust in je hoofd. Voor de kampeerders dan, hè. Want in het hoogseizoen, als de eigenaars al een paar lange weken 24/7 hun benen uit hun lijf lopen op het terras, kun je merken hoe druk zij het hebben, en hoe dat aanpoten is, zo’n camping. De mate van spontaniteit, flexibiliteit en sociale interactie begint dan wat rafeltjes te vertonen. Dat kost dan extra moeite. En ik begrijp ze. Maar onderling met andere emotioneel gecentreerde kampeerders zoals ikzelf (want die zijn er natuurlijk ook, die komen verwonderd met hun houthakbehoeftige partners mee – en wij herkennen elkaar direct) worden wel eens wat wenkbrauwen opgetrokken over de bijzondere vorm van klantvriendelijkheid. Er wordt er zelfs wel eens gefluisterd ‘Je zou toch denken dat je het leuk vindt om met mensen om te gaan als je een camping runt’. Maar let op: dat zegt dus vooral iets over onze eigen behoefte aan persoonlijke connectie en een hartelijke ontvangst als je ergens geld uitgeeft. Het is dus maar vanuit welke hoek je kijkt. Want hier zit de klantvriendelijkheid in de ruimte die je krijgt om binnen duidelijk gestelde kaders helemaal je ding te doen in een fantastische omgeving. Het zit ‘m in de perfecte staat van de gebouwen en het materieel. De fietspomp / snoeischaar / vuurschaal die je altijd kunt lenen. In het uitstekend bijgehouden groen, maar niet te strak: de natuur heeft hier voorrang. Dat soort dingen zijn in een heleboel ogen veel nuttiger en dus belangrijker. En dat moet je wel willen zien. Prachtig vind ik dat. Als het bloody hot is komt de Landrover met brandweerspuit het water in: kinderen komen hier niets te kort. Voor hen is er een gratis avonturenboekje ‘alleen voor de serieuze avonturier’ te krijgen bij de receptie, met daarin hikes, puzzeltochten, natuurweetjes. Nooit zomaar een heel verhaal beginnen terwijl ze bezig zijn, maar een afspraak maken voor de volgende dag. Dan is er alle ruimte. En geef ze eens ongelijk. Daar kan ik echt wat van leren.

6. Community
Het jaarlijkse Landroverweekend is net achter de rug. Een efficiënte, geoliede machine. Vanaf vrijdagmiddag komen ze het terrein op rollen en worden de terreinwagens (de een nog vollediger uitgerust dan de ander) met gepaste ruimte ertussen opgesteld. Uiteraard met de neus richting de weg. Dat is niet meer dan logisch. Dan wordt de ‘gear’ af- en uitgeladen.  Ingenieuze daktenten met ladders, puur functioneel kampeermeubilair (en nooit meer stoelen dan het aantal kampeerders), hele keukenstellages met hufterproof buitenkookmateriaal in keurige transparante kratten, ijzeren flight cases met clubstickers. 1 theedoek. En een vuurschaal. Iedereen is druk in de weer, allemaal in outdoorkleding, compleet met Landroverweekend 2018-T-shirts* (vooraf besteld dus) en op verstandige schoenen (ik: slippers). Op zaterdagochtend worden er na een collectief clubontbijt onder grote tarpen zonder veel gepraat en netjes in de rij stoere autofoto’s gemaakt, allen voorzien van speciale LR18-rally-platen. Hierna begint het gevroemmmm, en start dé Landroverrit, oftewel een ‘bolletje-pijltje-tocht’. Vraag me niet wat het is. Jasper lacht me dus gewoon uit. Het is mij een raadsel, dit evenement. Wij, als ‘vaste gasten’, vallen hier totaal buiten. Maar met een Landrover zouden we er meteen bij horen. Want dat is hier het hogere doel: het groepsgevoel. Ik zie die man van mij wel lonken, hoor. Zucht.

*Ik: ‘Ik begrijp niet wat nou de lol is van allemaal diezelfde t-shirtjes’. Jasper: ‘Hoezo? Je doet het samen of je doet het niet’. Tja.

Fysiek-mentale humor:
“Als mijn kinderen iets willen weten van me, zeggen ze tegenwoordig bij voorbaat al ‘Pa, doe maar het 5-, 10- of 30-minuten antwoord’.
Anders ben ik een uur aan het woord en dan waren ze alleen maar benieuwd hoe laat het was.”


Het kernkwaliteitenkwadrant van de fysiek-mentale dynamiek © De Verschilspecialisten

Mensen met de fysiek-mentale persoonlijkheidsdynamiek zijn de praktische, resultaatgerichte, strategische probleemoplossers onder ons, uitstekende planners ook.  Ze werken vanuit de praktijk en zijn met een kritisch oog voor bruikbaarheid gericht op doelen, structuren en efficiency. Ze zijn van nature bezig met het strategisch uitvoeren van hun plannen, die meestal tot doel hebben om processen beter te laten functioneren. Voor zichzelf, maar zeker ook voor andere betrokkenen. Ze zijn van nature minder gericht op gevoelens en persoonlijke connectie met mensen. Net zoals iedere persoonlijkheidsdynamiek een specifieke ontwikkelrichting heeft, is het ontwikkelen van flexibiliteit en aandacht voor de beleving van anderen een uitdaging voor deze dynamiek.


P.S. Lang verhaal? Ga jij maar eens een tijdje fysiek kamperen, dan kunnen ook jouw verhalen niet meer kort.


Wil je weten wat wij allemaal doen met verschillen in ons werk als (team)coach en trainer in het onderwijs en bedrijfsleven? Check it out op www.verschilspecialisten.nl  (of bel/mail ons gewoon even).

2 gedachten over “Fysiek-mentaal kamperen in zes punten”

  1. Haha, geweldig verhaal! Daardoor zie ik de camping met hele andere ogen en het klopt helemaal van wat ik me nog kan herinneren van ons bezoek aan jullie. En Jasper ken ik niet anders. Mooie kwaliteiten heeft die man van jou!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *